Hoorcollege 1
Winner (1980) Do artifacts have politics?
Hebben technische dingen politiek kenmerken; kunnen technische dingen macht en
autoriteit belichamen?
Bijvoorbeeld: auto, telefoon, radio en televisie als democratiserende, liberale krachten en
nucleaire energie als weg naar autoritaire staat.
Technologisch determinisme: naïef idee dat technologie zich ontwikkelt en dat de
samenleving zich er zomaar naar vormt. Heeft geen aandacht voor de sociale en
economische invloed.
Social determination of technology: technische artefacten hebben politieke kwaliteiten,
maar het gaat niet om te technologie zelf, maar om het sociale of economische systeem
waarin het is ingebed. Er moet worden gekeken naar de sociale omstandigheden achter de
ontwikkeling en de inzet van de technologie.
→ Tekortkoming hiervan is echter dat er niet goed genoeg naar de
technische dingen wordt gekeken, maar enkel naar de origin ervan, namelijk
sociale macht.
Theory of technological politics: focust zich op momentum van grootschalige
sociotechnische systemen, op de reactie van moderne samenlevingen op technologische
imperatieven, en op de aanpassing van menselijke doeleinden aan technische middelen.
- ✓ Neemt technische artefacten serieus in plaats van enkel te focussen op
sociale krachten.
- Is een noodzakelijke aanvulling op de social determination theory, identificeert
technologieën als politieke verschijnselen op zich.
Definities
● Politiek: arrangementen van macht en autoriteit in menselijke associaties en
activiteiten binnen de arrangementen.
● Technologie: alle moderne praktische kunstgrepen, maar liever spreken over
technologies: kleinere of grotere stukken of systemen van hardware van een bepaald
soort.
2 manieren waarop technische artefacten politiek kwaliteiten kunnen hebben:
1. Technische arrangementen: uitvinding, ontwerp of opstelling van een specifiek
technisch apparaat of systeem wordt gebruikt ‘to settle an issue’ in een bepaalde
gemeenschap.
2. Inherent politieke technologieën: door de mens gemaakte systemen die politiek
relaties vereisen of ermee verenigbaar zijn.
1. Technische arrangementen als vorm van orde
‘Technologieën’ zijn manieren om orde te scheppen in onze wereld. Veel technische
apparaten en systemen kunnen menselijke activiteit ordenen. Mensen kiezen structuren
,voor technologieën die invloed hebben op hoe mensen gaan werken, communiceren, reizen,
consumeren, etc voor een zeer lange tijd. Dit gebeurt bewust en onbewust. Bij het nemen
van deze beslissingen zijn mensen met verschillende machtsniveaus en verschillende
niveau’s van bewustzijn aanwezig. De grootste keuzevrijheid bestaat de allereerste keer dat
een bepaald instrument, systeem of techniek wordt geïntroduceerd; daarna is het vastgelegd
in materiële uitrusting, economische investering of is het een sociale gewoonte geworden
waardoor de flexibiliteit verdwijnt.
Technologische innovaties zijn vergelijkbaar met wetgeving en politieke fundamenten:
● zorgen voor openbare orde.
● duurt vele generaties voort.
Er moet daarom óók zorgvuldig worden gekeken naar technologische innovaties, zoals het
bouwen van infrastructuur en het creëren van tv-netwerken. Problemen die mensen
verdelen in de samenleving zitten namelijk niet enkel in instituties en politiek, maar ook in
tastbare arrangementen van staal en beton, draden en transistors, moeren en bouten.
Technologie kan worden gebruikt om macht, autoriteit of privilege uit te oefenen over
anderen. Het kan ook leiden tot andere, verreikendere consequenties dan waar de
technologie op zichzelf voor is bedoeld.
Voorbeelden:
- Robert Moses, Long Island, New York: expres extreem lage viaducten gebouwd
om als sociaal effect te bewerkstelligen dat arme en zwarte mensen (die met de bus
komen) er niet door kunnen om naar Jones Beach, public park te gaan (social-class
bias en racial prejudice).
- 1960 en 1970: betonnen gebouwen en grote plaza’s op universiteitscampussen in
VS om studentenprotesten onschadelijk te maken.
- Fabriek van Cyrus McCormick in Chicago in midden 1880, pneumatische
vormmachines: nieuwe niet-geteste innovatie niet voor de efficiëntie, maar om de
National Union of Iron Mold (vakbond waarmee hij in gevecht was) uit te roeien
(verweving van technologische en politieke geschiedenis!)
- Gehandicapte mensen spraken zich in 1970 uit over hoe ontoegankelijk sommige
openbare ruimtes voor hen zijn. Dit was wellicht niet bewust zo ontworpen om hen uit
te sluiten en er wordt tegenwoordig meer over nagedacht.
- Mechanische tomatenoogst machine is enkel voordelig voor een handjevol
private belangen, maar erg nadelig voor kleine boerenbedrijven en
consumenten (dit komt door een voortdurend sociaal proces waarin
wetenschappelijke kennis, technologische uitvindingen en corporate
elkaar versterken in diepgewortelde patronen van politieke en
economische macht → bepaalde sociale groep profiteert meer dan de
andere groep).
2 keuzes die bepalen hoe macht, autoriteit en privilege worden verdeeld in een
gemeenschap bij technologische verandering:
1. Ja of nee beslissing: gaan we het ontwikkelen en gebruiken (bijv. pesticiden,
snelwegen, dammen, nucleaire reactoren, food additives)? Net zos belangrijk als het
wel of niet aannemen van een wet!
