Samenvatting hoofdstuk 3 en 4 van Oriëntatie op Geschiedenis in het eerste jaar van de opleiding Leraar Geschiedenis voltijd / deeltijd.
Tentamenvoorbereiding of hulp voor het huiswerk.
Het Merovingische Rijk
Een groot verschil met het Romeinse Rijk is dat er in het Germaanse Rijk niet veel informatie is
vastgelegd. Dit had een belangrijke invloed op het bestuur, niet alleen voor het uitwisselen van
informatie maar ook voor het toepassen van het recht.
→ wat er geschreven was, was beschreven in het Latijn. Tot de Germaanse koninkrijken in de periode
na de 5e eeuw gedurende langere tijd hebben bestaan behoren de rijken van de Visigoten (Iberisch
Schiereiland), de Longobarden in Italië, het Frankische rijk in Gallië en de Angelsaksische
koninkrijken in Engeland.
● Van deze vier rijken werd de Frankische het belangrijkst.
Het Frankische Rijk bestond uit het huidige Nederland en België en het huidige noorden van
Frankrijk. Na de formele opheffing van het Romeinse Rijk in 476 regeerde hier Clovis van 481 tot 511.
→ hij veroverde in in 486 het rijk van de generaal Syagrius (Parijs)
→ hij veroverde in 496 het rijk van de Alemannen aan de zuidoostgrens van Frankrijk
→ en hij veroverde in 507 het Iberisch schiereiland.
● Clovis liet zich in 497/498 bekeren tot het Christendom net zoals de andere voornaamste van
het Rijk → zo verwerfde hij de steun van de Gallo-Romeinse elite waaronder bisschoppen en
facto die de steden bestuurde.
Clovis overleed in 511 en zijn rijk werd verdeeld onder zijn 4 zonen. Merovingische heersers zagen hun
land als persoonlijk bezit en een verdeling onder familie beschouwden ze als een versterking.
→ echter leed het soms wel tot een verzwakking omdat de deelrijken van de Franken regelmatig met
elkaar in conflict raakten.
● ‘De goede koning’ van het Merovingische Rijk: koning Dagobert (r. 623-639). Hij kreeg het
voor elkaar om de deelrijken te herenigen.
Toen ging het bergafwaarts. De hofmeiers (de belangrijkste functionarissen aan het Merovingische
Rijk) maakten hier gretig gebruik van.
- Een voorbeeld hiervan is Pepijn van Herstal. Hij besloot het rivierengebied van Nederland te
veroveren en zijn kleinzoon Pepijn de Korte sloot een bondgenootschap met de Paus van
Rome.
,Het Karolingische Rijk
Na de dood van Pepijn de Korte werd het Rijk verdeeld onder diens 2 zonen: Karloman en Karel, maar
omdat Karloman in 771 al stierf heeft Karel (later Karel de Grote!) bijna een halve eeuw lang alleen
kunnen regeren.
● Hij zorgde voor een nieuw concept: een verenigd Europa met één heerser.
Dit kon natuurlijk alleen ontstaan door door een groot deel van Europa te onderwerpen dmv grote
oorlogen.
→ zijn belangrijkste oorlogen: in Italië maakte hij een eind aan het Longobardische koninkrijk, hij
raakte slaags met de moslims in de Pyreneeën en hij veroverde het Saksische gebied en bekeerde alles en
iedereen tot het christendom.
Karel de Grote deed er alles aan om dit Rijk tot een eenheid te maken:
- hij verdeelde het in in districten (gouwen) met aan het hoofd graven en hertogen die als
volksvertegenwoordigers optraden. In de grensgebieden kwamen markgraven / markiezen.
→ al deze funtionarissen werden gecontroleerd door zendgraven (vertrouwelingen van Karel)
- Uniform muntstelsel
- Capitularia : wetboek en de personen die Karel had aangesteld stonden hierin
Ook trok Karel de Grote zélf langs zijn rijk: niet alleen door de beperking in schriftelijke cultuur, maar
ook was een wederzijdse verantwoordelijkheid en onderlinge loyaliteit een belangrijke kernwaarde in
het Germaanse Rijk.
● Karel probeerde ook het intellectuele peil in zijn rijk te verhogen: belangrijke kloosters werden
gestimuleerd en er werden scholen opgericht in bisschopssteden. Op deze scholen werd vooral
gefocust op op het bestuderen van teksten van klassieke auteurs en vroegchristelijke theologen
→ karolingische renaissance (herleving klassieke cultuur)
- In 814 erfde de zoon van Karel, genaamd Lodewijk zijn rijk. Hij overleed weer in 840.
- De drie zonen van Lodewijk erfden het rijk: Karel de Kale (rijk ten westen van Maas en Rijn),
Lotharius (huidige Nederland, Luxemburg, Bourgondië en noord italië, Lodewijk (oostrijk).
→ het westelijke deel evolueerde naar het Franse koninkrijk
→ het oostelijke deel evolueerde tot het Duitse koninkrijk
Het middenrijk wist zich niet te handhaven.
, Lokale machthebbers
Na Karel de Grote was er geen sprake meer van een streng gezag. Lokale machthebbers maakten hier
gebruik van door onafhankelijk van hun vorst hun eigen rijkjes op te bouwen. Een burcht was het
centrum van zo’n machtsgebied.
→ dit kon gebeuren doordat de koning zijn macht niet afdwong. En zonder een geschreven
administratie en daden waaruit zijn macht bleek, bestond zijn macht simpelweg niet.
● Koningen waren dus sterk afhankelijk van de trouw en loyaliteit van lokale heren. Omgeving
van de lokale heren ‘edelen’ waren bisschoppen, abten en hoofden van aanzienlijke Frankische
families (de mensen met grootgrondbezit). Deze mensen moesten bij de besluitvorming
betrokken worden.
PERSOONLIJKE TROUW WAS HET FUNDAMENT VAN DE SAMENLEVING.
● Maar wie er het machtigste was, werd pas in de praktijk uitgewezen. Alles was gebaseerd op de
relaties tussen personen.
De trouw van een ‘man’ aan zijn heer werd bezworen in traditionele ceremonies omdat niets op papier
werd vastgelegd. Maar doordát er niets werd vastgelegd en alleen maar ‘gezworen’ werd was deze trouw
dus niet altijd het geval.
Vormen van grondbezit
Allodium: ‘eigendom’: dus meer en absolutere rechten over de grond
Feodum: ‘leen’ : grond te leen gegeven van een vorst aan een leenman
→ iemand die grond bezitte, had daarmee ook het bezit over de mensen die daar woonden. De grond
werd vervolgens weer geërfd door de zoon.
● Er was geen onderscheid tussen ‘privé’ en ‘privaat’ recht
Nadeel geen centraal bestuur: invallen van de Vikingen (Scandinavië). De lokale bevolking moest zijn
eigen boontjes doppen en kon niet rekenen op de hulp van het koninklijke gezag.
2 VERSPREIDING VAN HET CHRISTENDOM
Willibrord en Bonifatius
Vanuit Engeland werden missies ondernomen om het Christendom verder te verspreiden en dan met
name naar Europa.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daisyrosel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,09. Je zit daarna nergens aan vast.