100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Levensloop Psychologie (Levensfasen) €3,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Levensloop Psychologie (Levensfasen)

13 beoordelingen
 52 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting met opsommingen.

Voorbeeld 5 van de 53  pagina's

  • Ja
  • 21 mei 2015
  • 53
  • 2014/2015
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (7)

13  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: maritovermars • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Ouidadelkadiaoui • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sietske-veenstra • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: maaikewinter • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: hannekeveeneman4 • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: verastoffer • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lizzykolhoff • 7 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
HvH
Hoofdstuk 1: De prenatale periode
1.1 de lichamelijke ontwikkeling
Als je de lichamelijke ontwikkeling van de mens bekijkt, kan je onderscheid maken tussen twee
soorten ontwikkelingen:
1. de ontogenese  de ontwikkeling van het specifieke individu  speelt de interactie met de
omgeving (de moeder) been belangrijke rol
2. de fylogenese  de ontwikkeling van de soort  speelt de ontwikkeling van de soort, de
erfelijkheid een belangrijk rol

De (prenatale) ontwikkeling van de mens is afhankelijk van de volgende drie belangrijke factoren:
Groei:
 hieronder verstaan we een toename van de cellen een toename van lengte en gewicht
 is in sterke make erfelijk bepaald
 factoren uit de omgeving hebben een beperkte invloed
Rijping:
 heeft te maken met het in staat zijn om nieuwe functies te vervullen
 is een lichamelijk of fysiologisch proces
 wordt niet of nauwelijks beïnvloed door de omgeving
 wordt beïnvloed door erfelijke factoren
 kan in de prenatale periode door echt schadelijke omgevingsfactoren in negatieve zin worden
beïnvloed
Leren:
 hierbij speelt de omgeving een belangrijke rol
 heeft te maken met erfelijke factoren

Conceptie  de bevruchting van de vrouwelijke eicel.
Zygote  de bevruchte eicel.

Het eerste trimester
Bestaat uit twee periodes, samen de embryonale fase genoemd:
Germinale fase:
 de eerste twee weken
 hierin vindt de innesteling plaats van de bevruchte eicel in de baarmoeder of de uterus
 celdeling van de zygote
De volgende zes tot tien weken:
 in de periode van de volgende zes weken (week 3 tot 9) ontwikkelen zich het centrale
zenuwstelsel, de ogen, het hart, de oren, de tanden, het gehemelte en de externe genitaliën
 in de eerste acht weken komen er elke seconde ruim achtduizend hersencellen bij
 vanaf de derde week van zwangerschap begint zich het brein te vormen

Na 12 weken is de structurele uitbouw van het organisme volledig bereikt en spreek je van een foetus.

Kader 1.1 Jongens- en meisjesbrein?
In het eitje zit een X-chromosoom en in de spermacel een X- of een Y-chromosoom  daardoor
bepaalt de aanstaande vader het geslacht van de nakomelingen.
Er zijn aanwijzingen dat jongensbreinen meer testosteron bevatten en meisjesbreinen meer
oestrogenen.

Het tweede trimester
 de foetus gaat allerlei bewegingen maken

,  dit trimester loopt van de 3e tot de 7e maand
 halverwege de zwangerschap (ongeveer 21 weken na de conceptie) is de foetus zo’n 25 cm
 in deze maanden ontwikkelen zich de meeste reflexen
 aan het einde van de 5e maand zijn bijna alle hersencellen aangemaakt die het kind na de
geboorte nodig heeft  dan neemt het bewegen weer wat af en worden meer ingewikkelde
functies zoals de zintuigen ontwikkeld

Kader 1.2 De echoscoop
 ontwikkelt in de jaren 60
 maakte het mogelijk om met een soort videocamera in de baarmoeder te kijken
 berust op dat van de waarneming om onderzeeboten mee op te sporen tijdens WOII

Het derde trimester
 kenmerkt zich vooral door een snelle gewichtstoename van de foetus
 foetus kan zich nu steeds moeilijker bewegen en gaat een vastere positie innemen
 de foetus is voorbereid op de bevalling
 de laatste maanden voor de geboorte kan de foetus allerlei externe prikkels onderscheiden

