100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Ondernemingsrecht (Boek) €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Ondernemingsrecht (Boek)

1 beoordeling
 292 keer bekeken  4 keer verkocht

Samenvatting Ondernemingsrecht op basis van het studieboek, colleges en werkgroepen.

Voorbeeld 6 van de 55  pagina's

  • Ja
  • 23 maart 2015
  • 55
  • 2014/2015
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (79)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: wkendenburg • 7 jaar geleden

avatar-seller
carmenw
Samenvatting Ondernemingsrecht

Week 1 – Inleiding; verschillende rechtsvormen van de
onderneming; handelsregister

De rechtsvormen van het ondernemingsrecht kan men zien als de
juridische jas waarin een onderneming wordt gehuld. De rechtsvorm is een
hulpmiddel om een onderneming in rechte te kunnen laten functioneren
(de onderneming en zijn functioneren zijn het doel -> rechtsvormen zijn
facilitair). Er zijn verschillende rechtsvormen: rechtspersonen
(publiekrechtelijke rechtspersonen, art. 2:1 BW, en privaatrechtelijke
rechtspersonen, art. 2:3 BW: bv, nv, coöperatie, etc. Hiervoor geldt
dwingend recht) en personen zonder rechtspersoonlijkheid (eenmanszaak,
personenvennootschappen: zijn fiscaal transparant, de bepalingen in Boek
2 zijn van regelend recht)

Ondernemingen zijn op winst, op het behalen van economische voordelen
gericht. De wens tot winstgerichtheid heeft voor de opzet en inrichting van
het ondernemingsrecht als gevolg dat het ondernemingsrecht zo dient te
zijn ingericht dat het ruimte laat voor het maken en stimuleren van het
maken van winst.
De onderneming zelf is geen zaak, maar de onderdelen (pand, spullen)
daarvan wel. De onderneming zelf is ook geen vermogensrecht, omdat
een onderneming al zodanig niet overdraagbaar is. Wanneer je toch wil
overdragen, zijn er twee mogelijkheden:
1. Alle losse onderdelen waaruit een onderneming uit bestaat, overdragen,
zonder de rechtsvorm over te dragen. De onderneming is overgegaan in
een eenmanszaak. de oorspronkelijke aanhouder heeft dan slechts in de
vennootschap het geld zitten dat uit de verkoop kwam. Dit geld is van de
aanhouder slechts wanneer hij het uitkeert aan zichzelf in dividend.
2. Aandelen in een onderneming overdragen, waardoor de
aandeelhouder(s) verander(en)t. Geld waarmee de aandelen zijn gekocht,
gaan naar de vorige eigenaar.

De bv
Een veel in Nederland gebruikte ondernemingsvorm is de besloten
vennootschap. Niet alle bv’s zijn opgericht om een onderneming in stand
te houden. Veel bv’s die in het handelsregister zijn ingeschreven, worden
bijvoorbeeld ingezet om op fiscaal voordelige wijze een pensioen op te
bouwen.

Art. 2:175 BW geeft een omschrijving van een bv. Een bv heeft een in een
of meer overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal. Men kan slechts in een
bv participeren ia aan aandeel in haar kapitaal. Een bv wordt daarom
gerekend tot de kapitaalvennootschappen (zelfstandig belastingplichtig,
dividendbelasting). er moet bij oprichting in ieder geval één aandeel
worden uitgegeven (geen minimum bedrag).
Een eenpersoons-bv is ook mogelijk naar Nederlands recht.

