100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Nectar 5 VWO, biologie €6,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Nectar 5 VWO, biologie

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een samenvatting van het volledige boek van Nectar 5 VWO. Er staan ook tips in.

Voorbeeld 3 van de 26  pagina's

  • Ja
  • 25 oktober 2021
  • 26
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5525)
avatar-seller
spciere
H9 Bloedsomloop
Wederom staat van dit hoofdstuk erg veel in binas, oefen met het aflezen van de juiste informatie.
Houd met het leren van de samenvatting je binas ernaast! (Probeer dit standaard te doen met
biologie leren).
9.1 Hart en bloedsomloop
Insecten hebben een open bloedsomloop met een groot bloedvat aan de rugzijde. De gespierde
delen (kamers) pompen het (celloze) bloed door de hartbuis naar de kop. Het stroomt terug en
doorbloed de organen. Het O2 transport gaat niet via het bloed, maar via tracheeën. Vissen hebben
een enkelvoudige gesloten bloedsomloop, een hart met 1 kamer en 1 boezem. Via de kieuwen
neemt het O2 op en stroomt het door de rest van het lichaam. Door zwemmen verhoogt de
stroomsnelheid van bloed. De rest heeft allemaal een dubbele bloedsomloop (Binas 84A). Bij vogels
en zoogdieren zijn de linker- en rechterkant gescheiden door een tussenschot. De dubbele gesloten
bloedsomloop zorgt ervoor dat er snel en gericht veel O2 rijk bloed naar organen kan.
Kleine bloedsomloop: De rechterkamer pompt O2-arm bloed door de longslagaders naar de longen,
waar het bloed in de longhaarvaten O2 opneemt en CO2 afgeeft. O2-rijk gaat via longaders naar de
linkerboezem. Grote bloedsomloop: de linkerkamer popt O2 rijk via de aorta en slagaders naar
organen waar het O2 afgeeft. O2-arm stroomt via aders en komt in de holleaders van de
rechterboezem terug. Samen vormen de kleine en de grote een dubbele bloedsomloop. De aorta is
de hoofdslagader, hij vertakt zich in slagaders naar verschillende organen. De eerste vertakking is de
kransslagader die het O2 rijke bloed aan de hartspier zelf voert. Het O2 arme bloed vanuit armen en
hoofd komen via aders in de bovenste holle ader, de rest in de onderste. De poortader is het bloed
wat van de darmen naar de lever stroomt. In de haarvaten vindt de uitwisseling van stoffen plaats.
Beide helften krijgen evenveel bloed. De boezem ontvangt bloed uit aders en de kamers persen het
weer het hart uit naar slagaders (Binas 84C1, 84D1). De hartslag bestaat uit 3 fasen: vullen van
kamers, leegpersen en een pauze. Links en rechts is dat tegelijk. Dit herhaalt: de hartcyclus. Met
vullen zijn zowel kamer als boezem ontspannen: de diastole. Met het stromen van bloed vanuit
boezem naar kamer zijn boezems aangespannen: boezemsystole. Daarna trekken kamers samen:
kamersystole (hartkleppen tussen kamer en boezem sluit door druk, slagaderkleppen open
(longslagader en aorta)) Kijk in Binas, en begrijp wat er staat. Wanneer kamers zich ontspannen daalt
de druk tot onder de druk in de slagaders ->slagaderkleppen sluiten. Met een stethoscoop hoor je
twee tonen (binas 84D3), sluiten hartkleppen en sluiten slagaderkleppen, dan een pauze. Je hartspier
train je door inspanningsoefeningen waardoor je hartslagfrequentie varieert. Je hart klopt sneller en
krachtiger waardoor hij dikker en krachtiger wordt.
Voor de geboorte spelen in de embryonale bloedsomloop de longen nog geen rol. Longhaarvaten
geven weerstand waardoor de baby onnodig energie verliest. De baby krijgt voedingsstoffen en O2
van de moeder via de navelstreng uit de placenta. O2 rijk en O2 arm bloed mengen in de lever en
onderste holle ader (Binas 84B). In de rechterharthelft zit gemengd bloed met genoeg O2. Het bloed
stroomt voor de geboorte via een verbinding tussen rechter- en linkerboezem, het ovale
venster/foramen ovale, van links naar rechts. Ook stroomt er bloed tussen longslagader en aorta via
ductus Botalli. Wanneer de navelstreng bij geboorte afgeknipt wordt, scheiden de grote en kleine
omloop pas volledig. 1. Bloedvaten tussen navelstrengader, holle ader en lever sluiten af en
verschrompelen bloedvaten van de navelstreng (binas 84B). 2. Baby huilt, longen vullen met lucht en
ontvouwen. Lucht heeft minder weerstand dan vruchtwater dus grotere bloedstroom gaat vanuit
hart naar longen en terug. 3. Druk linkerharthelft is groter, ovale venster sluit en vergroeit het met
het tussenschot van de boezems. 4. De ductus Botalli sluit, er blijft bindweefsel over, het bloed uit
rechts gaat nu door longhaarvaten. Bij 1/5 sluit het ovale venster niet helemaal, later kunnen er
problemen ontstaan doordat organen bij inspanning onvoldoende O2 rijk krijgen.