1.2 De ontwikkeling van reflexen
Reflexen hebben volgens de huidige inzichten de volgende kenmerken:
 reflexen zijn onwillekeurige bewegingen  bewegingen zijn een reactie op een prikkel
 reflexen geven informatie over het al dan niet goed functioneren van het centrale zenuwstelsel
 reflexen worden bestuurd door de hersenstam, een deel van de hersenen dat zich vroeg in de
evolutie heeft ontwikkeld  een aantal reflexen verdwijnt later weer

De ongeboren mens kent acht reflexen. Deze reflexen komen tot stand in de uterus en geven
informatie over de ontwikkeling:
1. De uterine withdrawal reflex  het terugtrekken van het lichaam bij het knijpen in de tenen
 van 5e/ 7e week tot 32e week (voor de geboorte)
2. De Mororeflex  als een baby schrikt, opent het de vingers en de armen en spreidt het de
benen. Vervolgens worden de armen met een zwaai naar voren gebracht alsof het kind iemand
wil omhelzen  van 9e/ 12e week (voor de geboorte) tot 4 maanden na de geboorte.
(https://www.youtube.com/watch?v=PTz-iVI2mf4)
3. De Babinskyreflex  bij het naar achteren strijken met een voorwerp over de voetzool richt
de grote teen zich op en spreiden de andere tenen zich  van na de geboorte tot eerste en
tweede jaar. (https://www.youtube.com/watch?v=oI_ONptx2Ns)
4. De palmar reflex of grijpreflex  de vingers sluiten zich bij een lichte aanraking van de palm
van de hand  van 11e week voor de geboorte tot 9e maand na de geboorte.
(https://www.youtube.com/watch?v=TidY4XPnFUM)
5. De assymetrische tonische nekreflex  het hoofd dat naar één kant buigt, roept het strekken
van het been en de arm aan dezelfde kant van het hoofd op  van de 18e week voor de
geboorte tot de 3e/ 9e maand na de geboorte. (https://www.youtube.com/watch?v=dPyBzlD-
854)
6. De spinal galant reflex  bij stimulatie van de buik of de rug roteert of buigt het
ruggenmerkkanaal 45 graden naar de gestimuleerde kant  20e week voor de geboorte tot 3e/
9e maand na de geboorte. (https://www.youtube.com/watch?v=bswn56Qg_XM)
7. De rooting reflex en sucking reflex  bij een lichte aanraking van de wang of de mondrand
draait het hoofd in de richting van de stimulus en gaat de mond open met uitgestoken tong als
anticipatie op het zuigen  van 24e / 28e week voor de geboorte tot 3e / 4e maand na de
geboorte. (rooting reflex  https://www.youtube.com/watch?v=v7_Y_jg2soc&spfreload=10
& sucking reflex  https://www.youtube.com/watch?v=I99UoHSDK00)

, 8. De tonische labyrinthine reflex forewards  bij het bewegen van het hoofd
voor- en achterwaarts buigt het hoofd boven en onder het niveau van de
ruggengraat door. De voorwaartse reflex is een buiging en manifesteert zich als
het hoofdje door de uterus naar voren wordt gebracht in foetusligging. De
achterwaarse reflex is een strekking en komt tevoorschijn als het kind de
spildraai naar achteren moet maken, waardoor de armen en benen zich strekken
en de geboorte kan plaatsvinden  van rond de bevalling tot 3e/ 4e maand na de
geboorte.

Kader 1.3 Een minder gangbare visie op de behandeling van een ontwikkelingsstoornis
Volgens Goddard kunnen geremde of vertraagde reflexen later leiden tot allerlei
ontwikkelingsstoornissen, zoals problemen met de coördinatie van de ogen en de handen,
leesproblemen en gebrek aan concentratie.
Goddard geeft aan dat er bij een normale ontwikkeling drie typen reflexen tot stand komen:
Primitieve reflexen:
 Ontwikkelen zich vanaf 9 weken na de conceptie tot 6 maanden na de geboorte
 Vlucht- of vechtreflexen die ons in staat stellen om de eerste maanden van ons leven te
overleven
 Als de hersenen op een later tijdstip in ons leven beschadigd raken, komen de primitieve
reflexen weer tevoorschijn.
Transitionele reflexen
 6 tot 8 maanden na de geboorte
 Helpen het kind met het trotseren van de zwaartekracht
Posturele reflexen
 Rond 10 maanden
 Stellen het kind in staat rechtop te staan, te lopen, te springen
Volgens Goddard kun je geremde of vertraagde reflexen alsnog stimuleren met oefeningen die je
kinderen kunt laten doen.