, 2. Specifieke kenmerken van technologisch ontwerp nadat de keuze om het te
doen is gemaakt.
- bijv. er komt een elektriciteitsmast, maar waar gaan we die neerzetten?
- bijv. aanpassing aan de originele tomatenoogst machine zorgt dat
er ook automatische sorteerfunctie komt → effect op machts- en
rijkdomsbalans in California door verlies banen.
2. Inherente politiek technologieën
Het idee dat sommige technologieën inherent politiek zijn op een specifieke manier.
Volgens deze view is de keuze voor een bepaalde technologie meteen de keuze voor een
bepaalde politieke invloed op menselijke relaties (bijv. gecentraliseerd of gedecentraliseerd,
egalitair of inegalitair, repressief of bevrijdend).
Lewis Mumford: er bestaan tegelijkertijd twee tradities van technologie in de Westerse
geschiedenis: autoritair en democratisch.
Het rechtvaardigen van autoriteit als noodzaak voor technische praktijk
● Friedrich Engels (1872) Little Authority
○ Ging in tegen anarchisten (die juist van autoriteit af wilden).
○ Sterke autoriteit is volgens hem nodig in de moderne industrie.
○ Dit haalt hij uit de lessen van het gebruik van 3 sociotechnologische
systemen: katoenspinnerij, spoorwegen en schepen (waarbij coördinatie door
een autoriteit nodig is om alles goed te laten verlopen).
○ Autoriteit is volgens hem onvermijdelijk, is ingebed in de betrokkenheid van
de mens bij wetenschap en technologie.
○ Versus Karl Marx:
■ Karl Marx vindt dat technologie juist de weg vrij zou moeten maken
voor een samenleving zonder autoriteit, hiërarchie en kapitalistische
arbeidsdeling en moet zorgen voor proletarische revolutie.
● Plato: centraal heersen en beslissende actie is nodig om te zorgen dat alles goed
verloopt (zowel bij orders opvolgen van de kapitein op een schip als in de overheid).
2 vormen om te beargumenteren dat technologieën inherent politiek zijn:
1. Technisch systeem vereist de creatie en het onderhoud van reeks sociale
omstandigheden als omgeving waarin het systeem opereert.
○ Engels.
○ “Als je kerncentrales accepteert, accepteer je ook een techno-
wetenschappelijk-industriële militaire elite. Zonder deze verantwoordelijke
mensen zou je geen kernenergie kunnen hebben”.
○ De technologie kan niet bestaan zonder bepaalde sociale en materiële
voorwaarden.
○ De sociale en materiële omstandigheden zijn vereist in praktische (niet per se
logische) zin.
○ bijv. volgens Plato is een praktische noodzakelijkheid voor een schip een
kapitein en een gehoorzame crew.
, 2. Technologisch systeem is sterk compatibel met, maar vereist niet, bepaalde sociale
of politieke relaties.
○ Zonne-energie is meer compatibel met democratische, egalitaire
samenlevingen dan dat energie van kolen, olie en kernenergie is, MAAR
democratie is geen vereiste voor zonne-energie. Zonne-energie is op
technisch (beter om het verdeeld te doen dan centraal) en politiek (moedigt
burgers aan om effectiever om te gaan met energie, het is toegankelijker,
controleerbaarder en begrijpelijker) gebied decentraliserend.
Er is ook nog een onderscheid te maken tussen interne en externe condities van werking
van technologisch systeem:
1. Intern: intern aan het technologisch systeem (bijv. Engels over interne relaties in
katoenspinnerij en bij spoorwegen).
2. Extern: extern aan het technologisch systeem, gevolgen voor de samenleving (bijv.
argument van voorstanders van zonne-energie dat het past bij een democratie).
Als we sociale patronen onderzoeken als omgeving van technische systemen, vinden we
bepaalde apparaten en systemen bijna altijd gekoppeld aan specifieke manieren om macht
en gezag te organiseren.
De belangrijke vraag is: komt dit voort uit onvermijdelijke sociale reactie op hardnekkige
verband met de dingen zelf, of is het een patroon dat onafhankelijk wordt opgelegd door
een bestuursorgaan, heersende klasse, of ander sociaal of culturele institutie voor eigen
doeleinden?
Voorbeelden waarbij autoriteit/hiërarchie nodig is:
- Atoombom: is een inherent politiek artefact; gecentraliseerde, rigide hiërarchische
commandostructuur die voor iedereen gesloten is. Het interne sociale systeem
van de bom moet autoritair zijn; er is geen andere weg, het is een praktische
noodzaak, onafhankelijk van het soort regime of karakter van de heersers.
- Alfred D. Chandler in The Visible Hand: constructie en het opereren van veel
systemen in productie, communicatie en transportatie in negentiende en twintigste
eeuw vereisen bepaalde sociale vorm: large-scale, hiërarchische organisatie
beheerd door erg vaardige managers (bijv. bij de groei van spoorwegen).
→ Beschikbare bewijs lijkt te tonen dat grote, verfijnde technologische systemen
erg compatibel zijn met gecentraliseerde, hiërarchische management controle.
Vaak wordt er dan niet meer gekeken naar verdere politieke en morele
redenering. Techniek kan echter sterke invloed hebben op het openbare leven
(bijv. kernenergie).
Onderscheid
❖ Technologische arrangementen: relatief flexibel in ontwerp en variabel gevolgen;
kan op een net iets andere manier voor andere politieke gevolgen zorgen.
❖ Inherente politieke technologieën: geen flexibiliteit, de keuze hiervoor is de keuze
voor een specifiek politiek leven.