Ondernemerschap in hoofdlijnen
Samenvatti ng: H1, H2, H7, H3, H4, H8.1 t/m 8.4, H9.1, 9,2 en 9.4, H10 + extra rekenen
en extra stof op bright space.
H1: ondernemerschap
Coördinatie: de ondernemers is een burg tussen de verschillende productiemiddelen door
toepassingen te bedenken voor nieuwe kennis en inzichten en deze te laten uitvoeren.
Invloed op vraag en aanbod van de markt.
Arbitrageant: de ondernemer is een arbitrageant, hij koopt en verkoopt producten om meer
winst te maken.
Innovatie: zoeken naar mogelijkheden die nog niet (ten volste) worden benut door anderen.
Risico: onderscheidt tussen meetbare- en herkenbare risico’s.
Ondernemer: is iemand die nieuwe combinaties uitvoert en daar mee discontinuïteit
veroorzaakt.
Ondernemen: het uitvoeren van nieuwe combinaties waarbij discontinuïteit wordt
veroorzaakt.
Definities ondernemerschap:
Innovatie: ondernemen is het uitvoeren van nieuwe combinaties waarbij discontinuïteit
wordt veroorzaakt. Boek
Persoonlijk: voor eigen rekening en risico starten en leiden van een onderneming die streeft
naar winst. Belastingdienst
Economische functie; creëren van oplossingen voor marktkansen.
Nieuwe combinaties kunnen worden gevonden door:
1. Het introduceren van nieuwe producten of nieuwe diensten, of een verbeterde
kwaliteit.
2. Het introduceren van nieuwe productieprocessen
3. Het aanboren van nieuwe markten (geografische markten of nieuwe klantgroepen)
4. Het gebruikmaken van andere grondstoffen of halffabricaten.
Discontinuïteit: een ondernemer creëert waarde die er tot dan toe nog niet was voor de
maatschappij.
Disruptie: een product/ dienst wordt aangeboden die er eerst nog niet was.
3 typen ondernemers:
Type 1: organiserende ondernemer
- Managen eigen bedrijf
- Zonder een innovatief idee
- Stuurt het bedrijf aan
- Eigenlijk een MKB (eigen winkel, adviesbureau)
Inkomen stijgt langzaam, vlakt op een gegeven moment af, heeft een plafond.
Type 2: innovatie ondernemer
- Begint bij een nieuw idee
1
, - Daarna pas een bedrijf opstarten
- Innovatieve startups
- Ook binnen bedrijven (intrapreneurs)
- De ondernemer is altijd opzoek naar verandering, reageert erop en ziet het als een
kans, een mogelijkheid.
Inkomen begint met verlies maar als het eenmaal stijgt heeft het geen plafond. Techstartups
Type 3: ZZP’ers/ freelancers
- Mensen met een specialisme
- Van opdracht naar opdracht
- Eenmanszaak
- Verhuren zichzelf voor uurtarief
Inkomen van een ZZP’er gaat in pieken en dalen, hun inkomen heeft wel een plafond.
De 3 O’s van de starter:
1. Ondernemer, persoon
2. Onderneming, de organisatie
3. Onderpand, de financiën
De ondernemer zelf moet ook over bepaalde eigenschappen beschikken, het
ondernemerschapsspectrum:
1. Competenties op persoonsniveau
- Doorzettingsvermogen hebben, zelfopgelegde standaarden nastreven, omgaan met
tegenslag, zelfvertrouwen hebben/ zelfsturend zijn, risico’s nemen, initiatief nemen/
verantwoordelijkheden zoeken, ambitieus en energiek zijn, met tweeslachtigheid en
onzekerheid kunne omgaan.
2. Competenties op uitvoerend niveau (vaardigheden en kennisniveau)
- Doelen stellen, interpersoonlijke vaardigheden (overtuigen), communicatieve
vaardigheden, vaardig in het denken, externe partijen gebruiken, kennis vergaren,
financiële vaardigheden, bedrijfskundige kennis.