1.3 Visies op het prenatale bewustzijn
In het Westen bestaan onder andere de volgende visies:
 Leertheoretische of behavioristische visie  waarbij ervan wordt uitgegaan dat de mens na de
geboorte een onbeschreven blad is en wordt bepaald door leerervaringen  voor de geboorte
al enigszins geconditioneerd.
 Biologische visie  waarbij interne of erfelijke factoren de mens bepalen.
 Omgevingspsychologische visie  waarbij de mens wordt bepaald door de wisselwerking
tussen de sociale en de ruimtelijke/ materiële omgeving.
 Cognitivistische visie  waarbij de informatieverwerking en de zelfsturing van de mens
bepalend zijn  bij deze visie wordt bewustzijn aan het vormen van geheugen gekoppeld.
 Psychoanalytische visie  waarbij de biologische aanleg en de opvoedingservaringen in de
eerste levensjaren als belangrijke factor binnen de unieke levensgeschiedenis bepalend zijn
voor de persoonlijkheid en ontwikkeling  is er wel sprake van een vorm van besef in de
baarmoeder.
 Humanistische visie  waarbij de individuele belevingen, de ruimte voor de noodzakelijke
zelfontplooiing en de eigen verantwoordelijkheid bepalende factoren zijn.

Kader 1.4 Niet Westerse visies op bewustzijn
Figuur 1: De traditionele Chinese geneeskunde, gaat ervan uit dat de shen onder andere het
Softenonkindje bewustzijn omvat. Deze shen is gezeteld in het hart. Shen vertegenwoordigt de
intelligentie of de rede, geleid door principes en het geweten en niet door instincten en behoefte.

,1.4 De omgeving van het embryo en de foetus
Softenonkinderen:
 Thalomide was een rustgevend medicijn dat door veel zwangere vrouwen werd
geslikt  het middel leidde bij mensen tot verkorte en onvolgroeide ledematen.
 Thalomide heette in Nederland ook wel Softenon, vandaar softenonkinderen.

Teratognen  middelen die van buiten komen en een schadelijke invloed hebben op de
prenatale ontwikkeling  teratogene effecten kunnen leiden tot vertraagde groei, gedrags- en
functiestoornissen.

Alcohol- en/of drugsgebruik
 Zelfs matig roken en drinken kan een negatief effect hebben, zoals een lager
geboortegewicht of minder alert reageren na de geboorte.
 Een drugsverslaafde moeder geeft via de baarmoeder 60 tot 90 procent van de
gevallen de heroïne door aan het kind  de baby wordt dan met
onthoudingsverschijnselen geboren.
 FAS  foetaal alcoholsyndroom  kenmerken hiervan zijn ogen die wijd
uiteen staan, geestelijke groeiachterstand en te kleine hersenen of microcefalie.
 Slachtsoffers van DES (di-thylstilbestrol)  werd ingenomen door zwangere
vrouwen om miskramen te voorkomen  dochters van vrouwen die dit middel
hadden geslikt bleken later minder snel zwanger te kunnen worden en eerder een Figuur 2: FAS
miskraam, een te vroeg geboren of premature baby te krijgen  bovendien hebben zij een
verhoogde kans op baarmoederhalskanker.

Ondervoeding
 Ondervoeding van de moeder kan leiden tot neurologische afwijkingen bij het kind.
 Ondervoeding heeft effect op de ontwikkelingen van de hersenen.

Chemicaliën en stralingsgevaar
 De invloed van alle mogelijke chemische verbindingen en van de verontreiniging van de lucht,
de aarde en het water op onze gezondheid zijn nog niet geheel duidelijk.
 Radioactieve straling bereikt de foetus rechtstreeks.

