Leerdoelen formeel strafrecht
Week 1
1. de bronnen, uitgangspunten, doelen en beginselen van het strafprocesrecht toelichten;
Bronnen strafprocesrecht
- Verdragen EVRM
- Wetboek van strafvordering
- Beginselen van een behoorlijke procesorde (beschermende werking voor verdachte)
- Bijzondere wetten ( Opiumwet, wet wapen en munitie)
Uitganspunten
- Gericht op verwezenlijking van het materiele strafrecht
- Normeren ( begrenzen) van het overheidsmacht
Doelen
- Procedures + bevoegdheden om normafwijkend gedrag daadwerkelijk aan te pakken
- Strafvorderlijke normen geven inhoud aan recht op een eerlijke proces art. 6 EVRM
2. de betekenis van het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel en de wijze waarop dit beginsel zijn neerslag vindt in de wet
toelichten;
Legaliteitsbeginsel: art. 1 Sv geeft aan dat strafvordering alleen plaats heeft op wijze die bij de wet is voorzien. Alleen
de formele wetgever mag bepalen hoe het strafproces verloopt.
3. uitleggen waarom het strafprocesrecht enerzijds een instrumenteel karakter heeft en anderzijds een element van
rechtsbescherming in zich draagt;
Functies
- instrumentele functie: Gericht op verwezenlijking van het materieel strafrecht. Geeft regels, instrumenten ,
bevoegdheden en procedures om normafwijkend gedrag daadwerkelijk aan te pakken. (belang gemeenschap)
- Recht beschermde functie: De wet geeft grenzen aan waarin de mate tijdens het opsporen inbreuk op
grondrechten mag worden gemaakt. Normeren begrenzen van overheidsmacht. Hier komen de grenzen van de
bevoegdheden van de overheid aan bod. (belang verdachte)
4. het belang van artikel 3 Politiewet/ art. 141, 142 Sv voor de opsporing toelichten en een verband leggen met artikel
1 Wetboek van Strafvordering.
art. 3 politiewet De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met
de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp
aan hen die deze behoeven. de politie is op basis van deze wet bevoegd om op te sporen.
Art. 141 en art. 143 Sv hierin staat een rijtje opgesomd wie de opsporingsambtenaren zijn en die dus bevoegd zin
tot het opspoten.
Verband art. 1 Sv in art. 3 politiewet heeft de politie de bevoegdheid gekregen tot handhaving. In art. 141 en 142
Sv vind je de andere opsporingsambtenaren die bevoegd zijn tot handhaving. De opsporingsambtenaren hebben hun
bevoegdheden gekregen bij de wet en daarom is er voldaan aan het legaliteitsbeginsel van art. 1 Sv. Dit artikel zegt
namelijk dat strafvordering alleen plaats vind op de wijze bij de wet voorzien.
Week 2
1. de verschillende fasen in het strafproces en de betekenis van het vooronderzoek – het opsporingsonderzoek en
het onderzoek door de rechter-commissaris – voor het strafproces als geheel toelichten;
Het strafproces bestaat uit 3 fases
1. Voorbereidend onderzoek die bestaat uit 2 delen
- Het opsporingsonderzoek; waarin opsporingsambtenaar het strafbare feit opspoort en bewijsmateriaal over de
verdachte verzamelt
, - Het onderzoek door de rechtercommissaris; ( een onderzoekrechter met bepaalde bevoegdheden) hij houdt
toezicht op het rechtmatige verloop van alle procedures en kan zelf onderzoekhandelingen laten verrichten. De
OvJ moet de RC alle stukken en informatie geven die hij nodig heeft.
De Ovj beslist alle informatie er is, of hij gaat vervolgen de zaak wordt dan voorgelegd aan de strafrechter. Zo ja, dan
wordt de verdachte gedagvaard om ter terechtzitting te verschijnen.
