Ontwikkeling in context
Samenvatting compleet van alle 4 de boeken - 2020-2021 Ashley de Vries
Inhoud
Basisboek systeemgericht werken .......................................................................................................... 2
Contextuele hulpverlening .................................................................................................................... 18
Netwerkontwikkeling voor zorg en welzijn ........................................................................................... 30
Ontwikkelingspsychologie 2 .................................................................................................................. 60
Oefenvragen ........................................................................................................................................ 104
Artikelen .............................................................................................................................................. 127
,Ontwikkeling in context
Samenvatting compleet van alle 4 de boeken - 2020-2021 Ashley de Vries
Basisboek systeemgericht werken
Hoofdstuk 1. Het werkterrein van de systeemgerichte social worker
Systeemgericht werken beoogt meer een visie te zijn van waaruit we naar een cliënt en onszelf als
hulpverlener kijken. Deze visie resulteert in een manier van werken en heeft betrekking op
systeemtheoretische principes als communicatie, interacties wederkerigheid, circulair proces,
(gezins)functies, regels, rollen, teken enzovoorts. Vanuit deze principes kan de social worker aan het
werk.
1.2 wat is een systeem?
Systeem komt van oorsprong van het Griekse woord ‘sustèma’. Dit betekend samenstellen of
bijeenplaatsen.
Systeem: het begrip systeem wijst op een eenheid, opgebouwd uit deelverhoudingen; het gaat niet
alleen om de delen op zich, ook niet om het geheel, maar om de doelgerichte betrekkingen tussen dit
alles
In de Van Dale Hedendaags Nederlands wordt ‘systeem’ als volgt omschreven:
1. De wijze waarop iets is ingericht en de regels dienen ter instandhouding daarvan.
2. Geheel dat volgend een bepaald beginsel geordend, gerangschikt of ingedeeld is.
3. Het geheel van handelingen die dienen om een gesteld doel te bereiken
4. Muziek aantal bijeenhorende balken in een partituur
Bij een systeem gaat het om geordende delen, die elkaar beïnvloeden in meer of mindere mate van
complexiteit. Afhankelijk van het subject waarop het systeem betrekking heeft, wordt er een
definitie geformuleerd. Het begrip systeem is in de wetenschap al eeuwen in gebruik in de betekenis
van leer, onderwerp van beschouwing.
Systeem kan dus verschillend worden gedefinieerd:
- In de taxonomie word systeem gezien als een rangschikking van soorten hiërarchisch
geordende groepen
- In de bedrijfsleer is systeem een hulpmiddel bij het beschrijven en analyseren van
organisatieproblemen
,Ontwikkeling in context
Samenvatting compleet van alle 4 de boeken - 2020-2021 Ashley de Vries
- In de geologie wordt systeem gebruikt om een
tijdsvolgorde, een serie aan te duiden
- In de sociale wetenschappen wordt systeem
gebruikt voor een complex van met elkaar
omgaande individuen zowel binnen als buiten het
gezin.
Systeemgericht werken kan op verschillende manieren
worden opgevat volgens Prochaska en Norcross:
1. Het is een verwijzing naar de therapievorm, waarbij niet alleen de aangemelde cliënt maar
een paar, een gezin of een groep mensen die een duurzame relatie hebben met elkaar,
samen bij de behandeling aanwezig zijn.
• Bijvoorbeeld: de jongen van 22 met een internetverslaving. Moeder blijft hem
allerlei zaken uit handen nemen die niet meer door moeder gedaan zouden moeten
worden gezien de verantwoordelijkheid die een 22 jarige zou moeten kunnen
dragen. Moeder houdt hier ongewild het probleem mede in stand.
2. Systeemgericht werken heeft betrekking op de inhoud of het doel van de behandeling. De
onderlinge relaties vormen het belangrijkste aandachtspunt, hierbij is het doel het
functioneren van het gezins systeem te verbeteren.
• Bijvoorbeeld: een jongedame met eetproblematiek, waarmee ze de focus en
aandacht op zichzelf richt. Zij is het probleem, waardoor het in het gezin niet goed
loopt. Het feitelijke probleem kan een verstoorde relatie tussen de ouders zijn. Zij
fungeert als bliksemafleider
3. Het heeft betrekking op de circulariteit, de wederzijdse beïnvloeding en niet op het ‘oorzaak
en gevolg’ gedachtengoed, het lineaire denken.
, Ontwikkeling in context
Samenvatting compleet van alle 4 de boeken - 2020-2021 Ashley de Vries
1.3 het individuele systeem
In een systeem is er sprake van innerlijke boodschappen: input,
throughput en output. Een voorbeeld
hiervan is de bloedsomloop: input: zuurstofarm bloed.
Throughput: verrijking van het bloed met
zuurstof. Output: zuurstofrijk bloed
Open systemen: intensieve interactie met hun omgeving
- materie, energie en informatie passeren voortdurend
de grens van een systeem (input), worden door het
systeem bewerkt (throughput) om vervolgens weer
uitgewisseld te worden met de omgeving (output).
Gesloten systemen: beperkte interactie met hun omgeving
- hier is geen uitwisseling met de omgeving.
Wholeness: is de benadering van de mens als systeem, die in
open verbinding staat met de omgeving en een voortdurende
uitwisseling van materie, energie en informatie onderhoudt. Met
wholeness wordt een benadering van ‘het totaal’ of de totale
mens bedoeld.
Entropie: open systeem wordt steeds meer gesloten wanneer
uitwisseling met de omgeving afneemt.
Negentropie: gesloten systeem wordt steeds meer open wanneer uitwisseling met de omgeving
toeneemt, er ontstaat een steeds complexer georganiseerd systeem.
Zelfstabilisatie: Het mechanisme waarbij een mens zich aanpast aan zijn omgeving (meer kleren aan
doen als het koud is) of aanpassingen in zijn omgeving bewerkstelligt (vuur maken/verwarming
aandoen).
Wanneer er grote verschillen optreden tussen de eigen temperatuur en de omgevingstemperatuur,
bijvoorbeeld wanneer het te koud is, zijn er 2 mogelijkheden:
1. het systeem kan zich aanpassen door bijvoorbeeld extra kleding aan te doen
2. je kunt de omgeving aanpassen door bijvoorbeeld de temperatuur te beïnvloeden door een
vuur te maken.
Zelforganisatie: het is mogelijk dat een systeem zichzelf niet aanpast, maar zich structureel wijzigt.
Hier is bijvoorbeeld sprake van bij de inuït. Hun lichaam is aangepast om de voortdurende kou te
kunnen trotseren. Zij kunnen bijvoorbeeld met blote handen rondlopen bij temperaturen waarbij
onze vingers er vanaf zouden vriezen.
1.4 het subsysteem
Dyadisch subsysteem: is het kleinste sociale subsysteem bestaat uit 2 personen
Binnen een gezin kennen we het subsysteem ouders/opvoeders/partners en kinderen. In sommige
culturen wonen er 3 generaties in een gezin en is er dus ook een subsysteem grootouders.
Om tot een bepaald subsysteem te behoren, moet je deelnemen aan de communicatie en
interacties. Binnen een gezin zijn er bepaalde regels over wie er lid is van een bepaald subsysteem en
wie niet. Bij een specifiek subsysteem horen ook regels, normen en waarden.