Met dit document ben je helemaal klaar voor je tentamen STRR2. Het is een samenvatting van alle tijdens de colleges besproken aandachtspunten en een samenvatting van de literatuur. Ook worden de belangrijke arresten van dit jaar besproken met een korte uitleg. Veel succes!
Samenvatting STRR
College 1/2: Inleiding, bestanddelen en elementen
Legaliteitsbeginsel art. 1 Sr. → Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een
daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Bij verandering in de wetgeving
na het tijdstip waarop het feit is begaan, worden de door de verdachte gunstige
bepalingen toegepast.
- Lex-scripta → De wetsbepalingen moeten op schrift worden gesteld.
- Lex-certa → Strafbaarstellingen moeten zo precies mogelijk worden
geformuleerd.
a. HR Onbehoorlijk gedrag → Van belang is dat normen zover mogelijk
worden geconcretiseerd. De norm van het EHRM is: inevitably
couched in terms which are vague and whose interpretation and
application are questions of practice.
- Verbod van analogie → De reikwijdte van strafrechtelijke aansprakelijkheid
mag niet door de rechter worden uitgebreid.
- Verbod van terugwerkende kracht → Iets is niet strafbaar als het op het
moment van het begaan van het feit niet strafbaar is gesteld.
Formele vragen at. 348 Sv. → Dit zijn de vragen die de echer zich als eerste voor
zichzelf moet beantwoorden.
1. Is de dagvaarding geldig?
2. Is de rechter bevoegd?
3. Is het OM ontvankelijk?
4. Is er reden om de zaak te schorsen?
Materiële vragen art. 350 Sv. → Deze worden door de rechter beantwoord om te
bepalen of de verdachte het strafbare feit is begaan. De zaak wordt hiermee
inhoudelijk beoordeelt.
1. Is het ten laste gelegde bewezen? Nee, dan vrijspraak art. 352 lid 1 Sv.
2. Is het bewezen verklaarde strafbaar? Nee, dan OVAR art. 352 lid 2 Sv.
3. Is de verdachte strafbaar? Nee, dan OVAR art. 352 lid 2 Sv.
4. Welke straf moet worden opgelegd? Oplegging straf of maatregel o.g.v. art. 352 lid 2
Sv. Anders rechterlijk pardon art. 9a Sv.
Algemeen strafrecht
- Strafbaar feit → Er is sprake van een strafbaar feit als:
a. De gedraging valt onder de bestanddelen van de delictsomschrijving
b. Het gedrag wederrechtelijk is (in strijd met het recht) en;
1. HR Dreigbrief → Wederrechtelijkheid betekent in strijd met het
recht. De grenzen van het maatschappelijk betamelijke
moeten zijn overschreden.
c. De dader heeft verwijtbaar gehandeld.
- Bestanddelen → Als de termen schuld of wederrechtelijkheid in de
delictsomschrijving zijn opgenomen, dan zijn het bestanddelen.
a. Soorten:
, 1. Subjectief bestanddeel → Een bestanddeel dat altijd is
toegespitst op de opzet of schuld bijv. ‘opzettelijk’ of ‘met
oogmerk op’.
2. Objectief bestanddeel → Een bestanddeel dat gaat om de
objectieve feiten in de delictsomschrijving bijv. ‘enig goed’ of
‘dood’.
3. Geobjectiveerd bestanddeel → Tussen objectieve en subjectieve
bestanddelen bestaat vaak een verband. Bijv. ‘opzettelijk
enig goed wegnemen’. Bij geobjectiveerde bestanddelen
worden in 1 delictsomschrijving meerdere strafbare feiten beschreven.
Een subjectief bestanddeel (bijv. opzet) kan dan alleen gericht zijn op
objectief bestanddeel (bijv. enig goed wegnemen). De opzet is dan
dus niet op de andere strafbare feiten/objectieve bestanddelen
gericht. Deze overige bestanddelen worden dan geobjectiveerde
bestanddelen.
4. Stilzwijgend (ingebakken) → Deze is niet zichtbaar in een
delictsomschrijving. Het is vaak heel erg aannemelijk dat er
echter wel sprake van is. Bijv. opzet bij art. 300 lid 1 Sr.
b. Gevolg → De rechter kijkt bij de 1e materiële vraag of het ten laste
gelegde bewezen kan worden. Mocht er dus geen sprake zijn van
schuld of wederrechtelijkheid door een beroep op een
rechtvaardigingsgrond dan volgt er vrijspraak art. 352 lid 1 Sv.
- Elementen → De termen wederrechtelijkheid en schuld zijn niet opgenomen
in de delictsomschrijving.
a. Gevolg → De rechter kijkt bij de 3e materiële vraag of de verdachte
strafbaar is. Mocht er dus geen sprake zijn van schuld of
wederrechtelijkheid door een beroep op een rechtvaardigingsgrond
dan volgt er OVAR art. 352 lid 2 Sv.
College 3: Opzet
Opzet → Willens en wetens handelen
- Gradaties:
a. Oogmerk → Wil komt sterk overeen met het gevolg
b. Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn → Gevolg niet primair
gewild, maar onlosmakelijk verbonden met het primaire doel.
c. Voorwaardelijke opzet → Wel bewust de aanmerkelijke kans aanvaarden dat
het gevolg intreedt HR Bumperkleven.
d. HR Hoornse Taart → Voor de meeste misdrijven is veroordeling wettelijk
alleen mogelijk als opzet wordt bewezen, maar dat vereiste ook vervuld
geacht als voorwaardelijk opzet kan worden bewezen.
e. HR Enkhuizer doodslag & HR Porsche → Verdachte had willens en
wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat het gevolg in zou
treden.
- Stappenplan voorwaardelijk opzet:
a. Wat staat er in de wet?
1. Opzettelijk
2. Met het oogmerk
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Zdb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,98. Je zit daarna nergens aan vast.