Ongelukken
Verwonding van de aanstaande moeder wordt gedeeltelijk door het vruchtwater opgevangen, maar kan
ook leiden tot vroeggeboorte of een beschadiging van de foetus.

Te kleine placenta
Kan door de verminderde toevoer van zuurstof en voedingsstoffen de ontwikkeling van de foetus
nadelig worden beïnvloed.

Infectieziekten
 Rodehond of rubella  leidt in de eerste maand van de zwangerschap in 50% van de gevallen
tot afwijkingen bij de geboorte.
 Aids
 Geslachtsziekte syfilis  foetus kan pas met vier maanden na de geboorte worden besmet.

Psychische ziekten
 Ziektes die erfelijk bepaald zijn
 Erfelijke belasting van de aanstaande vader speelt ook een rol
 Factoren als stress, angst of depressies

, Zware stress
 kan leiden tot een verhoging van de adrenalineproductie in het bloed van de moeder
 babies van angstige moeders lijken in hun slaap meer te bewegen en dat hun perioden van
diepe slaap korter zijn

de leeftijd van de aanstaande moeder
 biologisch gezien het beste om de kinderen tussen het 20ste en 35ste jaar te krijgen
 moeders die jonger zijn dan 17  hebben een grotere kans op vroeggeboortes en twee keer
zoveel kans op een doodgeboren kind
 bij oudere moeders is er een lichtverhoogde kans op psychische problemen, zoals schizofrenie,
manische depressiviteit en kans op de chromosoomafwijking het syndroom van down
(trisomie 21)

de leeftijd van de vader
 het risico op schizofrenie verdubbeld wanneer de vader meer dan 45 jaar oud is
 het risico op schizofrenie verdriedubbeld wanneer de vader meer dan 50 jaar oud is
 kans op manische depressiviteit en autisme spectrum stoornis (ASS) neemt ook toe net als
kans op lichtere baby’s

1.5 De verwachtingen van de omgeving
Een kind dat niet aan de verwachtingen van de ouders voldoet, krijgt meestal minder positieve
aandacht en is zelfs kwetsbaarder voor mishandeling en verwaarlozing dan kinderen die wel aan de
verwachtingen voldoen.


Hoofdstuk 2: de geboorte en de eerste zes maanden
2.1 de geboorte als een biologisch proces
 duurt gemiddeld tussen de acht en veertien uur
 hersenen van de moeder en het kind versnellen beide het verloop van de baring door een
hormoon, oxytocine, af te geven dat de baarmoeder doet samen trekken
 het signaal dat wordt afgegeven, is een verlaagde bloedsuikerspeigel (glucosespiegel) van de
baby, omdat de moeder niet meer voldoende voedingsstoffen kan leveren
 eerste zwangerschap duurt het proces van baring langer dan bij latere zwangerschappen
 geboorte zo natuurlijk mogelijk laten verlopen  baarkruk, in het water, met gedempt licht,
navelstreng niet direct afklemmen
 baby’s huilen vaak na de bevalling  starten van de ademhaling, angst, pijn of honger
 zuurstofgebrek kan leiden tot hersenbeschadigingen  levert vaak neurologische stoornissen
op (stoornissen in het denken en/of in de bewegingen)
 prematuriteit  vroeggeboorte
 risico op ontwikkelingsstoornissen kan worden verminderd door  goede onderlinge steun
van de ouders, goede zorg van de pasgeborene
 complicaties tijdens de geboorte kunnen onder andere leiden tot te grote beweeglijkheid en
een concentratiestoornis  AHDH, leerstoornissen en coördinatieproblemen (oog-
handcoördinatie, sensorische perceptiestoornissen en leesstoornissen (dyslexie) en spraak- en
articulatieproblemen)
 hulpgrepen  verlostang (de forceps), vacuümextractor, keizersnede (sectio caesarea)
 een pasgeboren baby (neonaat) heeft al bijna alle hersencellen die hij de rest van het leven
nodig heeft, zo’n honderd miljard  de cellen moeten nog verbinden met andere cellen  het
verbinden komt neer op het leren en ontwikkelen

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper HvH. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€3,48  52x  verkocht
  • (13)
In winkelwagen
Toegevoegd