Hoorcollege 1: Introductie (1)
De cursushandleiding is de routekaart voor deze cursus.
Vormgeven van onderwijs → INSTRUCTIONAL DESIGN
- Onderzoek naar leren
- Onderzoek naar instructie
SUPRA: EU
MACRO: Nederlandse overheid
MESO: Scholen/opleidingen
MICRO: Docenten/uitgevers
NANO: Leerlingen
Januari 2021: Wetenschappelijke curriculumcommissie
https://www.curriculum.nu/
Basisonderwijs en voortgezet onderwijs
Kerndoelen
- Referentiekader en verantwoording
- Bij PO en VO staan deze in hoofdlijnen vast
Examenprogramma’s.
- Doelen en inhouden
- Per vak of leergebied
Eindtermen
- Centraal examen of schoolexamen
Maar vervolgonderwijs dan?
Onderwijsinspectie is verantwoordelijk voor het controleren van de kwaliteit. Dit
is bij het MBO scholen. Bij HBO en universiteiten is er veel vrijer, uiteindelijk sluit
dit aan op de behoeftes van bedrijfsleven en beroepspraktijk. Strategische
agenda. In prestatieafspraken worden deze allen genoteerd; in lijn met de
strategische agenda. Dit allen door het Nederlands-Vlaams
accreditatieorganisatie (NVAO).
,VALCKE THEMA 1: Wat is onderwijskunde?
Situaties waarin leren en instructie centraal staan. Vaak hebben deze situaties
een informeel karakter. De context waarin dit leren in instructie wordt opgezet is
enorm breed, en over het algemeen een breed scala aan formele en informele
contexten. Het is toepasbaar op alle leeftijdsgroepen die leren in traditionele en
alternatieve contexten.
Didactische werkvormen (Instructiestrategieën)
Concrete acties van een instructieverantwoordelijke om leeractiviteiten bj
lerenden uit te lokken. Visie van de leraar op leren en instructie speelt hierbij een
grote rol. Daarmee hangt er dus een grote samenhang tussen de gekozen
leerdoelen leerstof, media en evaluatie.
Huiswerk bijvoorbeeld zou niet het doel moeten hebben om de leerprestaties te
verbeteren. Zeker bij jonge kinderen heeft het weinig effect en zou het doel meer
gericht moeten zijn op sociale en culturele interactie. Pas vanaf het secundair
onderwijs heeft het net om als middel in te zetten voor leerprestaties (Cooper,
1989, p.90).
Media verwijst naar de gematerialiseerde vorm van leerstof en/of tools/middelen
die men gebruikt bij de didactische werkvorm: boeken, projectoren, computer,
bord, fiches, zelfstudiepakket, website, e-learning omgeving… Bij tabel 1.9 van
Hattie (2009, p. 81-82 Valcke) vind je indicaties terug dat niet alle mediagebruik
even succesvol is. Media op zich hebben niet direct een belangrijke invloed.
Echter geïntegreerde gebruik van media wel.
1. Traditional Learning (Classroom)
2. E-Learning (Online)
3. Blended Learning (Classroom/Online)
4. Flipped Classroom (Classroom/Online/Immediate feedback)
Handboeken kunnen helpen bij onderwijsinnovatie: “There seems, to be a
substantial case for regarding textbooks as a change effective agents of change.
Far from being a problem, as some education lists have concluded, a good
textbook, properly used, can provide an excellent vehicle for effective and long-
lasting change.”
Samenhang didactische handelen
→ Leerdoelen, leerstof, didactische werkvormen, media, toetsing.
Toetsing neemt een centrale plek in. Verschillende toets aanpakken hebben een
diverse effectsize.
, Dochy plaats bijvoorbeeld toetsing als instructiemethode, door aan het begin,
tussentijds en aan het einde van het instructieproces te toetsen. Evaluatie komt
continu terug, en de bedoeling, functionaliteit uit zich sterk in al het toetsen. Dit
toont bij volwassenenonderwijs, afstandsonderwijs, maar ook bij
bachelorstudenten een grotere betrokkenheid en betere zelfreflectie.
Referentiekader op mesoniveau
De context speelt op dit niveau een belangrijke rol. Die bundelt personen,
organisaties. Deze stakeholders hebben er belang bij dat instructie op
mesoniveau op een bepaalde manier wordt ingericht. Het gaat veel meer om de
groepen, teams, klassen, instelling in plaat van het didactische handelen op
microniveau.
De context kan je ook zien als bagage, rugzak, die lerende meebrengen vanuit
hun thuiscontext. Deze heeft een directe invloed op de kenmerken van de
lerende, maar beïnvloedt ook de totale leer- en instructie context. Welke
organisatie aanpak? Tijdsplanning? Werkvormen?
Organisatie heeft alles te maken met de faciliteiten tussen actoren, variabelen en
processen.
Actoren zijn op mesoniveau geen individuen maar vooral teams, groepen en/of
reeds geïnstitutionaliseerde eenheden, zoals begeleidingsorganisaties, scholieren
raden, CLB.
Didactische handelen vinden we terug in de vorm van algemene beslissingen,
richtlijnen, aanpakken voor de instructie, toetssystemen.
Hierbij wordt er impliciet of expliciet beslissingen genomen over de aard van de
doelstellingen die worden nagestreefd in de diverse opleidingen en
programma’s. Denk hierbij aan het curricula en kenmerken hiervan zoals
herhalen, strategieën, concrete kennis, nadruk op spelgebaseerde aanpakken of
sociale vaardigheden.
Media wordt ingezet als interactie middel voor het beter onthouden, analyseren,
leren, evalueren van kennis. Op pagina 94 worden verschillende voorbeelden
genoemd.
FIGUUR PAGINA 86
Referentiekader op macroniveau
Het niveau van beleidsorganen, organisaties, beleidsmakers, beslissingnemers,
visie ontwikkelaars, innovatiedeskundige. Vertegenwoordigers van een hogere
instantie.