100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
College aantekeningen Gezinspedagogiek €7,99
In winkelwagen

College aantekeningen

College aantekeningen Gezinspedagogiek

 2 keer verkocht

Dit document bevat een zeer uitgebreide samenvatting van de colleges van het vak "Gezinspedagogiek" dat gegeven wordt aan de Universiteit Leiden. Ik heb zelf een 9,3 voor dit vak gehaald. In de samenvattingen staan ook duidelijk plaatjes waar nodig, en soms wordt een artikel kort besproken (mits di...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 37  pagina's

  • 24 januari 2022
  • 37
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Shelley van der veek en lenny van rosmalen
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (73)
avatar-seller
jasmijnvdhoff
Hoorcolleges Gezinspedagogiek
College 1: Het gezin in evolutionair perspectief
Gedragsgenetica:
De gedragsgenetica probeert de grootte van de invloeden van genen (“Nature”) en omgeving (“Nurture”) op
het fenotype te schatten. Het fenotype wordt dus gevormd door:

1. Genen (Genes)  G
o Heet tegenwoordig ook wel Additive Genetic Effect (A)
2. Gedeelde omgeving (Common environment) = voornamelijk opgroeien in gezin  C
o Bij gezinspedagogiek wordt hier vooral naar gekeken
3. Unieke omgeving (Error) = bijv. of je het jongste of oudste kind bent  E

Genen en omgeving kunnen elkaar versterken. Dat begint met assortative mating dat is dat partners elkaar
bewust opzoeken, en het past bij het idee soort zoekt soort. Je kiest dus iemand waarvan jij denkt dat die bij je
past. Ook is er een correlatie tussen genen en omgeving:

 Een kind zoekt een omgeving die bij hem past.
 De omgeving kan een uitkomst gen versterken.
 Ook kan de genetische bagage van een kind reacties van de omgeving oproepen.

Buiten de dingen die je van buitenaf kan bekijken qua wat er gebeurt, is
er ook nog een interactie tussen bepaalde genen die je hebt
meegekregen en jou daardoor meer openstellen voor de omgeving
waardoor de omgeving meer of minder invloed op je kan hebben dan op
een ander persoon met andere genen. Dit heeft te maken met
differentiële ontvankelijkheid, en dat betekent dat je genetisch gevoelig
bent voor iets, maar in combinatie met de omgeving zorgt dat ervoor dat
een kind zich op een bepaalde manier ontwikkeld. Kinderen beide met
eigenschap X kunnen zich totaal anders ontwikkelen afhankelijk van de
omgeving. Hiernaast is een voorbeeld met 2 soorten bloemen die dit
goed weergeeft.

Evolutionaire kijk op gedrag:
Bij het kijken naar gedrag wordt er gebruik gemaakt van een evolutionaire blik. Dit betekend dat gedrag
verklaard kan worden op 3 gebieden:

1. Soort
2. Cultuur
3. Tijd

Soort (species):
Voor het verklaren van gedrag kan gekeken worden naar verre familie, bijvoorbeeld apen. In het Max Plank
Institute worden vijf soorten (Orang-Oetan, Gorilla, Bonobo, Chimpansee en de mens) onderzocht en
vergeleken. De hierboven genoemde volgorde blijkt de volgorde te zijn van verste weg (= Orang-Oetan) naar
dichtstbij (= Chimpansee) de mens. Er wordt gezegd dat apen sociaal zijn, maar dat mensen ultra-sociaal zijn en
dat ze van nature willen samenwerken, helpen en geven. Maar klopt dit wel? Vaak gaat het namelijk om credit
opbouwen, maar uit een Amerikaanse studie bleek dat mensen blijer worden van geld spenderen aan anderen
dan aan hen zelf. De mens blijkt dus toch ultra-sociaal te zijn, maar hoe komt dit? Het grootste verschil met
apen is dat mensen goed zijn in “mind reading” dus de gedachten van anderen voorspellen, inschatten en
begrijpen. Apen kunnen dit tot zekere hoogte, maar ze hebben geen begrip van false beliefs, dat is dat ze niet
kunnen voorspellen wat iemand gaat doe die verkeerd geïnformeerd is. Het begrijpen van mind reading heeft
ook wel te maken met Miachiavellian Intelligence Hypothesis dat stelt dat we voor mind reading en sociale
intelligentie we gebruik maken van inside information (weten wat een ander weet). Mensen zijn de enige die
dus deze soort intelligentie gebruiken. Machiavellian intelligence is zichtbaar in gedrag:

,  Schuld geven of vergeven
 Liegen of waarheid vertellen
 Bondjes sluiten
 Beloftes maken of breken
 Regels maken of overtreden

