Kort antwoord op de
doelstellingen Inleiding tot de
rechtswetenschap
Week 1
– het verschil tussen normatieve/prescriptieve uitspraken enerzijds en
descriptieve/feitelijke
uitspraken anderzijds (HC)
Normatief/prescriptieve: Beschrijft hoe iets zou moeten zijn. Het ideaal beeld.
Descriptieve/feitelijke: Hoe iets in de werkelijkheid is.
– het begrip empirisch onderzoek (HC)
Empirisch onderzoek is onderzoek dat is gebaseerd op eigen waarnemingen.
– vier normatieve kennisdomeinen (recht, godsdienst, moraal en fatsoen) (HC)
Zowel Recht, godsdienst, moraal als fatsoen zijn normatief. Ze zeggen hoe we
ons zouden moeten gedragen. Recht is echter een buitenstaander, omdat
Recht je dwingt je aan de voorgeschreven regels te houden. Dit is niet zo bij
de andere drie.
– het verband tussen de verschijnselen waarden en normen (HC)
Waarde zijn dingen waar we waarde aan hechten, zoals vrijheid.
Normen zijn concrete regels waar wij als mensen geacht worden ons aan te
houden.
– verschillen tussen recht en moraal (HC)
Positief recht bestaat uit: Wet, verdragen, jurisprudentie en gewoonterecht.
Moraal zijn normen en waarde gebaseerd op het geen wat het collectief als
goed of fout beschouwd. Straffen gebaseerd op moraal leiden tot een gebrek
aan rechtszekerheid, omdat ieder individu een daad anders beoordeeld.
Straffen gebaseerd op recht leiden tot rechtszekerheid, omdat bekend is welke
straf op welke daad staat.
– positief recht en natuurrecht, rechtspositivisme (HC)
Postief recht= W+V+J+G
Natuur recht= een vorm van recht waarbij wordt uitgegaan van dat bepaalde
rechtsbeginselen van nature zo zijn (door god geven) (denk aan de
waardigheid van een mens).
Rechtspositivisme: is een stroming die vind dat recht alleen uit rechtsbronnen
moet bestaan. Het is een tegenhanger van het natuurrecht.
– genusbegrippen en speciesbegrippen (HC)
, Genus is het soort en species het soort dat daar onder valt
Genus: Recht en Species: Privaatrecht en Publiekrecht
– de rechtsbronnen
Rechtsbronnen:
-Wetten (= geschreven recht)
- Verdagen (= geschreven recht)
- Jurisprudentie
-Gewoonterecht (& rechtsbeginselen) (rechts regels gebaseerd op gewoontes,
gewoontes die een breed draagvlak hebben in de bevolking)
– nationaal en internationaal recht
Nationaal: Recht dat is gemaakt in Nederland en voor Nederland.
Internationaal: Recht dat is gemaakt door bijv. EU en dat geld voor meerdere
landen.
– materieel en formeel recht
Materieel recht: rechten en plichten van burgers en overheden
Formeel recht (= procesrecht): Het gaat over het afdwingen van het recht.
– de belangrijkste rechtsgebieden
– publiek- en privaatrecht
Privaatrecht uitgangspunt: U bent vrij om te doen met u eigendommen wat u wilt.
Publiekrecht uitgangspunt: Overheid is nauw gebonden aan het recht
– de indeling van het recht in functionele rechtsgebieden versus de indeling
klassieke rechtsgebieden
, Week 2
De personen in het privaatrecht
– rechtssubject, natuurlijk persoon, de verschillende rechtspersonen
(art. 2:1, 2:2 en 2:3 BW)
Rechtssubject
Een entiteit die rechten of plichten kan hebben.
Natuurlijk persoon
Een mens van vlees en bloed, kan rechten en plichten hebben.
Soorten rechtspersonen:
Privaatrechtelijke rechtspersonen (kunnen door prive personen worden
opgericht.
- NV’s (Voor bedrijven, met aandeelhouders)
- BV’s (Voor bedrijven, met aandeelhouders)
- Verenigingen (Met leden)
- Stichting (Heeft een doelvermogen, dat staat in de statuten daarin
ook geregeld waarvoor dat vermogen gebruikt mag worden)
Kerken
Publiekrechtelijke rechtspersonen (Overheden)
– de rechten en bevoegdheden van een rechtssubject
-rechtsobject
Een entiteit waarop rechten kunnen rusten
subjectief recht VS objectief recht
Objectief recht:
De regels ordenen de verhouding en de aan de hen toegekende
bevoegdheden en verplichtingen. Ze vormen geen doel op zich en zijn er
voor om steeds weer te worden gepast.
Subjectief recht:
Een bevoegdheid voor een specifiek geval. Het recht dient een doel op
zich.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper larshenckens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.