Hoofdstuk 9 - Human Development
9.1
Ontwikkelingspsychologie onderzoekt hoe we van elkaar verschillen en hoe we ondanks
onze verschillen leden zijn van dezelfde samenleving. Alle mensen ontwikkelen fysiek in
dezelfde volgorde. Hierdoor lijkt het of de genen de volgorde en tijd van ontwikkeling
beïnvloeden.
Ontwikkeling van een kind:
● De zygoot is het begin van een nieuw leven. Dit gebeurd op het moment van de
conceptie, het eitje en sperma komen samen.
● Na 2 weken wordt de zygoot aan de baarmoederwand gevestigd en begint het
ontwikkelingsstadium.
● Van ongeveer 2 weken tot 2 maanden wordt het ontwikkelende kind de embryo
genoemd. Het begint de ontwikkeling van de interne systemen.
● Na 2 maanden prenatale ontwikkeling worden alle organen gevormd, begint het hart
te kloppen en wordt de groeiende mens een foetus genoemd.
● Tussen 38 en 42 weken is het kind het meest gezond voldragen en kan het geboren
worden.
Met de huidige medische technologie kan een foetus nu al na 22 weken prenatale
ontwikkeling buiten de baarmoeder leven.
De hersengroei in het vroege stadium heeft twee belangrijke aspecten;
1. Specifieke gebieden in de hersenen worden volgroeid en functioneel.
2. De hersenen leren met elkaar te functioneren via de synaptische verbindingen.
Door middel van myeline wordt het hersencircuit gevormd. Het isoleert de connecties, de
zenuwvezels in het brein.
↳ Deze ontwikkeling verhoogt de snelheid waarmee de zenuwvezels signalen kunnen
uitzenden.
De meeste neuronen zijn bij de geboorte al gevormd. De fysieke ontwikkeling wordt verder
doorgezet, de hersenenen blijven neuronen groeien en nieuwe connecties maken.
- Op 4-jarige leeftijd is het menselijk brein gegroeid tot ongeveer 80 procent van de
volwassen grootte.
De hersenen organiseren zichzelf in reactie op de hun omgeving ervaringen; wanneer
verbindingen niet worden gebruikt vervallen en verdwijnen ze.
Door dit proces van synaptic pruning (synaptisch snoeien) kunnen de hersenen zich
goed aanpassen aan de omgeving waar ze zich bevinden. De hersenen blijven zich
ontwikkelen en rijpen gedurende de adolescentie en daarna.
De omgeving (en ondervoeding; geen energie) van een kind is een belangrijke factor voor
de ontwikkeling van het brein. Wanneer de omgeving de hersenen van een kind niet
stimuleert zullen er maar heel weinig synaptische verbindingen worden gemaakt.
↳ Het brein zal minder verfijnd zijn en minder in staat om complexe informatie te verwerken,
problemen op te lossen of het kind in staat te stellen geavanceerde taalvaardigheden te
ontwikkelen.
, Teratogenen zijn onder meer drugs, alcohol, bacteriën, virussen en chemicaliën. Het zijn
middelen die het embryo of de foetus kunnen schaden. Teratogenen kunnen de ontwikkeling
in de baarmoeder belemmeren, soms met vreselijke gevolgen.
↳ De fysieke effecten kunnen bij de geboorte al duidelijk zichtbaar zijn, maar stoornissen en
beperkingen zijn pas zichtbaar als het kind ouder is.
● Alcohol drinken tijdens de zwangerschap kan leiden tot fetal alcohol syndrome
(FAS); De symptomen van deze aandoening zijn een laag geboortegewicht,
gezichts- en hoofd afwijkingen, gebrekkige hersengroei en een stoornis; zoals een
laag IQ, gedrags- of cognitieve problemen.
● Het gebruik van drugs; zoals opiaten, cocaïne of cannabis tijdens de zwangerschap
kan de zwangerschap beïnvloeden. Gevolgen van het drugsgebruik is hierbij
vroeggeboorte, grotere kans op een miskraam en ontwenningsverschijnselen van het
kind na de geboorte.
9.2
Motorische reflexen van pasgeboren baby’s:
● Grijpende reflex, willen vasthouden van objecten in de omgeving.
● Bewortelings reflex, het draaien en zuigen waar zuigelingen automatisch aan
beginnen wanneer een tepel of een vergelijkbaar voorwerp een gebied in de buurt
van hun mond raakt.
● Zuigreflex, wanneer ze een voorwerp vinden zullen ze daar aan zuigen.
Het tempo waarop kinderen ontwikkelen en mijlpalen behalen kan per cultuur verschillen.
Elke nieuwe ontwikkeling is resultaat van een complexe wisselwerking van biologie en
omgeving.
Dynamische systeemtheorie beschouwt ontwikkeling als een zelforganiserend proces,
waarbij nieuwe vormen van gedrag ontstaan door consistente interacties tussen een
biologisch wezen en culturele en ecologische contexten.
↳ Vanuit dit perspectief vindt ontwikkeling in elk domein (fysiologisch, cognitief, emotioneel of
sociaal) plaats door zowel de actieve verkenning van een omgeving door de persoon als de
constante feedback die de omgeving biedt.
9.3
Imitatie is de eerste sociale interactie van de baby.
↳ Ze weten objecten en mensen van elkaar te onderscheiden, ze imiteren alleen mensen.
Het pasgeboren kindje begrijpt vanaf de geboorte al dat ze in de categorie “mens” behoren.
Een pasgeboren kind is in staat om een aantal sensorische prikkels te verwerken. Meestal
worden ze al geboren met redelijk ontwikkelde zintuigen.
● Smaak, baby’s lusten de eerste 2 uur na de geboorte alleen zoet.
● Ruiken, Ze kunnen al redelijk goed ruiken vanaf de geboorte, althans voornamelijk
geuren die verband houden met voeding.
● Horen, Op een leeftijd van 6 maanden heeft de baby bijna het volwassen niveau van
auditieve functie. Het wordt verbeterd naarmate de baby ervaring opdoet.