Pluriforme samenleving = Een samenleving waarin verschillen tussen mensen bestaan in
levensstijl, godsdienst en andere cultuurkenmerken
Cultuur = Alle waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken die mensen
binnen een groep of samenleving met elkaar delen.
Voorbeelden cultuurkenmerken
1. Waarden en normen
2. Symbolen
3. Feestdagen
4. Rituelen
5. Taal
Soorten culturen
1. Dominante cultuur = Alle waarden, normen, gewoonten en andere
cultuurkenmerken die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt.
2. Subculturen = Wanneer binnen een groep bepaalde waarden en normen en andere
cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur.
Culturele diversiteit
1. Woonomgeving
- Stadscultuur = minder sociale cohesie en meer anonimiteit.
- Dorpscultuur = meer onderlinge betrokkenheid en meer sociale cohesie
2. Generatie
- Kledingstel
- Muziekvoorkeur
- Omgangsvormen
- Vrijetijdsbesteding
3. Maatschappelijke positie
- Door opleiding, baan en inkomen
4. Gender
- Rolpatronen = Algemene verwachtingen over hoe iemand zich moet gedragen.
5. Migratieachtergrond
- Een groep mensen voelt zich onderling verbonden door een gemeenschappelijk
land van herkomst en een daarbij horende cultuur.
6. Godsdienst
Paragraaf 2 worden wie je bent
Nature en nurture
- Nature = Leggen vooral de nadruk op aangeboren kenmerken
- Nurture = Vinden dat je gedrag vooral aangeleerd krijgt.
, Socialisatie = Het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken
van zijn samenleving of groep aanleert
Socialiserende instituties = Groepen en organisaties die specifieke waarden, normen en
gewoonten overdragen.
- Voorbeelden: gezin, school, vrienden, media, verenigingen en de overheid
Manieren waarop cultuurkenmerken worden overgedragen
1. Imitatie: anderen nadoen. Dit vindt veelal bij kleine kinderen plaats.
2. Informatie: het overbrengen van informatie door bijvoorbeeld ouders, school en
media.
3. Sociale cohesie: anderen sturen je gedrag bij.
Sociale controle = De manieren waarop mensen andere mensen stimuleren of dwingen zich
aan de geldende normen te houden.
Internalisatie = Mensen gaan zich automatisch gedragen zoals de groep dat van hen
verwacht.
Persoonlijke identiteit = Het beeld dat iemand van zichzelf heeft.
Sociale identiteit = Het deel van je zelfbeeld dat is afgeleid van de groepen en culturen waar
je je mee verbonden voelt.
Individualisme en collectivisme
1. In individualistische culturen krijgen mensen in grote mate de vrijheid om een
persoonlijke identiteit te ontwikkelen. De nadruk ligt op individuele ontplooiing.
Denk bijvoorbeeld aan de Nederlandse en Amerikaanse cultuur.
2. In collectivistische culturen ligt de nadruk op de sociale identiteit. Het collectief staat
boven het individu. Gastvrijheid en de zorg voor naasten zijn in deze culturen
belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan Arabische, Afrikaanse en Aziatische culturen.
Masculiniteit en feminiteit
1. In masculiene culturen zijn de werelden van vrouwen en mannen sterk gescheiden.
Mannen hebben een leidende rol en zijn gericht op carrière. Vrouwen horen
bescheiden en verzorgend te zijn. Voorbeelden zijn Marokko en Mexico.
2. In feminiene culturen lopen rollen van mannen en vrouwen meer in elkaar over.
Voorbeelden zijn Nederland en de Scandinavische landen.
Paragraaf 3 hokjes denken
Categoriseren (hokjes denken) = Indelen van de wereld in hokjes waar je automatisch
mensen, dingen of situaties in plaatst.
- Doel: de wereld overzichtelijk te maken
- Gevolg: het ontstaan van stereotypen en vooroordelen.
Stereotype = Een overdreven vaststaand beeld van een groep mensen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chantalwiegand. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.