2. Het onderzoek tijden terechtzitting:
Tijdens de terechtzitting ondervraagd de rechter de verdachte en eventueel getuigen of deskundige. De Ovj krijgt
de gelegenheid om aan te tonen dat de verdachte schuldig is. Na de sluiting van de zitting komt de rechter met
zijn uitspraak.
3. De tenuitvoerlegging van de straf
De straf of maatregel die door de rechter is opgelegd wordt onder verantwoording van het OM uitgevoerd.
2. uitleggen hoe een opsporingsonderzoek kan starten, daarbinnen verschillende opsporingsmethoden herkennen
en deze toetsen aan artikel 1 Wetboek van Strafvordering;
de start van een opsporingsonderzoek meestal begint een strafzaak bij de politie. De politie komt op het
spoor van een strafbaar feit of iemand doet aangifte. Er wordt dan een opsporingsonderzoek getart, onder leiding
van de OvJ. De politie gaat op zoek naar de verdachte en verzamelt bewijs, denk aan getuigen verhoren. Alle
bevindingen van de politie worden opgeschreven in een proces-verbaal. Dit gaat vervolgens naar de OvJ. Hij
vertegenwoordigt het OM. De Ovj beoordeelt of alle feiten duidelijk zijn en hoe sterk het bewijs is. Hij neemt
uiteindelijk de beslissing of de verdachte voor de rechter komt.
Soorten opsporingsmethoden zijn:
- Observatie: het stelselmatig volgen van een persoon of het stelselmatig waarnemen van diens aanwezigheid of
gedrag denk aan verborgen camera. Art. 126g lid 1 Sv
- Infiltratie: deelnemen of medewerking verlenen aan een groep van personen waarbinnen naar redelijkerwijs kan
worden vermoed misdrijven worden beraamd of gepleegd art.126h lid 1 Sv
- Stelselmatig inwinning van informatie: stelselmatig informatie inwinnen over een verdachte zonder dat kenbaar
is dat dit door een opsporingsambtenaar wordt gedaan.
- Bevoegdheden in een besloten plaats (inkijken): zonder toestemming van de rechtshebbende een besloten
plaats , niet zijnde woning, betreden dan wel een technisch hulpmiddel aanwenden teneide: Art. 126g lid 2 Sv
VEDERTE TOELICHTING Op grond van art. 1 Sv dient een strafvordering plaats te vinden overeenkomstig de
wijze zoals de wet voorziet. Onder strafvordering wordt algemeen de opsporing gerekend art. 132a Sv. Ook
opsporing kan derhalve alleen plaats vinden overeenkomst de wijze zoals de wet voorziet.
De wet beschrijft bevoegdheden en geen methoden. De methoden liggen aan de bevoegdheden ten grondslag.
Soms is in de wet de methode waarop de bevoegdheid ziet letterlijk terug te vinden in de wet ( denk aan
observatie art. 126g SV)
De hoofdregel luid als volgt: alle opsporingsmethoden kunnen in beginsel op grond van de algemene
opsporingsbevoegdheid zoals art. 3 politiewet, art. 141 jo. Art. 143 Sv in overeenstemming met art. 1 sv worden
toegepast.