,8.2 Bloeddruk
De bloeddruk ontstaat door kamersystole, ze persen binnen een seconde elk 160mL bloed door de
slagaders. De twee golven rekken de wanden van de slagaders uit. De bloeddruk in de slagaders gaat
tijdelijk omhoog, dit is de systolische druk/bovendruk (binas 84D). Eerst is uitrekken makkelijk,
daarna moeilijker, hierdoor dempt de drukverhoging. Wanneer slagaderkleppen sluiten veren de
slagaderwanden terug. Bij de diastole neemt de bloeddruk af tot de basiswaarde: diastolische
druk/onderdruk. De veerkracht van de slagaders en de kwaliteit van de bloedvaten spelen een rol bij
het rondpompen van bloed. Wanneer er kleine littekens op de normaal gladde wand komen verdikt
dit de wand. Dit kan leiden tot atherosclerose: vernauwing en verstijving van een bloedvat wat het
transport verslechtert. Cholesterol is daarbij belangrijk.
De eenheid van bloedruk is Pa. Klassieke bloeddrukmeters geven de waarden in mm kwikdruk (1mm
Hg=0,1333 Pa). Bij het meten van de bloeddruk legt de arts een manchet rond de bovenarm die hij
oppompt tot hij 26,0 kPa afleest op de bloeddrukmeter. De armslagader is dicht, er is geen polsslag.
Hierna draait hij de manchet een beetje open -> de druk in de manchet neemt af tot hij iets lager is
dan die van de systole in de linkerkamer. Dan hoor je steeds een golfje bloed gaan, de waarde hier is
de bovendruk. Wanneer het bloed weer normaal stroomt meet hij de onderdruk en verdwijnt het
persgeluid van de golfjes bloed. Hoe dichter bij het hart, hoe hoger de bloeddruk.
9.3 Regeling hartwerking
Ecg (elektrocardiogram) is een grafiek van de registratie van de elektrische activiteit in de boezems
en kamers. Dit wordt geregistreerd via 10 elektroden over het lichaam die meerdere ecg-lijnen
opleveren. Hieruit haalt de arts info en locaties over een infarct. Het samentrekken van hartdelen
komt door het prikkelgeleidingssysteem. Hij begint bij de sinusknoop (boezemknoop) in de wand van
rechterboezem. (Binas 84D2). De sinusknoop geeft prikkels af in een ritme dat beïnvloed wordt door
de zenuwen. Door het stroompje trekken spiervezels in de buurt samen, wat weer leidt tot nog meer.
Hierdoor trekken beide boezems tegelijk samen. Op de grens van boezem en kamer komt het
stroompje de AV-knoop tegen. Die zorgt voor een vertraging van 0,15s voor het samentrekken van
kamers. Vanuit hier loopt de bundel van His die vertakt zich, aan het einde van deze vertakking
verspreiden prikkels zich in Purkinjevezels over de wand van de kamers. Hierdoor wordt het bloed in
de kamersystole naar boven gepompt.
De ecg toont de elektrische activiteit van het samentrekken en ontspannen van de hartdelen. 1
hartslag bestaat uit 3 toppen. P-top: samentrekken boezems. Qrs-complex: samentrekken kamers. T-
top: ontspannen van de kamervezels. Het stukje tussen P en QRS komt door de AV-knoop. Dit staat
ook in Binas. Elke elektrode registreert de activiteit van verschillende hartspierdelen onder een
andere hoek van het hart. Een afwijkend patroon kan wijken op een probleem als een O2 gebrek of
afsterving van spierweefsel door infarct.
Het hartminuutvolume is 4,9L. Slagvolume: hoeveelheid bloed die een kamer per hartslag
wegpompt, deze wordt groter bij hoge inspanning. Ook de kracht van samentrekken neemt dan toe -
> hogere bloeddruk en groter hartminuutvolume. Ook stress beïnvloedt het hmv. Dit komt doordat
de sinusknoop de hartspier activeert, zenuwen en hormonen beïnvloeden het ritme van de prikkels
waardoor het hmv tot 25L kan oplopen. Je lichaam verdeelt het extra bloed goed. Bij inspanning
hebben je hersenen niet zo veel nodig, maar beenspieren wel. Aanpassing van bloedverdeling gaat
via kringspiertjes rond de kleine slagaders, voor de haarvaten in de organen. Ze trekken samen
wanneer er minder bloed nodig is.



