Rechtsgeschiedenis week 5 Frankrijk
Staatsrechtelijk bleef het Romeinse Rijk na de val in 476 behouden, er veranderde niet veel, dit kwam
ook door het personaliteisbeginsel dat iedereen ander recht had
Het Breviarium van Alarik (Romeinse wet van de Visigothen, uit codex grogorianus, hermogenianus
en theodosianus), Het Breverarium bleef behouden na de dood van Alarik toen Clovis aan de macht
kwam, het Breverarium bevat een officiële wetsuitleg
Karel de Grote in 768 koning der Franken
In het jaar 800 zat in Oost-Romeinse rijk een vrouw aan de macht, Irene, vond Karel goede grond om
te zeggen dat hij heerser was
De keizers van Oost-Romeinse Rijk voegden de titel ‘der Romeinen’ toe aan hun keizerstitel
Bij verdrag van Verdun werd rijk in 3 gebieden verdeeld (Lotharius: keizer, middengebied, Lodewijk
de Duitser: koning, Karel de kale, west. Rijk van Lotharius werd opnieuw verdeeld:
Lodewijk: keizer
Lotharii II (lotharingen)
Karel: Provence
962 Oto I verovert Italie, herstelt keizerrijk, wordt ingelijfd bij oostelijk gebied
2. De Koning als keizer in zijn koninkrijk
Gewoonterecht was in het noorden van Frankrijk het belangrijkst, maar niet meer de afkomst van
persoon was daarvoor van belang, maar de streek waar men woonde
Volgens Franse koningen bestond het Romeinse recht in het zuiden van Frankrijk (de geschreven
gewoonte) niet omdat het van de keizer afkomstig is, maar uit kracht van de gewoonte. Conflict
tussen oostelijk en westelijk, omdat oostelijk keizer had en westelijk koning.
Zo kwam er in 1219 het verbod Sorbonne, waardoor in Parijs niet meer mocht worden onderwezen
in Romeins recht
Door per venerabilem (koning erkend keizer niet dus gaat naar paus), wordt de koning keizer in zijn
eigen rijk, hierdoor wordt het ook mogelijk om te worden vervolgd voor majesteitsschenis, omdat de
koning keizer was in zijn rijk
Gewoonterechtelijke regels hadden gezag door de gewoonte en door de rechter erkende gebruik,
dus hoewel de gewoonteregels waren opgetekend waren zij geen codificatie. De optekening geeft de
gewoonte weer die op dat moment bestond, maar die kon ook weer zijn verdwenen.
Homologatie (bekrachtiging) van de costumiere rechten bij de ordonantie (wetgeving van de koning)
van Montilez-les Tours (1454)
- Ieder gewoonterecht optekenen
- Uniformeren
- Goedkeuring van de koning (hier was kritiek op, waarom moest de koning wetten
goedkeuren?)
In 1531 kwam er ook een homologatiebevel in Nederland, deze optekeningen zijn allemaal geen
codificatie
, 3. De parlementen
Arrets de reglements: Uitspraak waarin regels worden gesteld door rechter die golden voor iedereen
onder de jurisdicitie
Droit d’enressistrement
Droit de remontrance
4. Mos Gallicus vs Mos Italicus
Costume de Paris werd steeds meer gezien als het algemene gewoonterecht van het noordelijke deel
van Frankrijk
Jacques cujas gebruikte de mos gallicus, niet kijken naar de betekenis van de wettekst nu (zoals de
Bartolisten deden) maar kijken naar de betekenis die de wetten vroeger hadden
5. Rechtseenheid en rechtsverscheidenheid
Koning kon rechtsverscheidenheid niet tegengaan door de parlementen, zij waren geen voorstander
van de unificatie van het recht (koning wilde rechtseenheid niet bereiken met Romeins recht, maar
met eigen recht, maar toch stonden parlement en koning hier tegenover elkaar)
Montesquieu was voorstander van de rechtsverscheidenheid, weerspiegelde namelijk de Franse
cultuur (Montesquieu was negatief over holland)
Voltaire was voor rechtseenheid, je wisselt vaker van wetten dan van paarden
6. Revolutie
Lodewijk XVI riep de Staten-Generaal bijeen 8 augustus 1788 om een dreiging bankroet af te wenden
(hij wou de belastingen dus omhoog doen) Staten Generaal 175 jaar eerder voor het laatst bijeen
De Standen Vergadering bestond uit de adel (300), geestelijken (300) en de burgerij (600),
onduidelijk hoe er gestemd moest worden per stand of per hoofd, na lang dobben zei de koning: per
stand, maar dat was al te laat
Cahier: klachten van de streken, vaak juridisch: waarom kun je zomaar vervolgd worden
20 juni 1789: 3e stand zwoer niet eerder uit elkaar te gaan voordat er een grondwet was onder
leiding van Mirabeau
Van absolute naar constituionele monarchie
De eerste gw die door de koning was aangenomen op 14 september 1791 maakte van Frankrijk een
constitutionele monarchie
Van monarchie naar republiek
Op 10 augustus werd Lodewijk XVI in zijn functie geschorst, wat het einde betekende van de
monarchie, hierna radicaliseerde de Franse revolutie, alles moest anders, nieuwe jaartelling, geen
christendom etc. Tijd van de Terreur
Advocaat Robespierre werd ook wel l’incorruptible, de onkreukbare genoem, hij heeft duizenden
mensen de dood in gejaagd omdat hij Frankrijk wilde zuiveren van corrupte elementen, hij was
bewonderaar van Rousseau, uiteindelijk kwam hij zelf onder de guilotine
Van schrikbewind naar Directoire
Jean Jacques de Cambaceres heeft codificatiepogingen geprobeerd, maar werd de hele tijd ingehaald
door politieke gebeurtenissen.