TENZIJ; die een meer dan geringe inbreuk maken op de grondrechten of een risico vromen voor de integriteit
en beheersbaarheid van de opsporing. Bij ernstige inbreuken dien je een wettelijke basis te hebben. Deze zijn
vaak te vinden in de wet bijzondere opsporingsbevoegdheden
3. onderscheid maken in verdenkingscriteria voor de ‘klassieke criminaliteit’ en voor de georganiseerde
criminaliteit waar het de bijzondere opsporingsbevoegdheden betreft;
De onderverdeling in 3 domeinen van opsporing:
Domein 1: op het nemen van strafvorderlijke beslissingen gerichte activiteiten worden ondernomen naar
aanleiding van het redelijke vermoeden dat een strafbaar feit is begaan. Opsproing vind plaats bij een gepleegd
strafbaar feit. Er is een verdenking en een verdachte in beeld. Een vermoeden is alleen redelijk als het stoelt op
min of meer objectieve ook voor derden waarneembare activiteiten dan kunnen opsporingsambtenaren
gebruik maken de bevoegdheden tijdens het onderzoek die te vinden zijn in titel 4a Sv. ( klassieke criminaliteit)
, Domein 2: op het nemen van strafvorderlijke beslissingen gerichte activiteiten worden ondernomen naar
aanleiding van het redelijke vermoeden dat in georganiseerd verband bepaalde strafbare feiten worden
beraamd ( NOG GEEN SPRAKE VAN EEN GEPLEEGD STRAFBAAR FEIT) of gepleegd dan kan kunnen
opsporingsambtenaren gebruik maken van bevoegdheden tijden onderzoek die te vinden zijn in titel 5
Domein 3: op het nemen van strafvorderlijke beslissingen gerichte activiteiten worden ondernomen naar
aanleiding van aanwijzingen van terroristisch misdrijf. Domein 2 & 3 zijn anders geregeld in de opsporing er kan
hierbij namelijk niet gewacht worden totdat het strafbaar feit is begaan.
4. de rol, de positie en de taken en bevoegdheden van de rechter-commissaris in het vooronderzoek toelichten;
ook m.b.t. de regeling voor bedreigde getuigen;
de RC is in een strafzaak een bijzondere rechter, ook wel een onderzoeksrechter. De rechter behandelt niet de
uiteindelijke strafzitting, maar speelt vaak een rol in de voorfase van een strafzaak. De RC houd zicht vooral bezig
met
- het horen van getuigen art. 181 en art. 182 Sv
- Toestemming heven aan de politie om bepaalde opsporingsmethoden in te zetten.
- Het beslissen of iemand in het kader van een voorloopige hechtenis langer mag worden vastgehouden
- Incidentele betrokkenheid opsporingsonderzoek (waarborg en toezicht) art. 170 lid 1 Sv
- Onderzoek door RC
Op vordering van OvJ art. 181 lid 1 Sv
Op verzoek van verdachte art. 182 lid 2 Sv
Ambtshalve art. 182 lid 7 Sv
- Waken over voorgang opsporingsonderzoek art. 180 lid 1 Sv
Bedreigde getuigen
Definitie: Een getuigen ten aanzien van wie door de rechter bevel is gegeven dat ter gelegenheid van het verhoor
zijn identiteit verborgen wordt gehouden art. 136c Sv. De RC kan in het kader van het opsporingsonderzoek de
status van bedreigde getuige toekennen art. 226a Sv. Hij moet dan zelf wel de identiteit van de getuige kennen. Je
kunt onderscheid maken tussen;
- Beperkte anonimiteit: getuige verschijnt wel maar hoeft bepaalde vragen niet te beantwoorden of bepaalde
vragen mogen niet gesteld worden.
- Volledige anonimiteit: getuige wordt niet ter terechtzitting gehoord, maar wel door de RC art. 226a Sv.
5. de rechten van een verdachte, met name rondom diens verhoor, toelichten en toepassen aan de hand van een
casus;
Verdachte art. 27 Sv
- Natuurlijke of rechtspersoon
- Redelijke vermoeden van schuld
- Aan enig strafbaar feit begaat (strafbaar feit uitwerken)
Rechten van de verdachte:
- Onschuldpresumptie; je bent onschuldig tot het tegendeel is bewezen art. 6 EVRM
- Nemo-teneurbeginsel: een verdachte is niet verplicht om aan zijn verordening te werken art. 29 lid 1 Sv
- Cautie: het zwijgrecht van de verdachte art. 29 lid 2 Sv
- Pressieverbod: een verdachte mag niet gedwongen worden om mee te werken aan zijn eigen verklaring art.
29 Sv
- Recht op een raadsman: hij heeft het recht om bijgestaan te worden door iemand met juridische kennis art.
28 lid 1 Sv
Arrest EHRM Salduz kennen als het gaat over de rechten van een verdachte
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ihsan1999. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.