Begrip en aard van internationaal publiekrecht
Internationale rechtsorde beschermt zwakkere staten. Gw geeft regering de taak om
ontwikkeling van internationale rechtsorde te bevorderen (art. 90 Gw). Gw maakt het ook
mogelijk dat bepaalde internationale rechten rechtstreekse werking hebben of voorrang
hebben op nationaal recht.
Oorsprong internationaal publiekrecht = het ontstaan van onafhankelijke soevereine staten
in Europa (Vrede van Westfalen, 1648: einde 80-jarige oorlog) → onderlinge
rechtsbetrekkingen tussen staten
↓
Veel gebieden in Afrika, Azië en Zuid-Amerika werden onderworpen aan koloniaal gezag →
daar ook 'Europese' internationale recht (nl belangrijke rol: VOC, WIC).
Na WO1 verloor Europa zijn greep op internationale rechtsorde: opkomst VS en SU
maakten einde aan ideologische eenheid van Europa. Na WO2 dekolonisatie → staten
kregen zelfbeschikking
2 termen die verwant zijn met ‘internationaal publiekrecht’:
1. Volkenrecht (recht dat tussen staten geldt)
2. Internationaal recht (= privaat + publiek)
Betekenis en reikwijdte van ‘internationaal publiekrecht’:
1. Internationaal (≠ nationaal recht)
2. Publiek (≠ internationaal privaatrecht)
3. Recht (≠ andere internationale normen
Rechtsbronnen internationaal recht:
1. Gewoonterecht
2. Vedragen
3. Besluiten van internationale organisaties
4. Algemene rechtsbeginselen
→ dualisme = internationale en nationale rechtsorde gescheiden, eerst omzetten
→ monisme = 1 rechtsorde (nationaal + internationaal), voorrang op nationaal recht
Rechtsgevolgen van internationaal recht in nationale rechtsorde worden bepaald door
nationaal recht
,Internationale rechtsorde: EHRM, ISH, IGH
3 kanttekeningen bij scheiding tussen internationaal en nationaal recht:
1. Internationaal recht richt zich ook tot natuurlijke personen
2. Internationaal recht steeds meer betrekking op onderwerpen die door nationaal
recht worden gereguleerd (bijv veiligheid, milieu)
3. Steeds meer staten hebben nationale rechtsorde opengesteld voor toepassing van
internationaal recht
Publieke karakter internationaal recht: beschermt publieke belangen, reguleert uitoefening
van publiek gezag in de internationale gemeenschap
Juridische element internationaal recht:
Niet-juridische normen (bijv aanbevelingen van Algemene Vergadering VN / morele normen
/ politieke overweging) spelen wel rol in internationale rechtsorde, maar worden
onderscheiden van juridische normen aan hand van 2 criteria:
1. Bron van een regel (alleen internationale rechtsbronnen zijn juridisch)
2. Schending norm gekoppeld aan sanctie (alleen bij juridische normen)
Nationale rechtsorde Internationale rechtsorde
Hoogontwikkeld Gefragmenteerd (verschillende
organisaties, heel veel verdragen)
Verticale structuur (tussen staat en burger) Horizontale structuur (tussen staten)
Centraal gezag Decentraal karakter
Rechter → bindende uitspraken Geen ‘automatische wereldrechter’
Grote beleidsvrijheid voor staten
IGH heeft pas rechtsmacht als staat ermee instemt
Bijzondere delen internationaal publiekrecht = specifieke afspraken tussen staten
Recht van de EU is van oorsprong onderdeel van internationaal publiekrecht, maar heeft
zich ontwikkeld tot zelfstandige, geïntegreerde rechtsorde. (heeft verticaal karakter
gekregen, supranationale rechtsorde)
,Vrede en veiligheid
(begrippen blz 340)
