Voedingsleer W1: PP
Mediterrane landen: Spanje, Frankrijk, Italië, Griekenland.
Voedingsmiddelen (t.o.v. Westerse voedingspatroon)
- Meer groente, fruit, kruiden, vis, plantaardige oliën (olijfolie), noten en zaden, matige
hoeveelheid rode wijn
- Minder varkens- en rundvlees, boter, room
Voedingsstoffen (t.o.v. Westerse voedingspatroon)
- Meer vezels, complexe koolhydraten, vitamine C, omega-3 vetzuren, fytochemicaliën
- Minder transvetzuren en verzadigde vetzuren, cholesterol
De mediterrane voedingspiramide
Gezondheidseffecten mediterrane voedingspatroon
Positieve effecten op veel voorkomende chronische degeneratieve aandoeningen (welvaartsziekten).
- Hart- en vaatziekten
- Metabole stoornissen (metabool syndroom)
- Bepaalde kankersoorten
- Lagere mortaliteit
Fytochemicaliën
Bio-actieve nonnutriënt plantebestanddelen in o.a. fruit, groenten, geraffineerde granen, virgin olijfolie
en ander plantaardig voedsel, dat gerelateerd is aan een verminderd vóórkomen van degeneratieve /
welvaartsziekten.
Fytochemicaliën > carotenoïden en fenolen (bijv. virgin olijfolie).
Het Mediterrane voedingspatroon is o.a. rijk aan fytochemicaliën (onderdeel van de eerder genoemde
voedingsmiddelen).
- Anti-oxidatieve effecten
- Vermindering van ontstekingsprocessen
, - Regulatie van genexpressie in celdeling, celdifferentiatie, oncogenen en
tumorsupressorgenen
- Inductie van “cell-cycle arrest” en apoptose
- Stimulering van het immuunsysteem
- Antibacteriële en antivirale effecten
- Verbetering van plasma lipoproteïnen
- Stimulatoren voor het “bruinen” van wit vetweefsel
Risico op chronische aandoeningen
Voedingsfactoren Kanker Cardiovasculair Obesitas Diabetes
↑ Calorieën ↑ ↑ ↑ ↑
↑ Verzadigd vet ↑ ↑ ↑ ↑
↑ Zout ↑ ↑ - ↑
↑ Glycemische index ↑ ↑ ↑ ↑
↓ Antioxidanten ↑ ↑ - ↑
Voedingsleer W1: UN Natrium (blz. 382)
Natrium, Kalium en Chloor zijn de mineralen die het meest bijdragen aan de balans van vloeistoffen in
het lichaam.
De zoutige smaak zorgt voor een pittige toevoeging van smaak en verbetert de smaak van andere
smaken.
- Extracellulair ion
- Rol in zuur-basebalans
- Zenuwoverdrachten en spiercontracties (nieren geven H+ ionen vrij in ruil voor Na+ ionen)
Absorptie door maagdarmkanaal en beweegt zich vrij door het bloed tot het de nieren bereikt. De
nieren filteren al het Na uit het bloed. Ze keren het bloed terug naar de exacte hoeveelheid Na die het
bloed nodig heeft. Normaal gesproken is de hoeveelheid excretie door de nieren gelijk aan de
hoeveelheid Na die het binnenkrijgt.
Na in het bloed stijgt door het eten van zoutrijke voeding: de prikkel dorst wordt afgegeven. Zo wordt
de Na-waterbalans weer gelijk. Vervolgens vindt excretie van Na en water tegelijkertijd plaats.
Te weinig en teveel natrium zorgt voor een toename op het risico van hartziekten.
Teveel natrium: hypertensie, hartziekten.
Na wordt uitgescheiden via urine en zweet. Een tekort aan Na is zeldzaam.
Zout heeft een groter effect op het verhogen van de bloeddruk dan enkel Na of Cl. Een zoutrijke
maaltijd zorgt direct voor het verminderen van de bloedstroom door de aders. De schade die teveel
zout aanricht aan de bloedvezels is onherstelbaar.
DASH: eetplan gericht op het verlagen van de bloeddruk en voorkomen hypertensie. Meer K, minder
Na. Zorgt ook voor het verlagen van bepaalde soorten kanker, hartziekten en beroertes.
Hoge zoutinname > toename Ca excretie. De invloed op botverlies is nog onduidelijk. K daarentegen
voorkomt de Ca excretie. Voedingsadvies gericht op het voorkomen van botverlies staat gelijk aan
voedingsadvies voor hypertensie.
Bewerkt voedsel bevat het meeste Na. 75% komt hier vandaan. 15% uit toevoegen van zout tijdens
het koken en aan tafel, 10% komt van natuurlijke oorsprong voor in voeding.
Een hoge Na inname leidt ook tot een hogere kcalinname.
Een te lage Na in het lichaam komt niet voort door voeding, maar door het kwijtraken d.m.v. veel
zweten, diarree, overgeven. Zowel Na als water gaan hierbij verloren en moeten worden aangevuld.
Tijdens het sporten verlies je ook Na, maar dit wordt gedurende de dag weer aangevuld.