Samenvatting orthopedagogiek
Hoorcollege 1: werken in het gedwongen kader
Gezag houdt in eerste plaats in dat het gaat over de opvoeding en verzorging van
het kind. De ouders moeten zorgdragen aan het geestelijke welzijn, fysieke welzijn,
de veiligheid van het kind en ze dienen de persoonlijkheid van het kind te
bevorderen. Wat wij hieronder niet zien is het kind ondervoeden, het kind niet
mishandelen maar veilig laten onderkomen en het kind naar school laten gaan. Ten
tweede houdt ouderlijkgezag ook in dat de ouder de wettelijke vertegenwoordigers
zijn van de minderjarige, de minderjarige is in dit geval handelingsonbekwaam en
heeft met rechtshandelingen toestemming nodig van de ouder met gezag.
GI zijn gecertificeerde instellingen, dit zijn instellingen die door de overheid zijn
gekozen om kinderbeschermingsmaatregelen uit te mogen voeren. Dit betekent dus
dat je instellingen hebt bijv. in de regio den haag en die krijgen opdrachten van de
gemeente om maatregelen uit te voeren met betrekking tot jeugdbescherming en
jeugdreclassering.
In de voogddijmaatregel heb je twee vormen: tijdelijke en voorlopige (VoVo). Bij
tijdelijke voogdij is er sprake dat de gezaghebbende zijn rol tijdelijk niet kan
uitvoeren, denk hierbij aan een ouder die bijv. een geestelijke stoornis heeft of een
ouder die langdurig in het buitenland verblijft maar ook een ouder die gevangen zit.
Bij een tijdelijke voogdij is het dus zo dat de ouder hun rol als ouder niet kunnen
uitvoeren waardoor er een voogd komt kijken. Bij een VoVo voorlopige voogdij is er
sprake van een acute situatie die bedreigend is voor het kind, denk hierbij aan
mishandeling, partner doodslag, ernstige verwaarlozing. Een VoVo heeft een hoge
crisis gehalte en het mag max. 3 maanden duren. Wanneer het toch na 3 maanden
verlengt moet worden zal de raad een verzoek moeten indienen zodat er weer een
uitspraak gedaan kan worden.
Je hebt twee soorten voogdijen: een voogd-natuurlijke persoon, dit kan een
pleegouder zijn, een familie lid of een familievriend. Daarnaast heb je een voogd-
rechtspersoon en dan wordt de voogdij uitgevoerd door een GI, denk aan een
jeugdbeschermer die deze rol neemt.
Vrijwillige kader versus gedwongen kader (2)
- OTS (ondertoezichtstelling)
o Termijn = binnen 6 weken na de start van de OTS moet de gezinsvoogd
een plan van aanpak opstellen. Bij de opstelling daarvan dient de
ouder betrokken te worden. In dit plan van aanpak worden de doelen
gesteld waaraan gewerkt dient te worden en het plan vormt daarmee
de basis voor de hulp die tijdens de OTS wordt geboden.
- VOTS (voorloopige ondertoezichtstelling)
o Termijn = een VOTS kan max 3 maanden duren.
OTS is de meest ingezette jeugdbeschermingsmaatregel en het beperkt de
gezaghebbende zoals de ouder. Ouder worden begeleid door een voogd of
jeugdbeschermer en een voogd biedt hulp en steun tijdens de opvoeding.
De voogd of jeugdbeschermer heeft vooral een regiefunctie dus hij/zij is de
,begeleider of contactpersoon van de ouders en de minderjarige. Een
voorbeeld hiervan is: je hebt een jeugdigen die in een gesloten instelling zit en wilt
op verlof. Een voogd moet hier toestemming voor geven en de voogd zorgt ervoor
dat er duidelijke afspraken met de ouders en jeugdigen worden gemaakt zoals dat
de jeugdigen op tijd terugkomt (de voogdij heeft in dit proces de regie).