,Een aandeel is voor de bv en middel om vermogen aan te trekken, de
aandeelhouder brengt namelijk vermogen in de bv in  een
aandeelhouder moet vermogen aan de bv ter beschikking stellen, in
beginsel ter grootte van het nominale bedrag waarvoor hij aandelen
neemt (hoogte van dit bedrag staat in de statuten).
Aan een aandeel is doorgaans stemrecht in de aandeelhoudersvergadering
verbonden, art. 2:228 BW (zeggenschapsfunctie aandeel, 1 aandeel = 1
stem). Voor het aantal uit te brengen stemmen, is in beginsel de omvang
van het aandelenbezit doorslaggevend (plutocratisch karakter), al kan dit
in de statuten anders worden geregeld, art. 2:228 lid 4 BW (waardoor een
aandeel zonder stemrecht ook mogelijk is).
In beginsel geeft ieder aandeel recht op een gedeelte van de winst, art.
2:216 BW (winstuitkering, oftewel dividend). Hoe groter het aandeel, hoe
groter het winstrecht, behoudens afwijkingen, art. 2:216 lid 6 en 7).
Ten slotte is een aandeel een vermogensbestanddeel, omdat het voor
overdracht vatbaar is -> het kan worden verpand (art. 2:198 BW) en er
kan beslag op worden gelegd (art. 474c-i RV).

De bv is besloten, waardoor overdracht ervan in beginsel niet vrijelijk kan
plaatsvinden. Aandelen worden in beginsel overgedragen door ze aan te
bieden aan medeaandeelhouders, art. 2:195 BW. Dit kan anders worden
geregeld in de statuten, behoudens voorschriften/blokkeringsregelingen in
art. 2:195 BW (deze zorgen dat aandelen in en bv niet zonder meer vrij
verhandelbaar zijn). Overdacht van aandelen geschiedt slechts bij
notariële akte (art. 2:194 BW, aandeelhoudersregister).

Aandeelhouders (en bestuurders) zijn in beginsel niet aansprakelijk voor
hetgeen in naam van de bv is verricht, zie de formulering van art. 2:175
BW. Hierdoor is de bv de meest populaire rechtsvorm in Nederland.

De algemene bepalingen van boek 2 (art. 2:1-25 BW) en verdere
bepalingen uit boek 2 zijn van toepassing op de bv. Bijv.: aandeelhouders
moeten met elkaars belangen rekening houden, art. 2:8 lid 1 BW
(redelijkheid en billijkheid). Ook de Wet op de ondernemingsraden en de
Handelsregisterwet 2007 zijn van toepassing. Daarnaast bevatten de
statuten, de door de oprichters/aandeelhouders van de bv zelf opgestelde
regels voor haar organisatie, toepasselijke bepalingen, welke bij oprichting
voor het eerst dienen te worden vastgesteld, art. 2:177 BW (bepaalt
minimale inhoud). Ook zijn regels uit de algemene leerstukken van het
burgerlijk recht van toepassing (volmacht, onrechtmatige daad, etc.), en
tot slot zijn EU-richtlijnen en verordeningen van belang.

Om te voorkomen dat ondernemers een reden hebben om on een
buitenlandse rechtsvorm te vluchten, is sinds 1 oktober 2012 het bv-recht
herzien en o.a. de regel van minimum startkapitaal (18.000 euro)
afgeschaft.

De nv

,De naamloze vennootschappen komen in Nederland minder voor. Deze
rechtsvorm is vooral geschikt voor grote ondernemingen, dit hangt samen
met het feit dat grote ondernemingen voor het aantrekken van vermogen
vaak van de diensten van de effectenbeurs Euronext Amsterdam gebruik
maken (voor nv’s met beursnotering).
Het minimumkapitaal voor het oprichten van een nv is 45.000 euro, 2:67
lid 2 BW (zie ook algemene bepalingen: art. 2:64-164 BW).

Een nv kent een in aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal, art. 2:64
BW. Ook de nv is een kapitaalassociatie, en het aandeel in een nv vervult
de zelfde functies als in een bv (art. 2:80 BW (aantrekking vermogen), art.
2:105 BW (winstverdeling) en 2:118 BW (stemrecht). Verschil: aandelen
hoeven niet op naam te luiden (mag wel, art. 2:82 en 2:85 BW, maar mag
ook aan toonder worden uitgegeven, hierdoor vrij overdraagbaar en geen
inschrijving in aandeelhoudersregister).