→ na WO1: volkenbondverdrag (aanval op 1 = aanval op alle leden, heeft nooit echt gewerkt)
→ na WO2: VN (Veiligheidsraad) (bepaald of geweld tegen een staat mag worden gebruikt)
Geweldsverbod = art. 2 lid 4 VN-Handvest
- Gewoonterecht
- In principe alleen van toepassing op geweld tussen staten, en niet binnen staten
↪ uitzonderingen:
1. Zelfverdediging
2. Gebruik van geweld door / namens VN
(Als staat aan andere staat toestemming geeft om op zijn grondgebied geweld te gebruiken,
geen sprake van geweldsverbod)
Als maatregelen ogv. Hoofdstuk VI niet werken → Veiligheidsraad kan handelen ogv. VII: is
dan niet langer afhankelijk van instemming van de betrokken staten (moet dan wel eerst
vaststellen dat er sprake is van bedreiging / verbreking vrede of agressie: art. 39)
Veiligheidsraad kan dwangmaatregelen opleggen:
- Zonder geweld (art. 41)
- Met geweld (art. 42, als art. 41 niet tot resultaat heeft geleid)
Veiligheidsraad kan staten machtigen om militaire middelen in te zetten om eind te maken
aan bedreiging van vrede en veiligheid. Veiligheidsraad delegeert dan zijn bevoegdheid
Vredesbewaring = instrument waarmee Veiligheidsraad troepen kan zenden om vrede
tussen staten te bewaren
5 kenmerken vredesmachten:
1. Vindt plaats met toestemming van staat waar vredesbewarende troepen worden
gelegerd
2. Troepen worden op vrijwillige basis door lidstaten van VN ter beschikking gesteld
3. Vredesmachten staan onder gezag en commando van Veiligheidsraad
4. Vredesmachten zijn neutraal
5. Vredesmachten gebruiken in beginsel geen geweld (behalve zelfverdediging)
↓
2 ontwikkelingen: (1) bevoegdheid tot gebruik van geweld is uitgebreid (ook om humanitaire
taken te bevorderen / burgers te beschermen) en vredesmachten zwaarder bewapend.
, (2) vredesmachten worden in toenemende mate ingezet voor vredesopbouw
Regering voert het opperbevel over de krijgsmacht. Moet wel vooraf Staten-Generaal
inlichten
Staat heeft ogv art. 51 VN-Handvest recht op zelfverdediging: mag bij ‘gewapende aanval’
geweld gebruiken → hogere drempel dan art. 2 lid 4 ‘gebruik van geweld’
→ in algemeen heeft staat ook bij een dreigende aanval recht op zelfverdediging
Criteria zelfverdediging:
1. Gewapende aanval
2. Meldplicht aan VN-veiligheidsraad
3. Aanvullende voorwaarden: noodzakelijkheid en proportionaliteit
↓
Noodzakelijkheid: er was geen andere mogelijkheid (bijv vreedzame middelen)
Proportionaliteit / evenredigheid: maatregelen staan in zekere evenredigheid tot de aard
en schaal van de gewapende aanval (beoordelingsvrijheid van staat die zelfverdediging
uitoefent)
Ogv art. 51 VN-Handvest kan zelfverdediging individueel en collectief worden uitgeoefend:
Collectief = door 1 of meer staten helpen staat waartegen gewapende aanval is uitgevoerd
Casus Oekraïne
Uitgangspunt = art. 2 lid 4 VN-Handvest (geweldsverbod)
Uitzonderingen =
1. Art. 51 VN-Handvest (zelfverdediging)
a) Voorafgaande gewapende aanval
b) Meldplicht aan VN-Veiligheidsraad
c) Noodzakelijk
d) Proportioneel
2. Art. 39 VN-Handvest (collectieve zelfverdediging)
WEEK 2
Rechtssubjecten
= personen / entiteiten die bekwaamheid hebben om deel te nemen aan internationale
rechtsorde
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper siennahooftman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,92. Je zit daarna nergens aan vast.