100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Hoofdzaken van het bestuursrecht, ISBN: 9789013150735 Inleiding Bestuursrecht (660451-B-6) €5,00
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hoofdzaken van het bestuursrecht, ISBN: 9789013150735 Inleiding Bestuursrecht (660451-B-6)

 17 keer bekeken  2 keer verkocht

Deze samenvatting is gebaseerd op de hoor- en werkcolleges van de cursus, de literatuur uit het boek en andere relevante stukken zoals jurisprudentie.

Voorbeeld 4 van de 74  pagina's

  • Nee
  • -
  • 13 januari 2022
  • 74
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
femkevanvoorden
Samenvatting bestuursrecht
Januari t/m mei 2020

Week 1: kenmerken van het bestuursrecht
Hoofdstuk 1 en 2

Week 2: organisatie van het bestuur
Hoofdstuk 3
Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio arrest

Week 3: bestuurshandelingen
Hoofdstuk 2.5 en hoofdstuk 4 (m.u.v. 4.5 en 4.6 en 4.2.1 enkel tot 65)

Week 4: bevoegdheidsverklaring en beslissingsruimte
Hoofdstuk 3.4, 4.5 en 5.2.4

Week 5: normering van bestuurlijk handelen
Hoofdstuk 2.6, hoofdstuk 5 (m.u.v. 5.3.2 en 5.8)
Dakopbouw Amsterdam

Week 6: instrumenteel bestuursrecht
Hoofdstuk 4 (p. 65 t/m 75), hoofdstuk 4.6 en hoofdstuk 5.8
Speelautomatenhal Vlaardingen arrest

Week 7: handhaving van het bestuur
Hoofdstuk 6
Café Friends arrest & stal Hoogeloon arrest

Week 8:
Hoofdstuk 5.3.2, hoofdstuk 7.1 t/m 7.2 t/m p. 200 en hoofdstuk 7.7 & 7.9

Week 9:
Hoofdstuk 7.2 vanaf p. 201en hoofdstuk 7.3 t/m 7.6

,Week 1: kenmerken van het bestuursrecht
Leerdoelen:
- Kunt omschrijven wat besturen is;
- Het onderscheid kunt aangeven tussen algemeen en bijzonder bestuursrecht;
- De karakteristieken van het bestuursrecht kunt aangeven;
- De doelstellingen van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) kunt formuleren;
- De verhouding van de AWB tot andere bestuursrechtelijke wetgeving kent;
- De betekenis van het legaliteitsvereiste en het specialiteitsbeginsel kent;
- Inzicht hebt in de systematiek van bestuursrechtelijke regelgeving.

Hoofdstuk 1
Wat is bestuursrecht?
Bestuursrecht houdt zich bezig met vijf vragen:
1. Hoe is het bestuursrecht georganiseerd? Organisatie
2. Welke bevoegdheden heeft het bestuur? Bevoegdheden
3. Aan welke rechtsnormen heeft het bestuur zich te houden? Normering
4. Hoe kan het bestuur er voor zorgen dat burgers zich aan de voor hen geldende rechtsnormen
houden? Handhaving
5. Welke juridische bescherming is er voor burgers tegen beslissingen en handelingen van het
openbaar bestuur? Rechtsbescherming

Er zijn verschillende bijzondere delen van het bestuursrecht. Dit zijn afzonderlijke beleidsterreinen die
elk een ander onderwerp hebben. Deze verschillende vormen van bijzonder bestuursrecht dienen altijd
in het kader van een of meerdere delen van het bestuursrecht te worden behandeld.
• Omgevingsrecht: milieurecht, waterrecht en ruimtelijk bestuursrecht
• Huisvestigingsrecht
• Vreemdelingenrecht
• Economisch bestuursrecht
• Financieel bestuursrecht
• Sociaal zekerheidsrecht

In de Algemene Wet Bestuursrecht staan alle centrale onderwerpen en leerstukken over het
bestuursrecht. Dit wordt dan ook wel aangeduid als algemeen bestuursrecht.