De OTS is de belangrijkste maatregel van de kinderbescherming en het doel van een
OTS is om kinderen te beschermen die in hun ontwikkeling worden bedreigd en
veiligheidsrisico’s lopen. De maatregel is vooral om ouders te ondersteunen en
begeleiden. De voogdij zal dus zelf nooit hulp aanbieden maar begeleid het
opvoedproces en heeft de regiefunctie.
Een VOTS wil zeggen een voorlopige ondertoezichtstelling, de OTS kan dus ook
voorlopig worden uitgesproken. Dit gebeurt wanneer de situatie zo acuut is (denk
aan kindermishandeling) dan is een normaal raadsonderzoek en een verzoek wat
ingediend moet worden bij de rechter niet van toepassing door tijdsnood. Er is
sprake van een crisissituatie en er kan een VOTS uitgesproken worden. Een VOTS kan
max 3 maanden duren, de VOTS wordt daarna beëindigt of omgezet in een OTS.
Binnen de termijn van 3 maanden wordt er een onderzoek uitgevoerd naar de
situatie en die moet ook op tijd een verzoek indienen om een OTS ervan te maken.
Het is wel eens voorgekomen dat het onderzoek binnen 3 maanden niet is afgerond
en de raadsonderzoeker een verlening wilde van een OTS, de rechter heeft hierop
gezegd dat de jeugdigen naar huis mocht omdat de 3 maanden is verstreken. Het is
daarom erg van belang dat het onderzoek binnen 3 maanden wordt uitgevoerd en
afgerond.
Wanneer de raad betrokken wordt vanwege een crisissituatie dan volgen de
stappen via dit schema. Er wordt een melding gedaan bij de raad van
kinderbescherming omdat er zorgen zijn omtrent het kind en er volgt een
raadsonderzoek. Vanuit dit onderzoek wordt er gekeken welke vormen van hulp het
beste ingezet kan worden. De kinderrechter kan ook in beeld komen waarbij er
,kinderbeschermingsmaatregelen worden toegepast. Je hebt daar twee vormen
van:
1. Een OTS: hier kan het kind nog naar huis en wanneer het thuis echt niet goed
gaat kan het daarna uit huis geplaatst worden.
2. Gezaghebbend maatregel: de ouder heeft helemaal geen gezag meer en
het volledige gezag ligt bij de voogdij. De voogd kiest ervoor om het kind uit
huis te plaatsen.
Drang
Met een drangtraject wordt verwezen naar een gezin met hulp in het vrijwillige
kader, het doel hiervan is het voorkomen van de kinderbeschermingsmaatregel
(voorkomen van de gedwongen hulp, OTS). De hulp is gericht op het versterken van
de eigenkracht van de jongeren en van het oplossingsvermogen van het gezin en
de omgeving. We hebben het over zwaardere jeugdhulp en daarom is er sprake
van problematische opvoedsituaties, waardoor je niet meer naar het CJG toe gaat
maar er komt een jeugdbeschermer bij kijken. Het doel bij een drangtraject is het
voorkomen dat de rechter een maatregel oplegt, hierbij staat de veiligheid van het
kind wel nog steeds voorop. Wanneer er wel een maatregel nodig is dan zal de
jeugdbeschermer dit ook aanvragen, als gevolg kan er sprake zijn van OTS als de
kinderrechter akkoord gaat. Bekend hierbij is dat de jeugdbeschermer in hetzelfde
gezin blijft -> een gezin, een plan, een regisseur (jeugdwet, 2015).
De jeugdbeschermer zal de ouders ondersteunen. Wanneer er sprake is van
criminaliteit en spijbelen, hoe benader je je kind zonder dat er heftige situaties
ontstaan zoals dat het kind wegloopt. Wanneer het kind wegloopt is er ene onveilige
situatie voor het kind.
