100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Strafrecht 3 RUG 2020/2021 €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Strafrecht 3 RUG 2020/2021

 12 keer bekeken  1 keer verkocht

Volledige samenvatting Strafrecht 3 waarin alle voorgeschreven hoofdstukken van het voorgeschreven boek worden besproken. Ons strafrecht 2 Strafprocesrecht 13e druk is een boek van B.F. Keulen uitgegeven bij Wolters Kluwer. ISBN 1797.

Voorbeeld 4 van de 122  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 - 3, 5 - 9, 10.1 en 10.2, 11 - 14, 15.3 e.v., h16.
  • 5 november 2021
  • 122
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (101)
avatar-seller
Lian0215
HC1A: Hoofdstuk 1
Strafprocesrecht bestaat uit een geheel van regels die betrekking hebben op de toepassing van het
strafrecht in een concreet geval. Daarin onderscheidt het strafprocesrecht zich van het materiële
strafrecht. In het materiële strafrecht wordt in abstracto bepaald welke de strafbare feiten zijn en
met welke straffen zij kunnen worden bestraft. De daadwerkelijke realisering van die strafwetgeving
vraagt om procedureregels die aangeven door wie en op welke wijze moet worden vastgesteld dat
een bepaald eburger de strafwet heeft overtreden en wat daarvan de consequenties moeten zijn. In
het strafprocesrecht worden bevoegdheden toegekend en wordt de uitoefening daarvan geregeld.
De kern van het strafprocesrecht is gericht op de totstandkoming van de rechterlijke beslissing en
het toepassen van het materiële strafrecht. Dit doel is tweeledig. Het doel is enerzijds te
bewerkstelligen dat de schuldigen worden gestraft en anderzijds het voorkomen van bestraffen van
onschuldigen.

In het strafprocesrecht geldt het in dubio pro reo-beginsel: De verdachte krijgt het voordeel van de
twijfel, de rechter mag een feit ex Art. 338 Sv alleen bewezen verklaren als hij zelf de overtuiging
heeft bekomen dat het feit door de verdachte is begaan. Het komt erop neer dat het dus beter is dat
10 verdachten vrijuit gaan dan 1 verdachte die onterecht wordt veroordeeld. Als blijkt dat de rechter
heeft gedwaald kan een veroordeling ongedaan worden gemaakt ex. Art. 457 Sv. Hieruit blijkt dat ons
strafprocesrecht geen absolute garantie biedt dat er geen onschuldigen worden veroordeeld.

Bijkomende doelen
A. Eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte:
Vervolging is een zware belasting, ongeacht de uitkomst. Er wordt een nodeloze inbreuk
gemaakt op de vrijheid van de burger. Er moet geprobeerd worden een disproportionele
inbreuk zo gering mogelijk te maken. Vrije positie van de burger respecteren. Hierbij hoort
het zwijgrecht van de verdachte. Respect voor de vrije positie van de burger brengt mee dat
hij niet gedwongen kan worden om bewijs tegen zichzelf te leveren.
B. Eerbiediging van de rechten en vrijheden van andere betrokkenen:
Wat voor de verdachte geldt, geldt tot op zekere hoogte ook voor andere burgers die, vaak
zonder dat zij daarom hebben gevraagd, bij het strafproces betrokken zijn of worden. Zo kan
het onderzoek naar de waarheid meebrengen dat woningen worden onderzocht van burgers
die zelf niet verdacht worden van het strafbare feit in kwestie. Voorkomen moet hier ook
worden dat dit op een disproportionele manier gebeurt.Het verplicht op een zitting
verschijnen brengt soms ook gevaar mee, het leed kan hierdoor ook worden vergroot. Een
correcte bejegening van het slachtoffer is een vereiste van een behoorlijk strafproces. Als dit
niet gebeurt en het slachtoffer en slechter aan toe raakt door het proces wordt dit ook wel
secundaire victimisatie genoemd. Een correcte bejegening van het slachtoffer is daarom een
vereiste van een behoorlijk strafproces.
C. Procedurele rechtvaardigheid:
Het gaat niet alleen om de uitkomst van het proces maar ook de procedure zelf. De
verdachte moet spreektijd krijgen en er moet voldaan worden aan het laatste woord.
Hierdoor kan een beslissing misschien niet juist zijn maar wel aanvaardbaar. Ook de
samenleving moet dit gevoel krijgen. Zij moeten vertrouwen hebben in de gevolgde
procedure. Met het horen van de verdachte, met een eerlijke procedure, is dus een
zelfstandig belang gemoeid, dat losstaat van het waarborgen van een juiste beslissing. Men

, spreekt in dit verband wel van procedurele rechtvaardigheid. Die procedurele
rechtvaardigheid vormt ook een argument om het slachtoffer bij het strafproces te
betrekken. Het spreekrecht dat het slachtoffer is toegekend, vormt daarvan een erkenning.
D. Demonstratiefunctie:
Terechtzitting dient openbaar te zijn. Dit maakt publieke controle mogelijk en het zorgt
ervoor dat er niet een willekeurige bestraffing plaatsvindt. Het openbare procesrecht kan
demonstreren dat de overheid zelf het goede voorbeeld geeft en zich bij het vervolgen van
strafbare feiten aan de wet gebonden weet en de rechten van burgers respecteert.

