Hoofdstuk 1
Inkoopfunctie: zorgt ervoor
dat voor de organisatie:
1. De juiste producten
2. Van de juiste kwaliteit
3. Op de juiste tijd
4. Op de juiste plaats
5. In de juiste hoeveelheid
6. Tegen de juiste prijs
aanwezig zijn
Professionele(organisatie)
en consumenten inkoop verschillen:
Bij bedrijven werken veelal professionele inkopers die door hun opleiding en ervaring
goede tegenspelers zijn van leveranciers. Hun kennis van producten en alternatieve
leveranciers is groot en ze zijn goed in het onderhandelen met leveranciers over
uiteindelijke verkoopvoorwaarden en specificaties. Impuls aankopen komen bij
professionele inkopers niet voor. Gang van zaken: specificaties vaststellen leveranciers
selecteren offertes opvragen en vergelijken onderhandelingen voeren keuze
bepalen en uiteindelijk contract opstellen.
Bij consumenten inkopen komen veel vaker impuls aankopen voor en wordt meer vanuit
emotie dan ratio gekocht.
Inkoopaandeel: inkoopkosten van ingekochte goederen en diensten ten opzichte van de
kostprijs van eindproducten.
Duurzame inkoop: dat in alle fasen van het inkoopproces rekening wordt gehouden met
milieu en sociale aspecten. Bij milieu aspecten gaat het om het effect van het product of
het productieproces, bijvoorbeeld energie of materiaalverbruik. Bij sociale aspecten gaat
het om eerlijke handel (fair trade), mensenrechten en het bevorderen van internationale
arbeidsnormen.
Duurzaam inkopen:
- Triple P
o People -sociaal
o Planet - milieu
o Profit -economie
- Footprint: oppervlakte, water
- Energie label
- UTZ – Good Inside –keurmerk voor duurzame landbouw
- Code Conduct for Supply
- PEFC – duurzaam hout
- MVIO: Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen en Ondernemen
- Cradle to Cradle: Hierbij staat het idee centraal om al in de ontwerpfase van een
product rekening te houden met het hergebruik van grondstoffen, waardoor er
geen reststoffen overblijven. Letterlijk van wieg naar volgende wieg. Verschil met
recycling is dat er bij recycling van te voren geen rekening wordt gehouden bij
volgend hergebruik.
Tactische inkoop: houdt zich bezig
met alle activiteiten tot en met de tot
stand koming van het contract.
Operationele inkoop: gaat uit van
een bestaand contract en is gericht
op het bestellen en verder
afhandelen van orders.
1
,Maverick buying: medewerkers kopen in buiten de bestaande contracten om.
Bijdrage ondernemingsresultaat: vier fasen en vier mogelijke visies in ontwikkelingen
Fasen van het inkoopproces en verband met drie koopsituaties/Tasks:
1. Specificeren
a. Functionele eisen
b. Technische eisen
c. Logistieke eisen
d. Kwaliteitseisen
e. Commerciële eisen
2. Offreren en Selecteren
a. Offerte aanvraag
b. Approved vendor list (voorkeurslijst van goedgekeurde leveranciers)
c. Rating en ranking
3. Onderhandelen en Contracteren
a. Prijzen
b. Kortingen en voorwaarden installatie
c. Ondersteuning en training
d. Opstellen contract
4. Bestellen
a. Bestellen binnen bestaande contracten
b. EDI = Electronic Data Interchange, een stelsel van gegevens, die uitgewisseld
worden tussen computers van verschillende bedrijven. Dus bijvoorbeeld
supplier en buyer
5. Bewaken, hieronder valt het bewaken van de levertijden, geleverde hoeveelheden.
a. Orderbewaking
b. Levertijden
c. kwaliteit
6. Nazorg
a. Klachten
b. Verbeteringen
Drie koopsituaties:
1. New-task-situatie:
doet zich voor wanneer een organisatie een geheel nieuw product aan wil schaffen. De
specificaties van het product moeten nog worden vastgesteld. Men heeft nog geen
ervaring met soortgelijke producten. Er bestaat veel onzekerheid en proces heeft een
lange doorlooptijd omdat er weinig ervaring is.
2. Gewijzigde herhalingsaankoop(modified rebuy):
indien men een nieuw product wenst aan te schaffen van een bekende leverancier of een
bestaand product van een nieuwe leverancier. Gekenmerkt door beperkte
probleemoplossing. Er ontstaat wel minder onzekerheid dan in de New-task-situatie en de
criteria waarop gelet moet worden zijn meer bekend omdat het een ‘gewijzigde
herhalingsaankoop’ is. Vaak gebeurt dit wanneer men ontevreden is over een huidige
leverancier.
3. Rechtstreekse herhalingsaankoop(straight rebuy):
Deze koopsituatie komt in de praktijk het meest voor. Het gaat hierbij om de aankoop van
een bestaand product bij een leverancier waarmee men ervaring heeft. Aan deze
koopsituatie zijn de minste risico’s gebonden. De eisen die aan de leverancier en aan het
product worden gesteld, zijn bekend.
2
, Samenstelling inkooppakket: Indeling van
producten in vier hoofdgroepen:
1. Kapitaalgoederen
- Equipment(gereedschappen machines,
computers)
- Systems(flexibel productie systeem,
materials handling-systeem)
2. Materialen
- Raw Materials(Ijzererts, ruwe olie, hout)
- Processed materials(plastics, glas,
chemicalien staal)
- Components(Pompen, schakelaars, motoren, lampen,microchips)
3. Verbruiksgoederen
- Supplies(Maintainence Repair Operating)(Schoonmaakmiddelen, boren,
kantoorbenodigdheden, verpakkingen
4. Diensten
- Services(Onderhoud, beveiliging, telefoon, verzekeringen, fax, advisering)
Turnkeyprojecten: projecten die leiden tot de oplevering van een nieuw product of tot
een nieuw productieproces in opdracht van een klant.
Inkoop technische kenmerken:
Primaire inkoop: voor het primaire productieproces bv.
Grondstoffen
Halffabricaten
Componenten
Kapitaalgoederen(machines en gereedschap
Verbruiksgoederen
Diensten
Facilitaire inkoop: niet voor primair proces bijv.
Automatisering
Huisvesting
Kantoorbenodigdheden
Professionele diensten
Kyoryku Kai: groep die regelmatig bijeen komt op zoek naar verbeteringen, wederzijdse
voordelen, uitwisselingen van ideeën etc. Doel is een geïntegreerd netwerk van
leveranciers, mede gebaseerd op onderling vertrouwen.
Inkooprollen DMU synoniem buying centre:
DMU: Decision making unit deze bestaat uit de personen die betrokken zijn bij het
inkoopproces. Leden van een DMU zijn afkomstig uit de afdelingen:
Inkoop
Finance
Productie
Marketing
R&D
Directie
3