Bestuursrecht bemoeit zich met veel facetten van het maatschappelijk leven. Dit is zo omdat de overheid
steeds meer taken naar zich toe heeft getrokken. Ook zijn mensen steeds mondiger, dus er is een sterke
behoefte aan rechtsbescherming.

Democratische rechtsstaat (Nederland): de overheid dient fundamentele rechten en vrijheden van
burgers te eerbiedigen en zij dient zich in te zetten voor de verwerkelijking van die rechten en vrijheid,
terwijl dat geschiedt onder controle van de door het volk in vrije verkiezingen gekozen
volksvertegenwoordiging.

Om doelen te bereiken moet aan vier fundamentele eisen worden voldaan:
1. Wetmatigheid van het bestuur
2. Rechterlijke controle
3. Evenwicht tussen verschillende machten
4. Eerbiediging van grondrechten

Hoofdstuk 2
Twee uitgangspunten
Legaliteitsbeginsel: voor het handelen van de overheid is een democratisch tot stand gekomen wettelijke
grondslag nodig en het bestuur moet conform deze grondslag handelen.

,Specialiteitsbeginsel: het bestuur mag slechts die belangen behartigen, bij uitvoering van een bepaalde
wettelijke regeling, ter bescherming waarvan de betrokken regeling in het leven is geroepen.

De structuur van de bestuurlijke normstelling
Voor overheidsinstanties zijn vaak normen afgekondigd. Zo zijn er bijvoorbeeld EU-richtlijnen waar
alle lidstaten zich aan dienen te houden. De norm is dus aan de lidstaten geadresseerd. Ook de Grondwet
stelt eisen aan de wetgever die zich aan deze wet moet houden en wettelijke voorschriften richten een
norm aan bestuursorganen. Echter zijn de meeste normen gericht aan burgers, waaronder bedrijven en
instellingen.
In het normenstelsel doet zich een hiërarchische opbouw voor.
• Verdragen/secundair verdragsrecht
• Statuut
• Grondwet
• Wetten in formele zin
• Koninklijke Besluiten die regels bevatten (zoals amvb’s)
• Ministeriële regelingen (verordeningen)
• Provinciale verordeningen
• Gemeentelijke verordeningen en waterschap verordeningen
• Beleidsregels
• Voorschriften/verplichtingen verbonden aan een beschikking

Voorbeeld van een verticaal gelede normstelling

Wabo en Woningwet Wet in formele zin
Bor en bouwbesluit Amvb
Mor Ministeriele regeling
Bouwverordening Gemeentelijke verordening
Omgevingsvergunning Beschikking

De Algemene Wet Bestuursrecht
Doelen van de Awb
• Meer eenheid in de bestuursrechtelijke wetgeving
• Systematiseren en vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving
• In de wet vastleggen van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld
• Treffen van voorzieningen die naar hun aard een algemene regelingen behoeven

Als een bijzondere wet en de Awb in strijd zijn met elkaar, gaat de bijzondere wet voor. Een
bijzondere wet is in dit geval alles wat geen Awb betreft.

Dwingend recht: ‘De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepsschrift bedraagt zes
weken.’ – Art. 6:7 Awb.

Regelend recht: ‘Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven
van een beschikking schriftelijk ingediend bij bet bestuursorgaan dat bevoegd is op de aanvraag te
beslissen.’ – Art. 4:1 Awb.

Aanvullend recht: ‘Indien aan de adviseur niet reeds bij wettelijk voorschrift een termijn is gesteld,
kan het bestuursorgaan aangeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.’ – Art. 3:6 Awb.

Facultatief recht: ‘Tenzij bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan anders is
bepaald, is deze afdeling niet van toepassing op de voorbereiding van een besluit inhoudende de
afwijzing van een aanvraag tot intrekking of wijziging van een besluit.’ – Art. 3:10 Awb.