Strafproces en waarheidsvinding
Door inspanningen van de opsporingsambtenaar, laat de overheid zien dat inspanningen gedaan zijn
en dat de slachtoffers niet in de kou staan. De waarheidsvinding vormt een afgeleide van het
eigenlijke doel, te weten de juiste toepassing van de strafwet. Feiten die door de verdachte worden
ontkend, verdienen meer onderzoek dan feiten die door de verdachte worden erkend.

Strafproces en rechtsbescherming
De verhouding tussen overheid en burger wordt beheerst door de rule of law. De overheid staat niet
boven de wet, maar is juist daaraan onderworpen. Hiermee wordt de burger beschermd door
machtsuitoefening.

Noodzakelijke afweging
Een eerste uitgangspunt is dat aan strafrechtspleging kosten zijn verbonden, de financiële middelen
zijn dus niet onbeperkt. Energie en mankracht kan maar op 1 moment aan 1 zaak worden besteed.
Een tweede uitgangspunt is hoe meer er voor de verdachte op het spel staat, hoe groter de
waarborgen moeten zijn waarmee de berechting is omringd. Hoe zwaarder de straffer, hoe grondiger
het onderzoek moet zijn.
Een derde uitgangspunt is hoe ernstiger het vermoedelijke gepleegde strafbare feit is, hoe groter het
belang is dat aan opheldering van het misdrijf toekomt, hoe ingrijpender de
onderzoeksbevoegdheden kunnen zijn die aan politie en justitie kunnen worden toegekend. Inbreuk
moet in verhouding staan tot het beoogde doel. (Bijv. alleen telefoon aflsuitering al shet gaat om een
bepaalde categorie ernstige misdrijven).
Een vierde uitgangspunt is dat alle verschillende doelen moeten worden gerealiseerd, zwijgrecht mag
dus niet opgeofferd worden aan het belang van waarheidsvinding.

Bronnen van het strafprocesrecht
A. Wetboek van Strafvordering.
De wet bepaalt het strafprocesrecht. Dit geldt voor het hele land, voor alle strafbare feiten.
B. Bijzondere wetten -> Wet op rechterlijke organisatie, Advocatenwet, Politiewet en Algemene
Termijnenwet, Uitleveringswet, Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen, Opiumwet,
Wet economische delicten.
C. Algemene maatregelen van bestuur; ministeriële beschikkingen.

,Beleidsregels
Een overheidsorgaan waaraan een discretionaire bevoegdheid is toegekend stelt niet zelden eigen
beleidsregels op met betrekking tot de wijze waarop van die bevoegdheid gebruikgemaakt dient te
worden. Zo gelden binnen het OM zogenaamde aanwijzingen waaraan elke individuele OvJ bij het
nemen van de beslissing omtrent al dan niet te vervolgen is gebonden. De Hoge Raad heeft zich op
het standpunt gesteld dat als dergelijke beleidsregels op behoorlijke wijze zijn gepubliceerd, zij
‘recht’ zijn in de zin van Art. 79 Wet RO. Deze aanwijzingen (vroeger richtlijnen) worden gepubliceerd
in de Staatscourant. Van een beleidsregel waarop de burger zich kan beroepen, is alleen sprake als
het gaat om een regel die afkomstig is van een orgaan dat de bevoegdheid heeft functionarissen
bindende voorschriften te geven m.b.t. de uitoefening van hun bevoegdheden.

Beginselen
- Het vertrouwensbeginsel
- Het gelijkheidsbeginsel
- Het beginsel van zuiverheid van oogmerk
- Het beginsel van een behoorlijke en billijke belangenafweging
- Rechtszekerheidsbeginsel
- Legaliteitsbeginsel
- Art. 6 EVRM neergelegde onschuldpresumptie en het daaraan verwante in dubio pro
reo-beginsel, het nemo tenetur-beginsel (dat in Art. 6 EVRM uitdrukking heeft gevonden en
ten grondslag ligt aan Art 29 Sv) en het algemene fair trial-beginsel.
- Opportuniteitsbeginsel en het dominus litis-beginsel. Dat zijn beginselen die betrekking
hebben op de bevoegdheid en de positie van het OM.