De maatschap en de vennootschap onder firma (vof)
De maatschap is een obligatoire, wederkerige overeenkomst tot
samenwerking van twee of meer personen (vormvrij, Boek 3 en 6 BW zijn
ook van toepassing). De maatschap is gericht op het d.m.v. actieve
samenwerking behalen van vermogensrechtelijk voordeel dat aan de
vennoten ten goede komt  winstverdelingsdoel. Men wil samenwerken
voor gemeenschappelijke rekening tot een gemeenschappelijk doel.
Ieder der vennoten is gehouden iets in te brengen, d.w.z. een waarde aan
de maatschap ter beschikking te stellen.

Als een maatschap onder gemeenschappelijke naam een onderneming of
bedrijf uitoefent, gelden voor haar, naast art. 7A:1655-1688 de artikelen
16-34 K (Wetboek van Koophandel). De maatschap wordt dan een
vennootschap onder firma (vof) genoemd. De vof kent hoofdelijke
verbondenheid van de vennoten voor verbintenissen van de vof (art. 18 K,
sterker aansprakelijkheidsregime, bij maatschap zijn vennoten voor gelijke
delen aansprakelijk, art. 7A:1680 BW).

De vennoten in een maatschap/vof dienen op voet van gelijkheid samen te
werken (geen ondergeschiktheid). Samenwerking verondersteld meestal
een duurzame relatie. De verplichtingen uit een vennootschap lopen niet
over en weer, maar evenwijdig, parallel, er is sprake van een lange termijn
(anders dan bij bijv. een koopovereenkomst), waardoor de maatschap/vof
ook wel personenvennootschappen worden genoemd.

De beroeps- en bedrijfsuitoefening in het kader van een maatschap kan
stil plaatsvinden  stille maatschap: er blijkt naar buiten toe doorgaans
niets van een gezamenlijke beroeps-of bedrijfsuitoefening. Gezamenlijke
uitoefening die voor derden wel op een kenbare wijze naar buiten komt, is
een openbare maatschap.

Een gezamenlijke bedrijfsuitoefening onder een gemeenschappelijke naam
is een vof, waarvoor strengere aansprakelijkheidsregels gelden dan voor
beroepsuitoefening.

,Beroepsuitoefening wijst op persoonlijk dienstverrichting, waarbij
persoonlijke kwaliteiten van de dienstverrichter voorop staan. Aan het
onderscheid tussen beroep en bedrijf ligt een wat verouderde
maatschappijopvatting ten grondslag. Beroepsuitoefening vindt
tegenwoordig steeds meer bedrijfsmatig plaats.

Verschillen tussen de maatschap en de vof 
- Bij de vof ontleent iedere vennoot aan de wet
vertegenwoordigingsbevoegdheid, art. 17 K. Bij een maatschap
daarentegen mag een vennoot in beginsel slechts namens de andere
vennoten optreden indien deze hem daartoe een volmacht hebben
gegeven (art. 7A:1679 BW).
- Voor schulden van de vof zijn alle vennoten hoofdelijk verbonden, art. 18
K. Bij een maatschap zijn de vennoten slechts voor gelijke delen
verbonden, art. 7A:1679 en 1680 BW.

De Wet op de ondernemingsraden en de Handelsregisterwet 2007 zijn op
de maatschap en de vof van toepassing, zie bijv. art. 29 K wanneer
inschrijving van een vof in het handelsregister niet heeft plaatsgevonden.
Alleen een stille maatschap die geen onderneming in stand houdt, hoeft
niet in het handelsregister te worden ingeschreven. Ten slotte is de inhoud
van de overeenkomst zelf van belang.