Waarom beter in mind reading?
Waarom zijn we beter in mind reading en hoe is dat ontstaan? We denken dat het komt omdat een mens
andere zorg nodig heeft dan een dier. Een baby moet bijvoorbeeld neergelegd worden als de ouder iets gaat
doen en een babyaap niet die hangt aan de moeder. De Environment of Evolutionary Adaptedness is een
theorie over hoe en in welke tijd de homo sapiens is gevormd. Deze theorie stelt dat de EEA van een bepaalde
soort het geheel is van de omgevingsfactoren waarin de voorouders van die soort leefden en waaraan ze, na
een lang proces van adaptaties en natuurlijke selecties, aangepast waren. De theorie gaat er dus vanuit dat
gehechtheidsgedrag is gevormd omdat het overlevingswaarde heeft. Bowlby zegt dat nabijheid van de moeder
(monotropie) essentieel is voor overleven. Maar we denken dat gehechtheidsgedrag vooral versterkt werd
door moeder en alloparents samen. Het Bowlbaliean stereotype van de altijd beschikbare moeder is dus niet
realistisch. Hardy die zegt in zijn artikel juist dat infant survival afhangt van gehechtheid tussen kind, moeder en
anderen.

Bowlby-Ainsworth en gehechtheidsgedrag:
Om te overleven gaat een kind gehechtheidsgedrag vertonen om te kunnen overleven. Dit gedrag gaat vaak om
aandacht trekken van anderen in de omgeving. Het eerste gedrag dat een baby zal vertonen is huilen en later
zal hier gedrag bijkomen zoals nabijheid zoeken en vastklampen.

Lorenz:
Lorenz had een theorie dat kinderen expres schattige uiterlijke kenmerken hebben zodat anderen in de
omgeving voor het kind gaan zorgen. Denk aan grote ogen, bol hoofd, groot voorhoofd.

Samenvatting gehechtheidsgedrag kind:
Baby’s hebben dus extra skills nodig om te kunnen overleven en dieren hebben dit meestal niet nodig. Baby’s
van apen gaan nauwelijks zonder fysiek contact met de moeder. De baby’s van jagers-verzamelaars hebben wel
minder fysiek contact met de moeder en dat zorgde voor de ontwikkeling van skills zoals kijk/staren en
interpreteren. Volgens de evolutietheorie groeien kinderen op van meerdere verzorgers. Met betrekking tot
natuurlijke selectie ontwikkelden kinderen zich het best als ze goed waren in het lezen van andermans mentale
staat. Zo kwamen ze namelijk te weten van wie ze wel hulp konden verwachten en wie niet.

Klaar voor interactie:
Baby’s lijken na de geboorte meteen klaar voor interactie. Zo staren ze naar gezichten, imiteren ze
gezichtsuitdrukkingen en proberen ze in het algemeen contact te zoeken met verzorgers. Verder reageren ook
ouders/verzorgers anders op interactie met een baby dan interactie met volwassenen. Zo maken ze gebruik
van “motherese” of nu ook wel “parenthese” genoemd dat bestaat uit.

Kerngezin als uitgangspunt:
Is het gezin zoals we dat nu kennen er altijd geweest? Er zijn twee theorieën volgens het artikel van Hardy
waarom het beeld van het hedendaagse gezin niet kan kloppen met het beeld van het gezin van vroeger:

1. The hunting hypothesis = we gaan ervanuit dat mannen gingen jagen en vrouwen bleven thuis en als
de mannen thuiskwamen dat de vrouwen voor de rest alles geregeld hadden
2. Sex contract = vrouw behoort bij 1 man, die man die ging dan jagen en nam iets mee voor de vrouw
die bij hem behoorde. Je had ook maar één partner zodat de man zeker wist dat die kinderen van hem
kwamen

Hunting Hypothesis:
Volgens Hardy kan de Hunting Hypothesis niet kloppen, want mensen eten een paar keer per dag en als je dan
maar 2x per maand zo’n groot beest vindt die de mannen thuis moesten brengen, dan is dat niet genoeg om
van te leven. De vrouwen moest dus ook gaan verzamelen en kleine beesten vangen om te zorgen dat iedereen

,kon overleven. Dit in je eentje doen lukt niet dus als groep moet je zorgen dat er eten komt en ook waren er
alloparents nodig (vaak de ouderen) om te zorgen voor de kinderen. Hardy gebruik in haar stuk 2 termen die
belangrijk zijn:

1. Cooperative breeding = ouder zet een kind op de wereld, maar de groep eromheen helpt met
opvoeden. De mensen die dan helpen zijn de alloparents. Tegenwoordig is cooperative breeding nog
steeds te zien bij mensen. Oudere kinderen zijn nog afhankelijk van moeder bij een nieuwe baby. Dit
geeft een grote belasting waardoor hulp nodig is van vader, grootouders, broers en zussen. Voordelen
van cooperative breeding zijn voor dyade en voor de hele groep
2. Alloparenting

Inclusive fitness:
We denken te zien dat er iets is als inclusive fitness wat betekent dat we het meest doen voor kinderen waar
we een bloedband mee hebben. Hamilton’s rule zegt dat de relatedness en benefits moeten samen groter zijn
dan wat het je kost om zorg of hulp te leveren. Dit kan weergegeven worden als r × B>C . Het algemene idee
is dus dat mensen meer bereid zijn iets te doen voor andere mensen die hun genen dragen.