3. Competenties op strategisch niveau (specifieke ondernemerschapskennis)
- Weet hoe hij winstgevende kansen kan ontdekken, weet hoe hij de meest
aantrekkelijke markten kan identificeren, weet op welke manier hij bezittingen kan
gebruiken om een onderneming te starten, weet op welke manier hij
concurrentievoordeel kan creëren.
Ondernemerschap kan je op beleidsniveau onderzoeken macroniveau en op het
niveau van de ondernemer zelf microniveau.
Macroanalyse: ondernemerschap heeft een grote groei doorgemaakt in Nederland. In
2016 zijn Nederlander minder betrokken bij startups door: 1.) tijdens de economische
crisis zijn er minder bedrijven gestart 2.) meer bedrijven zijn doorgegroeid dus geen
starter. Intrapreneurship: ondernemerschap in loondienst, komt steeds meer in NL.
Microanalyse: motieven bij startende ondernemers is de uitdaging van het ondernemen
en eigen baas zijn. Problemen bij ondernemers zijn: te late betalingen door klanten,
sterke concurrentie, financiële administratie, ontwikkelen van afzetgebied, laag
rendement en prijsstelling.
2
, Bij het starten van een onderneming moet rekening worden gehouden met 3 punten:
1. Nadenken: succes van een onderneming is groter wanneer een ondernemingsplan
geschreven wordt. 1.) de ondernemer moet nagaan of hij de juiste competenties
heeft. 2.) nadenken over idee. 3.) markt bepalen. 4.) rechtsvorm kiezen.
2. Registreren: de ondernemer moet zich registreren bij de kamer van Koophandel en
bij de belastingdienst.
3. Handelen: de ondernemer heeft nu een bedrijf en alle activiteiten worden
uitgevoerd onder de naam van de onderneming.
H2: ondernemingsplannen
3 doelen van een ondernemingsplan:
1. Nagaan of een idee haalbaar is en voldoende oplevert om daar alle energie en
middelen in te steken.
2. Gebruiken als projectplan, om activiteiten op het juiste moment te starten en om
regelmatig te reflecteren op de werkelijke voortgang.
3. Investeerders of financiers te overtuigen van de winstgevendheid van het bedrijf in
relatie tot de risico’s.
Een ondernemingsplan bestaat uit 3 verschillende onderdelen
1. Het strategische plan: waarom bestaat de onderneming? Wat gaat de onderneming
doen? Hoe gaat de onderneming deze doelen halen?
2. Het commerciële plan: wie zijn de klanten? Wat willen de klanten? Hoe kan de
ondernemer deze klanten benaderen?
3. Het financiële plan: Wat moet er worden aangeschaft en welke andere
verplichtingen zijn nodig bij het starten van de onderneming?
Investeringsbegroting. Waar haalt de ondernemer het geld vandaan? Hoeveel winst
levert het ondernemen op? Hoeveel geld is er in de kas?
Strategisch plan: waarom, wat en hoe gaat de ondernemer ondernemen en het
strategische plan + omgevingsanalyse.
1. Missionstatement: geeft antwoord op de waaromvraag: het bestaansrecht, de wat-
vraag, doelen die bereikt moeten worden en hoe-vraag: de waarden binnen het
bedrijf.
2. Strategie: de manier waarop de taakopvattingen en doelstellingen behaald gaan
worden. De strategie voor een onderneming is het lange termijn pan dat zicht geeft
op de plaats van de onderneming in de bedrijfskolom en waarin de onderneming
aangeeft welke middelen zij wil inzetten om het missionstatement te realiseren.
a. Langetermijnplan: een plan met een focus op gebeurtenissen die kunnen
plaatsvinden in de komende jaren.
b. Plaats van de onderneming in de bedrijfskolom: een bedrijf kiest een plek tussen
de ruwe grondstof en de klant.
c. Middelen: zowel financiële middelen als klantvriendelijkheid enz.
d. Missionstatement: de visie van de ondernemer wordt vertaald in een missie voor
de onderneming. Waarden en doelen die bereikt willen worden, worden
genoemd.
3. Omgevingsanalyse: De omgeving waarin de onderneming gaat opereren.
Onderscheidt tussen een trendanalyse, een concurrentieanalyse en een
organisatieanalyse.
3