Psychologie hoorcollege 11
Personality
Wie ben je?
Gedrag? Gevoelens? Waardes? Gedachtes? Ambities? Familie?
Levensgeschiedenis? Groepslidmaatschap?
Persoonlijkheid, typische elementen:
- Stabiel (over tijd en situaties)
- Gedrag, gevoelens, en gedachtes kenmerkend voor een persoon
In de wetenschap spreken we niet over karakter, maar vooral over persoonlijkheid.
Maar?
- Hoe stabiel is persoonlijkheid over situaties? (Bij familie, op feestjes, op werk,
in de werkgroep)
- Hoe stabiel is persoonlijkheid over tijd (kun je op belangrijke manieren
veranderen?)
- Wat hoort er wel en niet bij persoonlijkheid?
- Hoe komt persoonlijkheid tot stand?
Is er een kern?
Oorsprong persoonlijkheid - Nature & Nurture
Veel wetenschappers denken in nature, dus een sterke nature component. Maar dat
sluit nurture niet uit. Een deel wordt ook gevormd door nurture, leertheorie speelt
daarbij een rol.
Trait Theory
- Big 5 (vijf grote persoonlijkheidskenmerken):
Factor Ook wel… Hangt samen met…
Extraversie-introversie Maakt makkelijk vrienden, Meer vrienden/hoger
(Extraversion) zoekt graag drukte op salaris
Hulpvaardigheid- Medeleven, afstandelijjk Beter huwelijk, maar
eigengerichtheid minder salaris
(Agreeableness)
Stabiliteit-Neuroticisme Nervositeit, kalm Lagere kans op
(Neuroticism) depressie
Zorgvuldigheid- Punctueel, gepland/weinig Hogere cijfers, saai
onzorgvuldigheid spontaan gevonden
(Conscientiousness)
Open voor ervaringen- Nieuwsgierig/kunstzinnig Creativiteit/progressieve
gesloten (Openness to politieke houding
experience)
, Latente trekken: een trek die we eigenlijk niet kunnen zien, maar waarvan we wel
vermoeden dat het in iemand zit, dat die er is. En dat die allemaal dingen beïnvloed
die we wel kunnen zien. Bijvoorbeeld:
Extraversie- <- Latente trek
introversie
Bezoekt drukke Praten tijdens
feestjes Gesprekken vergaderingen
starten met
Kanttekeningen vreemden
- Zit persoonlijkheid echt zo in elkaar?
- Voorspellend, maar verre van perfect
- Stabiel, maar niet onveranderlijk
Kortom, wordt veel gebruikt, kan nuttig zijn, maar kanttekeningen zijn mogelijk.
Hoe zijn we op die Big Five uitgekomen? (Kleine geschiedenis)
Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen, en bij elkaar horen. Combineren van
woorden. Bijvoorbeeld: rustig en voorzichtig.
Allport (1936, samen met Odbert) – deelde in op eigen inzicht in clusters
- 18.000 woorden over persoonlijkheid uit het woordenboek
- Woorden passen in clusters – een groep woorden die min of meer naar
hetzelfde refereert (gemeen, onaardig, vijandig)
- Primaire trekken (Central triats)(= stabiel, tellen in bijna iedere situatie voor
een persoon) & secundaire trekken (= die zijn veranderlijk voor een persoon).
Catell (1970, samen met Eber en Tatsuoka) – deelde in met statistische techniek
- Veel vragenlijsten afnemen
- Factoranalyse -> 16 persoonlijkheidsfactoren
- Uiteindelijk teruggebracht naar 5 factoren (Big Five), maar soms dus weer
uitgebreid.
Social-Cognitive Approach
Zetten zich af tegen de Big Five. “Laten we met meer dingen rekening houden dan
alleen de Big Five.” Social cognitieve benadering: persoonlijkheid geleerd door
patronen van denken en gedrag.
Rotter’s Expectancy Theory
- Links met leertheorie
- Gedag volgt omdat: 1. mensen verwachtingen over het gedrag, 2. mensen
waarden hechten aan de uitkomst
- Internals: mensen die voelen dat ze controle hebben over uitkomsten
- Externals: mensen die voelen dat ze geen controle hebben over uitkomsten