Religieuze feestdagen op basisscholen
‘’Juf, waarom zijn we eigenlijk niet vrij als er Suikerfeest is en wel tijdens Pasen?’’ Dit soort
vragen kan je altijd verwachten van kinderen. Dit jaar loop ik voor het derde jaar stage op
een dialoogschool. Een school waar elk kind welkom is ongeacht de religieuze achtergrond,
maar wel een religieuze identiteit hebben. De religieuze identiteit op mijn school is
christelijk-protestants. De christelijke feesten worden gevierd zoals: Kerstmis, Pasen en
Pinksteren. Maar als andere religieuze kinderen welkom zijn op een dialoogschool, waarom
wordt er dan geen aandacht besteed aan de feesten van andere religies? Of waarom vieren
we op een kleurrijke school, waar alle verschillende religies welkom zijn, alleen de
christelijke feestdagen? ‘’Kennismaking met (andere) culturen blijkt een lage prioriteit te
hebben (Inspectie van het Onderwijs, 2007). ‘’ (Berlet, 2008, p. 27) Dit is eigenlijk heel
vreemd voor in de tijd waarin we nu leven. Volgens (religies in Nederland, 2020) rekende in
2019 46 procent van de bevolking zich tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke
groepering. Dit heeft mij tot het denken gezet. In Nederland zouden alle basisscholen
aandacht moeten besteden aan de religieuze feestdagen van de verschillende religies.
Ten eerste wordt er in (Tanke, z.d.) gezegd: ‘’Mensen met verschillende religieuze en
levensbeschouwelijke achtergronden kunnen in elkaars decor stappen. Ze kunnen elkaars
religieuze uitingen en opvattingen leren kennen. Waar mensen elkaarsdecor in stappen,
leren ze elkaar kennen en worden ze zich tegelijkertijd bewust van hun eigen decor, van hun
eigenleefwereld.’’ Er staat vaak in de schoolgids van een basisschool dat alle kinderen
welkom zijn en dat er in de visie staat dat er kennis wordt gemaakt met de verschillende
religies. Kinderen kunnen door de verschillende achtergronden van elkaar te leren kennen,
elkaar beter begrijpen. Acceptatie is toch ook van deze tijd? Maar waarom wordt er dan
maar door 40 procent van de basisscholen aandacht besteedt bij de culturele achtergronden
van eigen leerlingen, bijvoorbeeld tijdens godsdienstige of culturele feesten, zoals kerst, het
Suikerfeest of de ramadan? (Berlet, 2008, p. 28)
Tijdens een viering leren kinderen elkaar echt kennen. Hierdoor wordt de band onderling
veel sterker.
Kinderen ontwikkelen door vieren een eigen persoonlijkheid, doordat ze gebruik maken van
hun fantasieën. Wanneer kinderen met elkaar vieren ontwikkelen ze het gevoel van
verbondenheid. Wanneer je een goed gevoel van zelfwaardering hebt, kun je ook goed leren
(Harten, 2007). Zo zijn er nog een aantal positieve effecten op te nemen om te vieren.
Wanneer kinderen door hun sociaal-emotionele ontwikkeling een zetje nodig hebben, is het
actief deelnemen aan een viering, in welke vorm dan ook, een belangrijke activiteit. Door
middel van een viering leren de kinderen dat ze ertoe doen. En dat is nou hetgeen waar je
als leerkracht voor wilt gaan. Een kind moet zich gezien en gerespecteerd voelen. Als
kinderen zich niet erkend voelen doordat christelijke feesten wel gevierd mogen worden en
islamitische feesten of joodse feesten niet. Wat zal dat dan met een kind doen?
Het is daarentegen begrijpelijk dat een school in het primaire onderwijs moet voldoen aan
de wettelijk voorgeschreven uren. Na een snelle telling die ik heb gedaan kwam ik uit op in
totaal 71 feestdagen die religies: Boeddhisme, Islam, Hindoeïsme, Jodendom en het