Alle werkgroepen omgevingsrecht
Franka Huizing
Duurzame overheid
, Franka Huizing
REV3D
Oefenvragen Lesweek 1
Vak/ module/ onderdeel: Specialisatie Overheid/Duurzame overheid/Omgevingsrecht
Onderwerp: Inleiding
Bestuderen
Literatuur M.N. Boeve en F.A.G.
Groothuijse, Omgevingsrecht,
Amsterdam: Europa Law
Publishing 2019, (zesde druk)
Hoofdstuk 1 (niet: 1.5.2),
Hoofdstuk 5 (niet: 5.2, 5.3, 5.5,
5.6), Hoofdstuk 6 (alleen 5.5 en
5.6), Hoofdstuk 7 (alleen 7.7)
Jurisprudentie N.v.t.
Extra materiaal Structuurvisie (infrastructuur en
ruimte)
Oefenvragen en oefencasussen
Oefenvragen
Literatuurvragen
Vraag 1: Leg in eigen woorden uit wat de ‘fysieke leefomgeving’ betekent
De natuurlijke omgeving, waaronder ook cultuurlandschappen, behoort geheel tot de fysieke
leefomgeving. Onder de natuurlijke omgeving vallen ook onderdelen als lucht, water, bodem en
natuur. Ook door de mens gemaakte objecten kunnen tot de fysieke leefomgeving horen.
Vraag 2: Wat is de Wet op de economische delicten (Wed)?
Wet die de opsporing, vervolging en berechting regelt van handelingen die schadelijk zijn voor het
economische leven. In de wet staat beschreven welke delicten, die genoemd worden in vele andere
wetten, een economisch delict (misdrijf of overtreding) zijn.
Vraag 3: Noem drie relevante (omgevingsrechtelijke) overtredingen die als
economische delicten zijn aangemerkt
Een boer die de mestwetgeving overtreedt kan bijvoorbeeld op basis van de Wet op de economische
delicten worden vervolgd. ook een overtreding van de milieuwetgeving, het Vuurwerkbesluit of de
Woningwet kan een economisch delict zijn. Overigens kent ook het Wetboek van Strafrecht delicten
die economisch van aard kunnen zijn, bijvoorbeeld valsheid in geschriften of fraude bij een
faillissement.
, Franka Huizing
REV3D
Vraag 4: Welke instrumenten hebben de provincies en de gemeenten om hun
ruimtelijk beleid vorm te geven en uit te voeren?
Provincie: Plannen (o.a. Structuurvisie), verordeningen, inpassingsplannen, proactieve aanwijzing,
reactieve aanwijzing, en omgevingsvergunningen
Gemeente: Plannen (o.a. Structuurvisie), bestemmingsplannen, verordeningen en
omgevingsvergunningen
Vraag 5: Wat is het doel van een (gemeentelijke) structuurvisie?
Het vastleggen van beleidsdoelstellingen m.b.t. aspecten van het (gemeentelijk) ruimtelijk beleid
Vraag 6: Wat kan een burger doen als je het niet eens is met de inhoud van een
structuurvisie?
Kort gezegd: Niks. Besluit tot vaststelling is genoemd in artikel 1 bijlage 2 Awb (geen appellabel
besluit). Privaatrechtelijk: bij de burgerlijke rechter (vordering wegens onrechtmatige daad)
Vraag 7: Lees de structuurvisie van het Rijk (op BB). Hoe wil het Rijk de
energietransitie (de overgang van het gebruik van kolen, olie en gas naar het gebruik
van zon, wind en water als bron van energie) realiseren?
Op pagina 35: Het is primair de taak van provincies en gemeenten om voldoende ruimte te bieden
voor duurzame energievoorziening (zoals zonne-energie en biomassa). Het ruimtelijk rijksbeleid voor
(duurzame) energie beperkt zich daarom enkel tot grootschalige windenergie op land en op zee, gelet
op de grote invloed op de omgeving en de omvang van deze opgave. Voor andere energiefuncties is
geen nationaal ruimtelijk beleid nodig naast het faciliteren van ontwikkelingen door het aanpassen van
wet- en regelgeving en het delen en ontwikkelen van kennis.
Jurisprudentievragen
n.v.t.
Oefencasussen
n.v.t.