Hoofdstuk 1 – perspectieven op het werken met ouders
Het sociaal werk bevindt zich in een overgangsfase waarin de verzorgingsstaat wordt vervangen
door een participatiesamenleving.
Vanaf 1 januari 2015 kwamen er drie nieuwe wetten:
1. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
2. De Participatiewet
3.De Jeugdwet - Gericht op meer (samen) redzaamheid.
De rol van de sociaal werker
Het succes van de hulpverlening is afhankelijk van de persoon van de sociaal werker en zijn
relatie met de cliënt.
De relatie is het fundam en t.
De sociaal werker zoekt een balans tussen het steunen en bevestigen en aan de andere
kant problemen aan de kaak durven stellen en stimuleren, activeren en motiveren.
Een netwerkgerichte benadering is maatwerk.
De betekenis van de sociale omgeving – kinderen worden in feite opgevoed door de gehele
maatschappij
Naast het perspectief op het individuele kind en het gezin, belang aan de steun van de sociale
omgeving bij ouderschap.
• Maatschappelijk opvoeden berust onder andere op de bijdrage van de sociale omgeving aan het
positief bekrachtigen van ouders.
• Steun van belangrijke volwassenen in de omgeving draagt in belangrijke mate bij aan een
voorspoedige ontwikkeling van jeugdigen.
• Sociale binding wordt ook genoemd als belangrijke positieve of effectieve factor.
Niet alleen de ouders, maar ook de leraar, oppas, de opa en de buurvrouw nemen (tijdelijk) deel
uit van het opvoeder schap.
Zorgvuldig omgaan met ouderschap
Rode draad in dit boek: Het bewust leren omgaan met de kwetsbare positie van ouders.
Uitgangspunt: Ouderschap is meer dan alleen opvoeden.
- Van de sociaal werker wordt gevraagd dat hij mildheid, erkenning en vertrouwen uitstraalt.
- Solidariteit is een sleutelbegrip als het gaat om het steunen en faciliteren van ouderschap.
- Een beschuldigende houding van de professional is een doodlopende weg.
- Met een constructieve houding en door samen te zoeken naar steun van anderen, helpt de
sociaal werker ouders de opvoeders te worden die ze graag willen zijn.
De waarde van kennis over ouderschap
Kennis over opvoeden en ouderschap is van groot belang.
Het helpt om te weten dat veel ouders zichzelf de schuld geven als het niet goed gaat in de
opvoeding.
De gevoelens van schaamte, machteloosheid en falen zijn een zware last die leiden tot isolement.-
Sociaal werkers vinden het lastig om genuanceerd naar ouders te kijken.
,Succesvolle hulpverlening:
o Het creëren van een veilige en respectvolle context waarbinnen ouders zich gehoor
voelen.
o Aandacht voor wat wél goed gaat (het gevoel een goede ouder te zijn).
Het ouderschap voor ouders een ingrijpende ervaring met zowel positieve als negatieve emoties.
Als ouders weten wat ouderschap is en dat het uit verschillende fasen bestaat, kunnen zij beter
omgaan met moeilijke situaties
Kennis over de ontwikkeling van kinderen en ouders heeft een positieve invloed op ouders én
professionals. - Tot dusver weinig bekent over de ontwikkeling van ouderschap. Veel aandacht
voor ontwikkeling van kinderen.
Juist omdat wij problematische opvoedingssituaties zoveel andere betrokken zijn zoals
hulpverleners pedagoog en maatschappelijk werkers is het voor ouders bovendien belangrijk om
te weten welke rechten hun kind heeft in dit boek komt onder meer het internationaal Verdrag
inzake de rechten van het kind aan de orde
Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Dit moet iedere professional
die werkt met kinderen en jongeren kunnen dromen (ook opvoeders).
Hulp bij opvoeden
Een praktische interventie is het beiden van online opvoedingsondersteuning die de eigen kracht
van ouders versterkt.
- Biedt een laagdrempelige mogelijkheid om een relatie met ouders op te bouwen.
- Maatwerk waar ouders om vragen staat centraal.
- Sociaal werker moet niet met oplossingen komen, maar ouders aanzetten tot eigen
kracht (empowermentprocesmodel).
Ouders ervaren vaak problemen wanneer hun kinderen in de puberteit zitten.
o Dit soort gedrag maakt echter deel uit van de normale ontwikkeling.
o Sociaal werker kan in zo’n situatie de relatie tussen ouders en kind proberen te
versterken en ouders laten reflecteren op maatschappelijk opvoeden.
Met name niet-westerse immigranten ervaren de overgang naar een nieuwe cultuur vaak niet
zonder problemen.
Bij de methode ‘de stille kracht van ouderschap’ gaan ouders/opvoeders met elkaar in gesprek
over ouderschap en opvoeding.