9.4 Stoffentransport
Bloed zorgt voor aan en afvoer van stoffen bij organen. De meeste stoffen zijn in bloedplasma
opgelost (binas 84H). De bloedsamenstelling bestaat uit bloedcellen en stoffen als ionen van zouten,
voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen, gassen (O2, CO2, N2). Ook zitten er in bloedplasma eiwitten

, die zorgen voor het transporteren van moeilijk oplosbare stoffen (Fe en vetten). Of ze zorgen voor
afweer of zorgen voor bloedstolling. Eiwitmoleculen bestaan uit lange ketens aminozuurmoleculen.
Ze zijn niet opgelost in plasma maar zeer fijn verdeeld, ze vormen een colloïd. Ook zitten er nog rode
en witte bloedcellen en bloedplaatjes in het plasma. Deze ontstaan in het rode beenmerg (binas 84l).
Dit bevindt zich in platte beenderen en in gewrichtskoppen van opperarm en dijbeen en in wervels.
Uit stamcellen van het rode beenmerg ontstaan 2 x 10 rode bloedcellen. De lever en milt breken die
11



ook weer af dus de hoeveelheid blijft constant. Rode bloedcellen transporteren O2 en CO2. Witte
bloedcellen helpen bij afweer tegen ziekteverwekkers en bloedplaatjes spelen een rol bij
bloedstolling.
Zuurstoftransport is heel belangrijk. Rode bloedcellen zorgen ervoor dat er veel vervoerd wordt. Ze
hebben geen kern en sommige organellen (mitochondriën bv) ontbreken waardoor ze meer ruimte
hebben voor zo 200-300 miljoen hemoglobinemoleculen. Die bestaat uit 4 eiwitketens met elk een
heemgroep (67H2). Die bevat een ijzer-ion -> bloed donkerrood. O2 bindt aan ijzerionen waardoor er
helderrood oxihemoglobine (HbO2) ontstaat. De bindingsreactie tussen Hb en O2 is een
evenwichtsreactie. Er vindt geen elektronenoverdracht plaats. Het is een oxygenatie: een losse
binding die makkelijk verbreekt, in tegenstelling tot oxidatie.
Naast Hb kan myoglobine (Mb) ook binden met O2. Mb is een eiwit dat zich in de hart en
skeletspieren bevindt. Mb kan O2 binden en opslaan als reservevoorraad. Doordat Mb een hogere
affiniteit heeft voor O2 kan het O2 overnemen van Hb. Wanneer er hoge inspanning is kunnen
spieren met O2 uit Mb nog even door. Ook hier is weer een evenwichtsreactie met product MbO2
(Binas 83D). De Mb curve is een parabool, die van Hb een s. Hb kan O2 binden bij plekken met hoge
pO2 (longen) en ergens anders weer loslaten (spieren). Mb kan dit niet want die geeft bij miniwaarde
pas O2 af. Sommige sporters slapen in een zuurstoftent, door de lagere pO2 gaat hun lichaam meer