Als we verder kijken in het vrijwillige dan wordt er uitgegaan van een
probleemoplossend vermogen van het gezin en de omgeving. Het is van belang dat
het netwerk rondom het kind wordt geactiveerd, dat er meer ondersteuning
ontstaat in de draaglast van ouders. Bij signaleren van acuut en zodanig ernstig
geweld dat de jeugdigen hierdoor onmiddellijk tegen moet worden beschermd,
dient de professional (de jeugdbeschermer) eenzijdig ingrijpen zodat de jeugdigen
onmiddellijk wordt beschermd. Denk hierbij aan een spoed melding bij de raad van
de kinderbescherming waarbij de jeugdigen in veiligheid wordt gebracht.
Dwang
De gemeente zijn vanuit de nieuwe jeugdwet ook verantwoordelijk voor het
gedwongen kader. Onder het gedwongen kader wordt verstaan de
jeugdbescherming en jeugdreclassering. De jeugdreclassering voert de begeleiding
en controle uit van een jeugdigen van 12 jaar of ouder die een strafbaar feit heeft
gepleegd. De kinderrechter kan een OTS uitspreken wanneer er in de wet
genoemde voorwaarde wordt voldaan. Dit wil zeggen dat in het geval de
jeugdigen zodanig opgroeit dat hij/zij in de ontwikkeling onvoldoende wordt
geaccepteerd en de verwachting is dat de ouder de opvoeding en
verantwoordelijkheid niet aankunnen dan kan er een OTS worden aangevraagd en
toegezegd worden door de kinderrechter.
Een door de rechter opgelegde kinderbeschermingsmaatregel kan worden
toegezegd zonder dat er toestemming nodig is van de betrokkenen. De
jeugdbescherming is er namelijk om kinderen te beschermen tegen ouder die er
, onvoldoende in slagen om het kind een gezonde en evenwichten groei naar
zelfstandigheid te bieden. De jeugdige wordt onder toezicht gesteld van het CI.
Deze instelling houdt toezicht over het kind en zorgt dat de minderjarige en ook de
ouders hulp en steun worden geboden om de ontwikkelingsbedreigingen weg te
nemen.
In het kader van ondertoezichtstelling en gezag beëindigende maatregelen kan de
CI, bepalen welke vormen van jeugdhulp nodig zijn denk hierbij aan een pleeggezin
of een residentiele instelling. Deze jeugdhulp wordt vervolgens door een
jeugdhulpaanbieder verleend bijv. in den haag heb je horizon. Hiernaast is er ook de
mogelijkheid om het gezag van de ouders te beëindigen. Wanneer ouders niet in
staat zijn om de verantwoordelijkheid te dragen van het gezag of het gezag
misbruiken. Een voorbeeld is dat de ouder het kind gebruikt in een vechtscheiding.
Wanneer ouders uit het gezag worden gezet, wordt er een voogd benoemt.
Zorgmelding
Zodra er signaleringen zijn van zorg over een kind zoals huiselijk geweld of
kindermishandeling dan wordt er een melding gemaakt bij veilig thuis waarbij er
vervolgens een beschermingsoverleg wordt gehouden. Daarna wordt er gekeken
naar het CI die de ouder en het kind kan begeleiden. Er wordt besloten en gekeken
naar wat het kind nodig heeft en er wordt hulp uit vrijwillige kader aangeboden, dit
hangt uiteindelijk wel af van hoe heftig en noodzakelijk een casus is. Er kan sprake
zijn van een preventieve jeugdbescherming dus drang en wanneer er een
raadsmelding wordt gedaan komt de raad van de kinderbescherming erbij kijken.
Vervolgens komen de stappen aanbod die in het vorige schema zijn behandeld.
Methodieken
Drie methoden die in de kinderbescherming worden gebruikt:
- Signs of safety = oplossingsgerichte benadering
- De deltamethode = communicatie tussen de gezinsvoogd en het gezin speelt
een belangrijke rol
- Verve = integrale benadering
Signs of safety, dit wordt ook vaak gebruikt in het vrijwillige kader. Het blijkt zelfs zo te
zijn dat in een gedwongen kader deze methode niet werkzaam is. Signs of safety is