Verschillen nv/bv met de maatschap en vof
- Aansprakelijkheid  strengere aansprakelijkheidsregels voor de
maatschap/vof
- Jaarrekening  de nv/bv moeten deze opmaken (titel 9 Boek 2 BW),
welke een overzicht beval van het vermogen en het resultaat van de nv/bv
- Een aandeelhouder kan de kapitaalvennootschap niet opzeggen, hiervoor
bestaat wel een mogelijkheid bij een personenvennootschap
- Organisatiestructuur  week 2

Tussenvormen: commanditaire vennootschap en coöperatie
De commanditaire vennootschap (cv) en coöperatie zijn rechtsvormen die
zich bevinden tussen de nv/bv en de maatschap/vof.

De cv (art. 19 K) is een samenwerkingsovereenkomst tussen een of meer
gewone vennoten (hoofdelijk verbonden) en een of meer commanditaire
vennoten (ook deelnemer/partij in cv), welke niet tot meer is gehouden
dan het bedrag van zijn inbreng, art. 20 lid 3 K (lijkt op positie
aandeelhouder, soepelere aansprakelijkheid t.o.v. de andere vennoten).
Het is dus een combinatie van hoofdelijke, strenge aansprakelijkheid en
beperkte, meer soepelere aansprakelijkheid.
De regels voor een voor derden kenbare cv in het WvK zijn art. 19, 20 en
21 K (een cv is als gevolg hiervan dus steeds een vof). Een commanditaire
vennoot mag geen bestuurs- of beheershandelingen verrichten, art. 20 lid
2 K, maar mag zich wel bemoeien met het intern uitstippelen van het
beleid van de cv (geen beslissende invloed). Wanneer een commanditaire
vennoot zich hier niet aan houdt, kan het zijn dat een derde hem

,beschouwt als gewone vennoot en is hij dus jegens hen hoofdelijk
aansprakelijk voor de verbintenis van de cv.
Namen van commanditaire vennoten hoeven niet in het handelsregister
bekend te worden gemaakt.

De coöperatie heeft een aantal specifieke bepalingen, art. 2:53-63j BW.
Deze is opgezet als vereniging, waardoor de meeste bepalingen inzake
verenigingen van toepassing zijn op de coöperatie. Een van de
belangrijkste bepalingen voor een vereniging, de vereniging mag geen
winst uitkeren aan haar leden (art. 2:26 lid 3 BW) geldt niet voor de
coöperatie (art. 2:53a BW), waardoor ze geschikt is als
ondernemingsvorm.
De statuten van een coöperatie mogen bepalen dat overeenkomsten als
die welke zij met haar leden sluit, ook met anderen mogen worden
aangegaan, art. 2:53 lid 3 BW, tenzij onderschikte betekenis van
overeenkomsten met de leden, art. 2:53 lid 4 BW (gevolg van nalaten van
dit voorschrift -> art. 2:21 lid 3 BW.
Er bestaat een mild aansprakelijkheidsregime t.o.v. de coöperatie, art.
2:55, 2:56 BW

Combinatievorm: concern
Soms worden verschillende rechtsvormen gecombineerd om één
onderneming te drijven. Wanneer een nv de meerderheid van de aandelen
in een aantal bv’s houdt, is er sprake van een moedervennootschap (nv)
met dochtervennootschappen (bv’s), art. 2:24a BW. Het geen heet een
concern of groep, art 2:24b BW (één onderneming)
De meeste grote ondernemingen in Nederland zijn opgezet als concern of
groep.

Rechtspersoon
Boek 2 is aan privaatrechtelijke rechtspersonen gewijd, zie art. 2:3 BW. Inn
art. 2:1-3 stelt de wetgever vast welke lichamen rechtspersonen zijn. Op
rechtspersonen zijn de algemene regels 2:1-25 BW van toepassing.
Rechtspersoonlijkheid geeft de mogelijkheid allerlei juridische ‘trucs’ uit te
halen Personenvennootschappen zijn geen rechtspersonen, maar
bijzondere typen overeenkomsten.
Rechtspersoonlijkheid heeft als belangrijkste gevolg dat de rechtspersoon
zelf drager van rechten en plichten kan zijn, het is een rechtssubject. Een
rechtspersoon kan vermogensrechtelijke handelingen verrichten, waarbij
hij met een natuurlijk persoon gelijk staat, art. 2:5 BW.

