Samenvatting Consciousness
Hoofdstuk 1-3 The Problem
Bewustzijn theorieën:
- Monisme; er bestaat maar één soort, ziel en lichaam samen
- Dualisme; er bestaan twee soorten, lichaam en geest gescheiden
Intuïtief dualisme; aangeboren, kleine kinderen
Substance dualism; interactie tussen fysieke en mentale aspecten (Descartes)
Property dualisme; één substantie die beschreven wordt op fysiek of mentaal niveau
Ordinary-language filosofie; taal beschrijft mentale processen niet helder (Ryle)
Dualistische interactie theorie; processen in hersenen beïnvloed door gevoel van zelf
(Popper en Eccles) leidt tot vrije wil en subjectieve ervaring
(Chalmers); ervaring ontstaat door fysieke processen zonder grote rol van fysieke
wereld
Cartesian Theatre; publiek van eigen show bij bewuste waarneming (Dennett)
- Materialisme; interactie tussen factoren staat al vast, bewustzijn speelt geen rol,
geen subjectieve ervaring
o Identiteit; mentale status = status van hersenen
o Functionalisme; mentale status = functionele status
- Epifenomenalisme; mentale status ontstaat vanuit gebeurtenissen maar heeft zelf
geen effect op gebeurtenissen niet valide!
- Panpsychisme; mentale operaties zijn bewustzijn, alle elementen (water, stenen)
hebben ook bewustzijn
Relatie bewustzijn en psychologie;
James zag psychologie als wetenschap die de hersenen en processen ervan verklaard, dus
gevoelens en bewustzijn bv. radicaal empirisme; ervaring koppelen aan betekenis
Helmholtz dacht bewustzijn te meten door snelheid van signalen in de hersenen te meten
fenomenologie; subjectieve ervaring, bewustzijn gaat over object of gebeurtenis en dit
object/gebeurtenis zelf gaat over niets subjectieve ervaring belangrijkst
Wundt introspectie; hoe iemand zich vanbinnen voelt. Sensorische en affectieve
kenmerken leiden samen tot bewustzijn
Watson behaviorisme; voorspellen en controleren van gedrag, geen bewustzijn (inspiratie
van Skinner en Pavlov)
Ontstaan computers; connecties tussen hersenen, lichaam en ervaring. Sensorische input
gecombineerd met eigen verwachtingen (Vygotsky); sociale interactie
Probleem van bewustzijn; (volgens Chalmers) bewustzijn hangt samen met ervaring.
Verandering in bewustzijn vindt alleen plaats met verandering in hersenen, maar
verandering in hersenen vindt alleen plaats met verandering in bewustzijn.
Tegenwoordig; zenuwstelsel is onbewust, maar kan leiden tot bewustzijn
psychodynamische theorie van Freud; interactie hiertussen. Id, ego en superego zijn
onbewust, maar komen naar voren in bewuste ervaringen, zoals dromen. niet
betrouwbaar!!
, Bewust; object of organisme heeft een mening/oogpunt, bepaalde subjectiviteit
- Nagel; we kunnen ons nooit voorstellen hoe het werkelijk is om een ander organisme
te zijn
- Block; fenomenaal bewustzijn; gevoel van het hebben van een ervaring. Access
bewustzijn; mogelijkheid om ergens over te praten. Reflective bewustzijn; reflecteren
op bewustzijn
Relatie subjectiviteit en qualia;
Subjectiviteit; persoonsafhankelijke verschillen in ervaring
Qualia; factoren die samen zorgen voor sensorische ervaring
probleem; hoe zorgen objectieve hersenen voor subjective qualia?
- Dennett; intuïtie veranderd ervaring of mening?
- Maloney; ervaring bepaald door kennis
Mary kleurwetenschapper gedachte-experiment; alle kennis van kleur, maar nog nooit zelf
kleur gezien Dennett en Maloney denken dat zij de kleuren gelijk zal herkennen en
kunnen benoemen, omdat ze de kennis hiervan al heeft
Zombie verhaal; zombie is exacte kopie van iemand, maar heeft geen bewustzijn,
afhankelijk van de rol van bewustzijn kan zombie wel of niet iets
Reacties op probleem;
- Probleem is onherkenbaar; (Nagel) geen idee wat een mogelijke verklaring zou
kunnen zijn. (McGinn) we zijn niet in staat om bewustzijn te begrijpen. We zullen het
antwoord nooit weten
- Probleem proberen op te lossen; opdelen in kleinere delen. Hoe wekken hersenen
qualia op kijken naar fysieke en ervaringsfactoren. Nieuwe kennis nodig om
probleem op te lossen
- Eerst makkelijke problemen oplossen; gericht op vele kleine problemen van
bewustzijn om uiteindelijk groot probleem op te lossen. Kijken naar neurale factoren
die correleren met bewustzijn.
- Moeilijkere problemen; neurale correlaties vinden, houdt niet bewustzijn in.
(Chalmer) hard existence; hoe en waarom hebben we bewustzijn, hard character;
reden voor specifieke hersenactiviteit
- Geen moeilijk probleem; eerst makkelijke problemen oplossen, wat zorgt voor een
andere interpretatie van het moeilijke probleem. Moeilijke probleem wordt nog niet
begrepen. Onderzoeken waarom materialistische benadering fout is. Achter komen
waarom wij denken en waarom dingen zo zijn illusionisme.
Change blindness; niet zien van subtiele veranderingen in omgeving
Transsaccadische geheugen; proces dat ervoor zorgt dat je de omgeving als voortdurend
ervaart we slaan weinig info op wanneer we onze ogen bewegen, dus transsaccadisch
geheugen is slecht
Onoplettende blindheid; zonder aandacht minder zien, bewuste waarneming nodig
Visueel bewustzijn; moeite met verschillende representaties vergelijken, meer interpretaties
mogelijk. Te weinig details opnemen van interne representaties van omgeving. Niet nodig
om veel info op te slaan, aangezien we het constant uit de omgeving kunnen halen
(O’Regan) sensorimotor theorie; info uit omgeving kunnen manipuleren is bewustzijn,
leidt tot actie.