10.3 Ademhaling 5
Waterdruk en ademhalen 5
Adembewegingen 5
Snel stijgen na duik 5
10.4 De nieren 6
Bouw nieren 6
Bouw nefron 6
Ultrafiltratie 6
Van voorurine tot urine 6
Beperkt waterverlies via urine 7
pH-regeling door de nieren 7
Hormonale invloed op de nieren 7
10.5 De lever 8
Transport gifstoffen 8
Homeostase en de lever 8
Functies van de lever 8
Temperatuurregeling
Norm = de waarde die het lichaam altijd probeert te handhaven.
Een regelkring heeft een receptor en effector, die werken samen om op de norm te
blijven. Bij lichaamstemperatuur zijn de temperatuurzintuigen de receptoren. Wijkt de
lichaamstemperatuur af van de norm dan stuurt het regelcentrum impulsen naar de
effectoren die het corrigeren. Bij een te hoge temperatuur is er sprake van een negatieve
terugkoppeling. Terugkoppeling is dat de afwijking van de norm een proces veroorzaakt
waardoor de afwijking wordt gecorrigeerd. Als de invloed remmend is spreekt men van
negatieve terugkoppeling, als de invloed stimulerend is spreekt men van positieve
terugkoppeling.
Regelkring van temperatuur
De kerntemperatuur, de temperatuur binnen het lichaam, is ongeveer 37 ℃. De
temperatuur van de schiltemperatuur, huid en ledematen, is meestal lager dan de
kerntemperatuur. De receptor voor de kerntemperatuur ligt in de hypothalamus. Als de
omgeving koud is, wordt dat geregistreerd door de zintuigjes in de huid. Die geven het door
aan het regelcentrum, als de kerntemperatuur daald word je onderkoeld. De kringspieren in
slagadertjes in de huid vernauwen, zo gaat er minder bloed naar de huid en verliest het
lichaam minder warmte.
Koorts
Bij koorts wordt je lichaamstemperatuur warmer, dit komt doordat de hypothalamus de norm
heeft verheugd. Koorts is meestal een reactie van je lichaam op een infectie. Bij een hogere
lichaamstemperatuur wordt de productie en afgifte van afvalstoffen gestimuleerd, zo wordt
de infectie beter bestreden. Die verhoging van de norm voor de kerntemperatuur vindt plaats
onder de invloed van een cytokine, geproduceerde witte bloedcellen bij ontstekingen.
Interne milieu
De samenstelling van je bloed en je weefselvloeistof, je interne milieu, mag niet te veel
variëren. Elke regelkring heeft een eigen norm. Bij verbranding verandert de samenstelling
van het interne milieu, zonder maatregelen dalen de bloedsuikerspiegel, pH en O2-gehalte
van het bloed en weefselvloeistof. De regelcentra nemen samen met het hormoonstelsel de
juiste maatregelen. Het hart gaat sneller kloppen en de ademfrequentie gaat omhoog,
hierdoor heb je meer O2 en minder CO2. Het hormoonstelsel zorgt dat er meer glucose wordt
afgegeven in het bloed. Het vermogen om het interne milieu voor de cellen redelijk constant
te houden, heet homeostase. Kleine afwijkingen rond de (ideale) waarde zijn geen
probleem, maar er is een bovengrens en ondergrens.
2
, 10.2 Gaswisseling
Zwemtraining
Bij inspanning neemt de ademfrequentie (het aantal ademhalingen per minuut) en de
ademvolume (de hoeveelheid lucht die je bij één ademhaling in- en uitademt) toe.
Vitale capaciteit = de maximale ademvolume.
Ademhalingsorgaan
De twee hoofdbronchiën vertakking zich tot bronchiolen. Kraakbeenringen rond de luchtpijp
voorkomt het dichtklappen van deze luchtwegen bij inademing. De kleinere bronchiën
hebben geen kraakbeenringen, ze zijn omgeven door een spierlaag. Aan het uiteinde van de
bronchiën, komt de lucht in de longblaasjes (alveoli).
Diffusie in de longen
Via diffusie gaat O2 vanuit de longlucht in het bloed in de haarvat, en de CO2 vanuit het
bloed naar de lucht in de longblaasjes. De factoren die de snelheid van de diffusie
beïnvloeden staan beschreven in de wet van Fick.
Wet van Fick: n = DA (Δc/Δx).
n: aantal moleculen dat per seconde oppervlakte A passeert
D: diffusiecoëfficiënt
A: diffusieoppervlak
Δc: concentratieverschil
Δx: diffusieafstand
Ademvolume
Bij uitademen verlaat een deel van de lucht uit je longen, grotendeels komt het in de
buitenlucht terecht en een klein deel blijft achter in de luchtpijp. De lucht die achterblijft heet
‘oude’ lucht, hier zit minder O2 in dan in ‘verse’ buitenlucht. Bij inademen komt eerst de lucht
die nog in de luchtpijp zat de longen in, later de verse buitenlucht.
Dode ruimte = de luchtwegen, omdat hier geen gaswisseling is.
Expiratoir reservevolume = Hoeveelheid lucht die bij een maximale ademhaling extra kan
worden uitgeademd (ERV)
Vitale capaciteit = De totale hoeveelheid lucht die na maximale inademing kan worden
uitgeademd.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper britt6. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.