rode bloedcellen produceren. Bloed kan meer O2 vervoeren als er meer rode bloedcellen zijn. In een
vliegtuig is de O2 verzadiging in het bloed van de longen ook 98%.
In de longen ligt het evenwicht bij rechts, HbO2 want Hb raakt 96% verzadigt met O2. In weefsels is
dat maar 75%, er is dus 22% afgifte aan omgevende cellen. Het evenwicht ligt dan bij links. Door een
hogere temperatuur of hoge pCO2 (CO2 concentratie) nog meer naar links. CO2 komt vrij bij
verbranding in de spieren. CO2 verlaagt HbO2 doordat het de plek van O2 inneemt op de heemgroep
en het geeft een daling van de pH door een reactie met water -> minder O2 bindingen aan Hb. Bij
extra O2-afgifte door oxiHb vanwege hogere pCO2, lagere pH of hogere temperatuur heet het Bohr-
effect. Oefen met rekenen, hier komt bijna altijd een vraag over. Het koolstofdioxidetransport van
weefsels naar de longen verloopt langs drie wegen. 5% lost op in bloedplasma. De rest diffundeert de
rode bloedcellen (83E). 25% daarvan bindt als CO2 aan globine-eiwitten van Hb tot HbCO2. De rest
reageert met het enzym koolzuurhydrase tot H2CO3. Dat splitst in HCO3- en H+. H+ bindt als O2 aan
Fe+ tot HbH. HCO3- diffundeert vanuit de rode bloedcellen het bloedplasma in. Cl- zorgt ervoor dat
HCO3- geen ladingsveranderingen veroorzaakt. In haarvaten en longblaasjes in het andersom, CO2
komt brij en diffundeert naar longblaasjes waar je het uitademt.
De werking van enzymen hangt af van pH, die mag daardoor niet te veel schommelen. Dankzij
heemgroepen en eiwitten binden H+ ionen waardoor de pH niet 3 is i.p.v. 7,35 en 7,45. Hemoglobine
en eiwitten zijn bufferende stoffen en werken als pH-buffer. Daling van pH en verhoogt pCO2 in het
bloed zijn prikkels om sneller te ademen. Ook de hartslagfrequentie stijgt wat de afvoer van CO2
versnelt.
9.5 Bloedvaten
Bloedvaten zijn buizen die bestaan uit cellen. De wanden bestaan uit 3 lagen (84C2). Dekweefsel:
(endotheel) is de binnenste. Basale membraan: versterkt het dekweefsel met een membraan van
eiwitten en collageenvezels. Dit zorgt ervoor dat tumorcellen niet in het bloed komen. Daarna heb je
glad spierweefsel en dan bindweefsel. Dekweefselcellen in grote bloedvaten zijn glad en sluiten strak
tegen elkaar aan -> bloed stroomt snel. In haarvaten (capillairen) is alleen een dekweefsel

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper spciere. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
  Kopen