, Week 2: organisatie van bestuur
Leerdoelen:
- Kunt aangeven wat het begrip bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 AWB inhoudt;
- Van overheids-en andere instanties kunt aangeven of zij bestuursorgaan zijn (a-orgaan of b-
orgaan);
- Het onderscheid kunt aangeven tussen openbare lichamen, publiekrechtelijke
rechtspersonen en bestuursorganen;
- Kunt aangeven wat de verhouding is tussenbestuursorgaan (ambt)en ambtenaar;
- De verschillende bestuursorganen van de verschillende openbare lichamen in Nederland kunt
rubriceren;
- Kunt uitleggen wat een zelfstandig bestuursorgaan is;
- Kunt aangeven waarom het bestaan van zelfstandige bestuursorganen problematisch is.
-
Hoofdstuk 3
Het openbaar bestuur
Het openbaar bestuur is een abstractie. Er is namelijk niet zoiets als ‘het bestuur van Nederland’.
Nederland wordt, als geheel en in delen, op allerlei niveaus bestuurd, deels door internationale
organisaties als de EU, deels nationaal, op centraal niveau door de regering (gecontroleerd door het
parlement) en decentraal, met name door gemeenten, provincies en waterschappen.

Er is dus een samenstel aan instanties die, tot op zekere hoogte, de samenleving besturen.
Gemeenschappelijk hebben zij dat ze allemaal tot de overheid behoren. Het openbaar bestuur maakt
deel uit van de overheid, samen met de andere machten in de Staat, de wetgever en de rechterlijke macht.

Het Nederlandse staatbestel is doortrokken van de decentralisatiegedachte. Wat op een lager niveau
geregeld kan worden, moet niet op een hoger niveau worden gedaan. Tegelijk is de opbouw van de
bestuursorganisaties in die zin hiërarchisch, dat de wetgeving op tal van plaatsen aan organen van hogere
overheden bevoegdheden toekent, waarmee zij organen van lagere overheden tot bepaalde handelingen
kunnen dwingen of waarmee ze aan besluiten van die organen werking kunnen onthouden of ontnemen.
Deze hiërarchie is nodig in verband met het concept van de eenheidsstaat dat aan onze Grondwet ten
grondslag ligt. Onze staat kan dus worden getypeerd als een gedecentraliseerde eenheidsstaat.

Op elk niveau tref je een openbaar lichaam aan. Openbaren lichamen zijn publieke gemeenschappen
met een zekere democratische legitimatie. De wet stelt openbare lichamen in en regelt hun taken en
bevoegdheden. Aan de besturen van openbare lichamen kan verordende bevoegdheid worden verleend
(art. 134 GW). Op centraal niveau is er het openbaar lichaam Staat, met ministeries en zelfstandige
bestuursorganen. Decentraal zijn er de volgende openbare lichamen: de provincies, de gemeenten, de
waterschappen, de Sociaal-Economische Raad (als overblijfsel van het voormalige stelsel van openbare
lichamen van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties) en de openbare lichamen voor bepaalde
beroepen, zoals de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.

Art. 2:1 BW kent rechtspersoonlijkheid toe aan de hier besproken openbare lichamen en andere
openbare lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordende bevoegdheid is verleend. Omdat de
rechtspersoonlijkheid hier door de wet wordt toegerekend (en niet door oprichting van een
rechtspersoon, zoals een bv of een nv), spreekt men van publiekrechtelijke rechtspersonen. De reden
voor de wetgever om aan openbare lichamen rechtspersoonlijkheid toe te kennen, is dat zij daardoor
kunnen deelnemen aan het vermogensrechtelijke rechtsverkeer. De organen van openbare lichamen
hebben geen rechtspersoonlijkheid; zij hebben dan ook geen eigen vermogen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper femkevanvoorden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,00. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,00  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd