Leeroverzicht grammatica
Samentrekkingen:
1. Voorwaatse samentrekkingen: Het gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel van
de samentrekking en verderop weggelaten. ->Een mooi horloge en een slechte.
2. Achterwaartse samentrekking: gezamenlijke deel wordt genoemd in het laatste deel van de
samentrekking en daarvóór weggelaten. ->Met voor- en nadelen.
N.a.v. voor- en achterwaartse samentrekkingen heb je samentrekkingen:
1. Woordniveau: woorddeel. Je zet een streep je bij wat je weg laat. Kerstviering en –koekjes.
2. Woordgroepsniveau: Binnen een woordroep worden woorden geweglaten.
3. Zinsniveau: Minstens 1 zinsdeel die 2x voorkomt weghalen. (ow, lv, mv, bwb).
Tussenwerpsels:
(=zijn uitroepen en klanknabootsingen). Opdeling naar betekenis:
Bevestging/ontkenning
Emotie
Sociaal contact
Klanknabootsing
Let op! sommige woorden kunnen ook een werkwoord zijn.
Locatie in de zin:
1. Voor- of achteraan de zin. Vaak gescheiden door een ,
2. Niet van vorm veranderend.
3. Uitroepen en klanknabootsingen.
Verwijswoorden:
(= wijzen terug naar vorig woorden, het antecedent.)
Naar zelfstandig naamwoorden Verwijs je met En
Mannelijk enkelvoud hij, hem, zijn deze, die
Vrouwelijk enkelvoud zij, ze, haar deze, die
Onzijdig enkelvoud het, zijn dit, dat
Meervoud zij, ze, hen, hun deze, die