Hoorcollege 1 – Introductie
Management van organisaties
- Klassieke managementtheorie:
Een samenhangend stelsel van opvattingen over de wijze waarop organisaties in hun
geheel bestuurd zouden moeten worden. Het zijn algemene principes die overal
gelden waar mensen samenwerken.
- Maar in de praktijk:
Veel medewerkers worden met managementtheorieën om de oren geslagen en
aangespoord tot ontwikkeling, synergie, bezieling en meesterschap, terwijl hun
ervaring daar haaks op staat: de ervaring van graaien, naaien en piepelen.
Deframing in deze cursus
- Vrije vertaling van deframing = ontrafelen/doorgronden
- Deframing:
• Analyseren hoe concept werd en wordt gedefinieerd en geconstrueerd
• Analyseren van de kwaliteit van het raamwerk waaraan dit concept wordt
gekoppeld
• Het analyseren van deze connectie tussen het raamwerk en het concept zelf
• Analyseren van de toepassing van dit concept in de praktijk
→ Deframing betekent zeker niet simplificeren!
Deframing van management van organisaties
- Complexiteit van management van organisaties:
• Complexiteit door wijdverbreid landschap van verschillende organisaties
• Complexiteit binnen organisaties en het managen ervan
- Deframing:
• Deel 1 van de cursus: overzicht van organisatietypen en elementen die de
indeling bepaalt (actoren, coördinatiemechanismen, designparameters,
situationele factoren)
• Deel 2: diepere analyse middels organisatieconcepten
Leerdoel 1: Definiëring/deframing management en organisatie
- Kennis en begrip van de verschillende (theoretische) organisatiestructuren en de
daarmee samenhangende managementmechanimsen die worden onderscheiden in
de organisatie- en managementwetenschappen
- Onderdeel van deel 1 cursus: complexiteit tussen organisaties en
managementmechanismen
Leerdoel 1: Definiëring organisatiestructuren in het bijzonder
- Ondernemersorganisatie
- Machineorganisatie
- Professionele organisatie
- Gedivisionaliseerde organisatie
- Innovatieve organisatie
- Zendingsorganisatie
- Politieke organisatie
,Leerdoel 1: Definiëring management in het algemeen
- Conflict over leiderschap = management?
- Net als door Yukl door elkaar gebruikt maar verwezen naar hetzelfde
• ‘the behavior of an individual … directing the activities of a group toward a
shared goal’ = besturen/beheersen
• ‘the process of making sense of what people are doing together so that
people will understand and be committed’ = begrijpen
- Management = het proces van begrijpen en besturen/beheersen van een entiteit
Leerdoel 1: Definiëring management mechanismen in het bijzonder
- Mintzberg’s 10 rollen
Leerdoel 2: Organisatieonderdelen
- Kennis en begrip van de verschillende
organisatieonderdelen en de rol die zij
spelen in het management van
organisaties, met in het bijzonder
aandacht voor de ‘techno structuur’
(HRM), ‘de strategische top’ (het
hogere management), ‘het
middenkader’ (lijnmanagement), de
ondersteunende diensten, ‘de
uitvoerende kern’ (werkvloer), en de
organisatieomgeving (institutionele
context)
Leerdoel 3: Organisatieconcepten
- Kennis en begrip van diverse
organisatieconcepten ingebed in de
verschillende organisatieonderdelen
over de omgang met en aansturing van organisaties (oftewel management): in het
bijzonder people management, lean management, (public service) motivatie,
medewerkerspersoonlijkheid en organisatiecultuur
, - Concepten
Remember: management = begrijpen en richting geven
- Organisatiecultuur (begrijpen)
- People management (richting geven)
- Evidence based management (richting geven)
- Lean management (richting geven0
- Motivatie (begrijpen)
- De gepsychologiseerde werkomgeving en werknemer (begrijpen)
Leerdoel 4: Reflectie op organisatieconcepten
- Geleerd kritisch te reflecteren op organisatieconcepten en de toepassing daarvan in
praktijksituaties, middels een tweetal criteria, te weten interne en externe
coherentie (fit) en evidence based
- Criterium 1: interne en externe coherentie (fit)
- Criterium 2: evidence based management
- Mensen zijn een combinatie van twee cognitieve systemen:
1. Intuïtief, associatief/causaal, snel, maar nadeel is dat het niet
analytisch/diagnostisch is
2. Rationeel-kritisch, maar nadeel is dat traag en lui
Leerdoel 5: Het proces bereiken andere leerdoelen
- Vaardigheden ontwikkeld om empirische analyses te maken van actuele
organisatievraagstukken en de rol daarin van de verschillende organisatieonderdelen
en organisatieconcepten, met daarbij aandacht voor de rol van de specifieke
organisatieomgeving
, Hoorcollege 2 – Organisatietypen en haar attributen
Agenda
- De organisatietypen, op basis waarvan?
- Ontwerpparameters
- Organisatieonderdelen
- Coördinatiemechanismen
- Situationele factoren
- Huishoudelijke mededelingen
Organisatietypologie van Mintzberg
- Configuratie van op elkaar afgestemde ‘building blocks’
• Building block 1: organisatieonderdelen
Eenheden waar de werkprocessen vorm krijgen
• Building block 2: coördinatiemechanismen
De wijze waarop de werkprocessen worden beheerst (m.a.w. managen)
• Building block 3: Ontwerpparameters
Alle kenmerken via welke de organisatiestructuren beschreven, ontworpen en
verbeterd kunnen worden
• Building block 4: situationele factoren
Vaststaande ‘omgevingsfactoren’ die bepalend zijn voor de keuze van
ontwerpparameters
Building block 1: Ontwerpparameters (1)
- Knoppen die men kan indrukken om organisatie te ontwerpen
Building block 1: Ontwerpparameters (2)
- Basisarbeidsverdeling:
• Horizontale taakspecialisatie: vernauwing van taken
• Verticale taakspecialisatie: uitvoering los vd zeggenschap
- Formalisatie/standaardisatie:
• Functiebeschrijving
• Inhoud werk (volgorde uitvoering taken)
• Regels (voorschriften kleding, formulieren etc)