Eenmanszaak
Een natuurlijk persoon kan een onderneming ook drijven zonder dat hij
gebruik maakt van ondernemingsvormen. Deze persoon is aansprakelijk
voor de schulden namens of door hem zijn aangegaan  Eenmanszaak
(geen goed in de zin van art. 3:1 BW, kan dus niet in zijn geheel worden
verkocht). Hierbij is sprake van één eigenaar van de
vermogensbestanddelen. Er bestaat dan geen onderscheid tussen
privéschulden en zakelijke schulden, zoals dat bij een eenpersoons-bv wel

, gemaakt kan worden. Een eenmanszaak dient in het handelsregister te
worden ingeschreven, art. 5 onder b Handelsregisterwet 2007.

Vereniging en stichting
De vereniging en stichting zijn minder geschikt als ondernemingsvorm,
omdat ze geen winstuitkeringen mogen doen aan de leden resp. aan hun
oprichters en personen die van hun organen deel uitmaken, art. 2:26 lid 3
resp. 2:285 lid 3 BW (sanctie -> art. 2:21 lid 2 BW) Een stichting mag
slechts uitkeringen doen aan anderen dan haar oprichters en degenen die
deel uitmaken van haar organen, voor zover deze uitkeringen een ideële
strekking hebben.
De stichting is een rechtsvorm die voor uiteenlopende maatschappelijke
activiteiten wordt ingezet. Voor de stichting geldt een ledenverbod, art.
2:285 lid 1 BW. De vereniging kent wel een ledenvergadering.

Handelsregister
Het handelsregister is een soort burgerlijke stand voor ondernemingen en
rechtspersonen, bijgehouden door de Kamer van Koophandel 
Handelsregisterwet 2007 en Handelsregisterbesluit 2008.
Is er sprake van een onderneming -> art. 8 onder b Handelsregisterwet
2007. Definitie van een onderneming -> art. 2 Handelsregisterbesluit
2008. Uit deze definitie volgt dat er vrij snel sprake is van een
onderneming.
De onderneming (volgens de definitie) zelf wordt ingeschreven in het
Handelsregister, art. 5 Handelsregisterwet 2007. Nv’s, bv’s, coöperaties
stichtingen en verenigingen worden o.a. ingeschreven in het
handelsregister, art. 6 (en 7) Handelsregisterwet 2007, ook als deze geen
onderneming drijft. Wie schrijft in -> art. 18 Handelsregisterwet 2007. Het
handelsregister is voor een ieder ter inzage, art. 21 en 22
Handelsregisterwet 2007.

Op het handelsregister moet als een rots kunnen worden gebouwd en
heeft externe werking, vandaar de bepalingen in art. 25
Handelsregisterwet 2007:
- Degene aan wie een onderneming of rechtspersoon toebehoort kan zich
niet beroepen op de onjuistheid of onvolledigheid van een in het
handelsregister ingeschreven feit jegens iemand die van deze
onvolledigheid of onjuistheid onkundig is. Deze mag afgaan op hetgeen in
het handelsregister is te vinden.
- Als een bepaald feit wel in het handelsregister ingeschreven had moeten
worden, maar dit niet is gebeurd, kan degene aan wie een onderneming
toebehoort of de rechtspersoon zich op dit ten onrechte niet-ingeschreven
feit niet beroepen jegens iemand die dit feit niet kende.
Arresten HR Café ’t Brouwertje en HR Bodam Jachtservice gaan over
dit artikel (zie arresten).

Verschillende typen nv’s en bv’s
Nv’s en bv’s komen in veel varianten voor. Allereerst bestaat het gewone
regime. Een bijzonder type is de eenpersoons-nv of bv, waarbij één

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carmenw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48756 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  4x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd