Klinische Psychologie samenvatting HCs
Hoorcollege 1: Algemene Introductie, Geschiedenis en Onderzoek.
Ontstaan van de psychiatrie:
1798; eerste classificatiesysteem psychiatrie (veelal biologisch verklaard), morele behandeling.
1812; meer ziektes vanuit de geest verklaren.
1869; oorsprong van individuele verschillen en testen
1883; modern classificatiesysteem, focus op biologische oorzaken
1917; psychoanalyse; focus op psychologische oorzaken.
Tot WO1; veel nadruk op testen, na WO1 veel militairen met psychische klachten (shellshock),
bij WO2; ook behandeling bekijken naast testen (selecteren a.d.h.v. o.a. IQ testen) training klinisch
psychologen gestart:
1947: APA commissie over klinisch-psychologische training
1949: Congres in Boulder over post-bachelor educatie in de klinische psychologie; Shakow Rapport:
- Focus op de heilige drie-eenheid van diagnostiek, therapie en onderzoek klinisch psychologen
al scientist-practitioners.
Klinische psychologie kent:
- Praktische component: psychopathologie = symptomen die kunnen duiden op een
psychologische stoornis
- Wetenschappelijke component: psychopathologie = onderzoek naar (symptomen van)
psychologische stoornissen.
- Ook wel abnormale psychologie genoemd. Wat is abnormaal?
Afwijkend van de statistische norm? Afwijkend van sociale norm?
dysfunctioneren? Psychisch lijden veroorzakend?
De 3 D’s van Abnormaliteit:
- Deviance: afwijkend van een norm
- Dysfunction: sociaal disfunctioneren, werkgerelateerd etc.
- Distress: psychisch lijden (zelf of in omgeving)
- Danger: een gevaar voor jezelf of je omgeving zijn (TBS; NL juridisch systeem).
Medisch gezien ziek?
Waarom dan DSM: veelvuldig gebruikt in GGZ,
gemeenschappelijke taal, beter iets dan niets,
beperkingen lokken kritisch denken uit.
,Klinische psychologie werd dus volwassen na WO2. Of gedrag abnormaal is hangt af van
verschillende factoren. Verschillende mensen kunnen verschillende criteria gebruiken om
psychopathologie te definiëren. De klinische praktijk gebruikt het 3D (of 4D) model. Alles blijft
controversieel.
Hedendaagse theorieën van psychopathologie:
1. Biologisch: lichamelijke verklaringen, focus op het brein
2. Psychologisch: intrapersoonlijke verklaringen (emoties, gedrag etc.), focus op de geest.
3. Sociaal: interpersoonlijke verklaringen (maatschappij, familie etc.), focus op omgeving.
4. Biopsychosociaal model: combineert deze 3.
Theorie wordt gebruikt in Klinische Psychologie omdat; het evidence based werken bevordert; dit
resulteert in betere behandelrichtlijnen, verhoogt de efficiëntie GGZ en vaak wordt alleen evidence
based interventies vergoed.
behandeluitkomststudie.
Gerandomiseerde gecontroleerde trial
(RCT)
Psychopathologie ligt op een continuüm. Binnen gezonde range zoeken naar mogelijkheden tot
vergelijking klinische range (experimenteel psychopathologisch onderzoek). Beperking analoge
steekproeven: generaliseerbaarheid naar klinische populaties onduidelijk (lage externe validiteit,
ondanks hoge interne validiteit); oplossing: meerdere methoden (multiple method).
Hoorcollege 2: GGZ en de Psychologische Praktijk.
POH = praktijkondersteuner huisarts.
GGZ = zorg voor de geestelijke gezondheid van burgers. Beter maken (curatie) van mensen met
psychische aandoeningen en het voorkomen van (preventie).
De last van psychische stoornissen is groot. Mentale en fysieke gezondheidsproblemen zijn met elkaar
verweven. De kloof tussen aandoening en behandeling voor psychische stoornissen is enorm.
Eerstelijnszorg voor geestelijke gezondheid is verbeterde toegang nodig. Eerstelijnszorg voor
geestelijke gezondheid is betaalbaar en rendabel. Eerstelijnszorg voor geestelijke gezondheid
genereert goede gezondheidsresultaten.
Economische opbrengst GGZ is hoog. Kosten van behandeling omlaag, efficiëntie omhoog.
Behandeling veelvuldig voorkomende stoornissen goede kosten/baten verhouding. Preventieve zorg
erg rendabel.
Conclusies WHO: assessment en diagnose psychische stoornissen meer aandacht nodig, implementatie
van evidence-based multidisciplinaire richtlijnen.
GGZ richt zich op 4 zaken:
1. Het voorkomen van psychische aandoeningen
, 2. Het behandelen en genezen van psychische aandoeningen
3. Het zo goed mogelijk laten deelnemen van mensen met een chronische psychische aandoening aan
de samenleving.
4. Het bieden van (ongevraagde) hulp aan mensen die ernstig verward en/of verslaafd zijjn en die uit
zichzelf geen hulp zoeken.
Organisatie GGZ licht naar zwaar: basiszorg/Generalistische GGZ gespecialiseerde GGZ top
referent centra. Jeugd GGZ is rond gemeente georganiseerd.
1e lijn GGZ is erg toegankelijk, geen eigen bijdrage. 2e lijn veelal ambulant behandelt.
Crisisopvang: acute of spoedeisende hulp. Vrijwillig of gedwongen opname; Wet Verplichte GGZ.
3e lijn is voor zeldzame en zeer complexe aandoeningen; topklinischezorg.
Belangrijkste ziektebeelden: stemmings-, angst-, persoonlijkheids-, middelen-, aandacht-, en
gedragsstoornissen.
Behandelkloof = aantal mensen dat niet wordt behandelt (o.a. economisch bepaalt).
Risicogenen, trauma en persoonlijkheid hebben invloed op depressie.
Consumer quality CQ-45: gebruikt voor kwaliteitsmetingen zorg.
Tegenwoordig meer kleine praktijken en FACT – flexible assertive community treatment (GGZ aan
huis)
Per 2022; zorgprestatiemodel:
- Geen dbc’s meer (diagnose, behandeling, combinaties) maar;
- Diagnostiek: zorgvraagtypering door de regie behandelaar
- Zorgprestaties: (groeps)consult, verblijfsdagen, toeslagen en overige
- Transparantie: factuur gaat naar patiënt en zorgverzekeraar.
Verschil voor psycholoog: geen indirecte tijd, productvergoeding, positie regiebehandelaar versterkt.
Ontwikkelingen:
- Evidence-based werken belangrijker
- GGZ laagdrempeliger (e-health: behandelingen geheel of gedeeltelijk online)
- Ambulantisering.
Regiebehandelaar: 2 centrale rollen
- Probleemanalyse/indicatiestelling (diagnose, behandeling en begeleiding/reflectie)
- Zelf behandeling en begeleiding.
Psycholoog is onbeschermde titel, daarom vaak BIG aangevraagd om zo; bescherming van kwaliteit,
tuchtrecht, voorbehouden behandelingen, rechts openen dbc’s, niet geregristreerden superviseren.
Multidisciplinaire richtlijnen: mensen persoonlijke behandeling bieden; verschilt per stoornis.
Hoorcollege 3: Psychofarmacologie.
Psychofarmacologie is:
- De studie van door medicijnen of andere middelen geïnduceerde veranderingen in stemming,
denken en gedrag (experimentele psychofarmacologie)
- Het gebruik van psychoactieve medicijnen voor de behandeling van psychopathologie (klinische
psychofarmacologie)
Psychiaters: behandelen patiënten m.b.v. psychoactieve medicijnen.
APA heeft richtlijnen opgesteld: bekwaamheid, gevoelens en attitudes, rekening houden met
moderatoren van farmacotherapie, focus op verschillen tussen personen; in respons op de behandeling
(farmaceutische, farmacokinetische of farmacodynamische factoren)
Psychofarmacologie heeft een farmacologische werking en kan daardoor een uitwerking op gedrag
hebben (erg biologische benadering).
Farmaceutische fase: medicatieprotocol (verschillen in
medicatie, dorsering, manieren van toediening, herhaald
doseren).
Farmacokinetische fase: het lichaam doet iets met het
medicijn; medicatieniveaus. Verschillen door bijvoorbeeld;