- Samen met de sociaal werker zoeken zij naar verbinding door persoonlijke ervaringen en
verhalen te delen, waarin de eigen cultuur, de eigen geschiedenis en de eigen waarden en
betekenisgevingen de stuwende kracht vormen.
- Ook wordt er gesproken over de balans tussen de eigen cultuur en de Nederlandse cultuur.
,1.7 De geschiedenis van het opvoeden
Rond 1900: Opvoedingsadviezen vooral gericht op gehoorzaamheid, gezag en zedelijkheid.
Tot ruim na de 2e wereldoorlog: Opvoeden vooral gericht op het leven in de gemeenschap.
Na het einde van de 20ste eeuw: Meer aandacht voor de individuele ontwikkeling van het
kind.
2e helft 19e eeuw: De overheid kreeg meer invloed op de opvoeding (bijvoorbeeld door
middel van wetgeving).
De sociaal werker moet zich bewust zijn van de verschillende rollen (partners, vrienden,
sporters en werknemers) en van de emoties, behoeften en verlangens van ouders.
De aandacht voor ouderschap heeft als voordeel dat er beter gekeken wordt naar bronnen
in het sociale netwerk die ouders versterken in het opvoeden. Dit sluit weer goed aan bij de
filosofie van het maatschappelijke opvoeden.
Huidige overheidsbeleid: De jeugdwet neemt het principe: ‘één gezin, één plan, één
regisseur’ als uitgangspunt, waarbij professionals en vrijwilligers zich richten op de
leefwereld en de behoeften van kinderen én ouders.
Toelichting: Ouders moeten de regie houden.
- Ondersteuning moet aansluiten bij de hulpvragen van het gezin.
- Nadruk ligt op vraaggerichte houding van de sociaal werker.
- Sociaal werker streeft naar ontmoeten, vertrouwen opbouwen en gesprekken voeren.
- Ook moet de sociaal werker oog voor zichzelf hebben. Reflectie en intervisie tijdens
en na de opleiding zijn noodzakelijk.
, - Hoofdstuk 2: paragraaf 2.1/2.2 -
In de westerse maatschappij wordt opvoeden als een privézaak gezien wat is voorbehouden
voor enkel de ouders. Echter worden ouders beïnvloed door marktmaatschappijen en de
overheid in hun ouderschap en de opvoeding.
- Overheid: voorkomen kindermishandeling, straatcoaches om ontsporing van
jongeren tegen te gaan, onderwijs vanaf 2,5 jaar om de taal te leren
- Markpartijen: concurrentie van scholen, commerciële partijen als Triple P binnen
Jeugdzorg
De zwaarte van psychische problemen onder kinderen is de laatste jaren gelijk gebleven,
echter stijgt de vraag naar professionele hulp. Dit komt door:
- Ouders hebben het gevoel dat ze tekortschieten en schakelen daarom een
hulpverlener in
- Er is grote druk van buitenaf zoals school
- Ouders zijn zich meer verantwoordelijk gaan voelen voor verschillende
ontwikkelingsaspecten.
- Vroeger: voeding, hygiëne en gezondheid
- Tegenwoordig: emotioneel welbevinden en geluk is hierbij gekomen
Anno 2023
• In anno 2023 is opvoeden is per definitie een maatschappelijke aangelegenheid.
Ouders zijn gebaat bij steun en solidariteit vanuit de omgeving.
• Anno 2023 lijkt die steun soms ver te zoeken: de controle op wat ouders doen en de
veiligheidsvoorschriften waaraan ze zich moeten houden nemen toe (preventie KM).
• Ouders leveren steeds meer van hun autonomie in aan overheidsinstanties,
professionals en de markt, die hun invloed op het ouderschap en de opvoeding uitbreiden.
→ De vraag is of ouders niet intensiever met elkaar en met andere burgers moeten
samenwerken om de opvoedtouwtjes weer meer in handen te krijgen.
Maatschappelijke veranderingen
Modern ouderschap: een onderneming van Maatschappelijke veranderingen als
secularisering, individualisering, emancipatie, informalisering hebben tot een aantal
voordelen geleidt, namelijk:
- Meer autonomie in het eigen leven
- Minder sociale controle
- Minder dwingende voorschriften vanuit bv. religie
Tegelijkertijd is het moderne ouderschap door deze maatschappelijke veranderingen zeer
complex geworden. Dat brengt een aantal nadelen met zich mee:
1. Ouderschap is individueler geworden en ondersteuning is minder vanzelfsprekend.
Verhoudingen met familie, buren, school en de kerk zijn veranderd:
- De kerk heeft nog nauwelijks pedagogische invloed
- Families wonen verspreid
- Buren hebben het zelf druk of hun eigen zorgen