Het legaliteitsbeginsel
Art. 1 Sv: Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien. Onder strafvordering
moet verstaan worden: De gehele procedure in strafzaken. Art. 1 Sv houdt - naast een opdracht aan
de wetgever - ook in dat de overheid niet buiten de wet om aan strafvordering mag doen. Het
betekent wel dat de wet moet voorzien in voldoende waarborgen dat van de vrijheid en behoorlijk
gebruik wordt gemaakt. Art. 1 Sv verzet zich niet tegen verdragsrecht en jurisprudentierecht. Zij
komen de rechtsbescherming ten goede en brengen de rechtseenheid niet in gevaar. Uit Art. 1 Sv
wordt eveneens afgeleid dat de lagere (plaatselijke) wetgever niet de bevoegdheid heeft om
regelingen van strafvorderlijke aard te scheppen.

Verhouding tot andere rechtsgebieden
Het ne bis in idem-beginsel vindt zich ook (In Sr Art. 68) plaats in Art. 255 lid 1 Sv waarin staat dat de
verdachte nadat hij buiten vervolging is gesteld, in beginsel niet ‘opnieuw in rechten worden
betrokken’. Ook met het staatsrecht zijn er banden. Zo vormt de onafhankelijkheid van de
(straf)rechter een wezenlijk onderdeel van de trias politica zoals die in de Gw heeft vorm gekregen,
en bepaalt Art. 113 Gw uitdrukkelijk dat de berechting van strafbare feiten aan de rechterlijke macht
is opgedragen.

, Hoofdstuk 2
De aandacht dient vooral uit te gaan naar de vervolging en berechting van ernstige misdrijven. Deze
zaken worden in eerste aanleg berecht door de meervoudige kamer van de rechtbank. Is niet de
enige vorm van afdoening van strafbare feiten. Veel misdrijven en overtredingen worden door de
politierechter en de kantonrechter afgedaan.

Het inquisitoire en het accusatoire procesmodel
In de literatuur plegen twee procesmodellen te worden onderscheiden, het inquisitoire procesmodel
en het accusatoire procesmodel.

Inquisitoire procesmodel
De rechters hebben een actieve rol bij het onderzoeken van de zaak. Zij oordelen daarbij op basis van
de materiële waarheid. Van een partijenproces is voorts geen sprake. Vervolging en berechting zijn
namelijk in 1 hand verenigd: de gerechtelijke autoriteiten die de zaak onderzoeken zijn bij wijze van
spreken aanklager en rechter tegelijk. Bovendien is de verdachte geen procespartij met eigen rechten
en bevoegdheden, maar voorwerp van onderzoek. Hij wordt eenvoudig onderworpen aan het
onderzoek dat de autoriteiten noodzakelijk achten om de waarheid boven tafel te krijgen.

Accusatoire procesmodel
Kenmerkend is dat de inzet van het geding wordt gezien als een conflict tussen twee partijen. Aan de
ene kant staat een private of openbare aanklager, aan de andere kant de aangeklaagde (de
verdachte). De aanklager formuleert de beschuldiging en moet die zien te bewijzen. De
aangeklaagde, die niet toevallig de defendant wordt genoemd, verdedigt zich tegen de aanklacht. Als
de aangeklaagde wordt veroordeeld heeft de aanklager gewonnen, als de defendant wordt
vrijgesproken heeft de prosecution verloren. De onafhankelijke en onpartijdige rechter beslist
uiteindelijk wie gewonnen heeft. Inherent aan het accusatoire procesmodel is, dat een proces over
de schuldvraag achterwege blijft als de verdachte de aanklacht niet wenst te bestrijden. Hij kan een
strijd uit de weg gaan door het afleggen van een guilty plea. Rechter moet alleen onderzoeken of de
verdachte de verklaring in vrijheid heeft afgelegd. Hier is sprake van equality of arms.

Gemengde stelsels, waarin de pluspunten van het inquisitoire proces gecombineerd worden met de
sterke kant van het accusatoire proces, verdienen de voorkeur.

Inquisitoire wortels van het NL-strafproces
Nederland wordt gezien als gematigd accusatoir. Belangrijk: Art. 341 lid 4 Sv: de bekentenis van de
verdachte alleen is niet voldoende om het feit bewezen te achten, er moet dan steun worden
gevonden in ander bewijsmateriaal. Dit valt niet te rijmen met accusatoir stelsel. Concluderend heeft
het Nederlandse stelsel sterke inquisitoire wortels. Daarnaast heeft het trekken van het accusatoire
stelsel omdat de verdachte als volwaardige procespartij wordt erkend. Is versterkt in Art. 6 EVRM.

In de hoofdrollen
1. De rechter:
● Berechting door uitsluitend ambtelijke rechtsgeleerden;
● Geen juryrechtspraak of lekenrechtspraak;

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lian0215. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen