Burgerlijk procesrecht jurisprudentie rechtsregels.
Week Arrest Rechtsregel
2 HR Dipasa/Huyton Drie regels:
1. Hoge Raad (3.5.1 en 3.5.2): Beide partijen
moeten voldoende gelegenheid krijgen voor
kennisneming van en uitlating over
ingebrachte stukken. Rechter dient er (ook)
ambtshalve op te letten dat deze regel wordt
nageleefd (art. 87 lid 6 Rv).
2. Hoge Raad (3.5.2): Rechter moet er melding
van maken dat hij hoor en wederhoor heeft
toegepast.
3. Hoge Raad (3.6.3): Rechter dient ook
melding te maken van beslissing op
bezwaar.
De wederpartij dient tijd en gelegenheid te hebben
om behoorlijk van de bescheiden kennis te nemen
om zich voor te kunnen bereiden.
HR V. Rens c.s./Van De rechter dient acht te slaan op binnen de in het
Waalwijk v. Doorn procesreglement gestelde termijn overgelegde
nadere stukken, tenzij de rechter, naar aanleiding
van het door de wederpartij daartegen gemaakt
bezwaar of ambtshalve, gemotiveerd anders beslist
op grond van de bijzondere omstandigheden van
het geval.
Als het landelijk procesreglement is gevolgd wil dit
niet per se zeggen dat voldaan is aan het beginsel
van hoor en wederhoor.
HR Verhoeven/Staat Onmiddellijkheidsbeginsel= rechterlijke beslissing
na een mondeling behandeling wordt, behoudens
bijzondere omstandigheden, gegeven door de
rechter(s) ten overstaan van wie de mondelinge
behandeling heeft plaatsgevonden.
HR Schuldsanering Een advocaat moet een afschrift ontvangen van het
proces-verbaal van een mondelinge
behandeling, als de rechtbank of het hof daarop zijn
uitspraak mede baseert. Het hof moeten nagaan of
de rechtbank een afschrift
van dat proces-verbaal aan de advocaat van
verzoeker had toegezonden, of had het zelf een
afschrift aan de advocaat van verzoeker moeten
doen toekomen, alvorens mede op basis van dat
proces-verbaal uitspraak te doen. Hof mag niet
beslissen op stukken waarover partijen zich niet
hebben kunnen uitlaten.
, HR Autohandel Uitgangspunt is hoor en wederhoor, ieder moet
hiervoor het stuk kunnen snappen. Maar
uitgangspunt, stukken in engels, duits en frans
hoeven niet vertaald te worden. Andere talen
moeten in principe worden vertaald, wordt vanuit
gegaan dat partijen of rechters dit anders niet
kunnen doorgronden.
HR Bistro ‘t Plenkske In hoger beroep heeft een partij die daarom
verzoekt, in beginsel recht op pleidooi.
Slechts klemmende redenen kunnen tot afwijzing
van dit verzoek leiden.
Je hebt recht op een pleidooi, ook al is er geen
memorie van antwoord ingediend (o.g.v. 353 jo. 341
Rv). Het verzoek tot pleidooi wordt afgewezen als:
● De wederpartij bezwaar maakt (alleen bij
klemmende redenen).
● Ambtshalve (alleen bij strijd met goede
procesorde).
● Duidelijk gemotiveerd en redenen voor
afwijzing zijn vermeld.
HR Weef/Artesia Partijen hebben recht op pleidooi. Slechts in zeer
uitzonderlijke gevallen mag een
verzoek om pleidooi worden afgewezen. Hiervoor
moeten door de wederpartij
klemmende redenen worden aangevoerd dat het
verzoek tot pleidooi strijdig is met de
eisen van een goede procesorde.
HR JBPr 2018/19 Het feit dat een pleidooi wordt afgewezen, enkel om
de redenen dat het onnodig is om
de volle omvang van de zaak nogmaals aan de
orde te laten komen én de toewijzing tot
onredelijke vertraging zou leiden, is zonder nadere
toelichting en motivering onjuist.
3 HR Tromp/Regency Geen rechtsregel brengt mee dat, indien de
wanprestatie van de wederpartij van dien aard is
dat zij in beginsel ontbinding van de overeenkomst
rechtvaardigt, de schuldeiser toch van ontbinding
behoort af te zien op de enkele grond dat hij door
een gelijkwaardig alternatief, bijvoorbeeld nakoming
met schadevergoeding, niet in een wezenlijk
nadeliger positie zou komen te verkeren.
HR Van Rooij/erven Van Rechter moet rechtsgronden van de partijen
der Sluijs aanvullen o.g.v. art. 25 Rv. Dit zodat hij het recht