Kerngezin?
Het idee dat jagers-verzamelaars model een goede afspiegeling is van kerngezin klopt dus niet. Er was namelijk
geen garantie dat de vader terugkwam naar het gezin als hij wegging om te jagen. Bovendien kon het gezin
alleen niet voldoende voedsel verzamelen en hadden ze daar hulp van anderen bij nodig. De contributie en
steun van de vader is overigens nu ook nog geen garantie:

 Wereldwijd 10-15% huishoudens zonder vader
 Nederland 18% kinderen woont bij alleenstaande moeder
 In sommige landen is dat 40% (Botswana, Swaziland, Barbados, Grenada en Carribean)
 Ook als de vader wel aanwezig is, varieert de contributie van de vader. Aanwezigheid garandeert dus
geen hulp.

Vaders niet belangrijk?
Vroeger waren vaders voornamelijk belangrijk als beschermers. En hoe een kind zich ontwikkelt hangt af van de
beschikbare alloparents, dus de beschikbare volwassen in het leven van het kind. Volgens antropologen hoeven
vaders dat niet per se te zijn. Het bleek dat in 8 van de 15 traditionele samenleving er geen effect was van het
wel of geen vader hebben als er maar andere verzorgers waren.

Huwelijksvormen:
Er zijn verschillende soorten huwelijks vormen:

 Monogamie = man en vrouw

 Polygamie = één man en meerdere vrouwen

 Polyandrie = meerdere mannen en één

 Polygynandrie = meerdere mannen en meerdere vrouwen

Mogelijke oplossing:
Als je zeker wil weten dat er voor je kind gezorgd wordt en je bent bang dat de vader niet zijn steentje bij zal
dragen, dan kan je kiezen voor polyandrie. Polyandrie is een vrouw met meerdere mannen. Dit betekent dat
vaderschap over het betreffende kind onduidelijk is, ze weten niet van welke vader het kind is dus ze helpen
allemaal mee. In Zuid-Amerika is vaak spraken van partible paternity, ook wel gedeeld vaderschap genoemd.
Als een vrouw meerdere vrienden of echtgenoten heeft, dan betekent dat in hun beleving dat alle mannen
waar deze vrouw gemeenschap mee heeft gehad bij hebben gedragen aan de vorming van dat kind.

Kerngezin als ideaal voorbeeld:
Het kerngezin wordt gezien als een ideaal voorbeeld. Onderzoek tussen single ouderschap versus kerngezin laat

, zien dat kinderen uit een kerngezin het over het algemeen beter doen. Opgroeien zonder vader resulteert
vaker in:

 Meer gedragsproblemen
 Lagere opleiding
 Jonger zwanger
 Vaker werkloos
 Valer in gevangenis

Het vraagteken hierbij is of dit komt omdat er geen vader is of omdat er geen alloparents zijn? Of speelt SES
ook een rol?

Michael Lamb: Attachment to fathers:
Michael Lamb heeft veel onderzoek gedaan in Amerika naar gehechtheid aan vaders. Hij zegt dat een
voltijdsmoeder dat een kind daar (veilig) aan gehecht is. Maar een (veilige) gehechtheid aan vader is ook
mogelijk, zelfs als het kind de vader maar 1 uur per dag ziet bij contact na het werk. De AKA foragers in
Centraal- Afrika, daar zijn de vaders veel vaker met hun kinderen dan gemiddeld gezien in de westerse wereld.
Bij de AKA zijn de vaders 50% van de tijd binnen armbereik van hun kinderen en is er 22% van de tijd direct
contact of knuffelen.

Moeder vroeger en nu afhankelijk van alloparents:
De moeder is eigenlijk altijd afhankelijk zijn geweest van anderen. Als ze een baby kregen en daar niet voor
konden zorgen dan had je kans dat er sprake was van infanticide (kind doden) of te vondeling leggen. Maar ook
nu kan het niet hebben van alloparents invloed hebben op je keuze voor wel of geen kinderen. Je kan
bijvoorbeeld kinderen nemen uitstellen met anticonceptie of in zijn geheel besluiten geen kinderen te krijgen,
omdat je moet werken om te leven en je hebt geen alloparents die zorg voor een eventueel kind van je over
kunnen nemen.

Alloparenting vormen:
Er zijn meerdere vormen van alloparenting:

 Min = Vroeger tot rond 1900 was er de min, en dat is een andere vrouw die het kind borstvoeding gaf.
 Gouvernante = tegenwoordig au pair, die hulp overnam van de moeder om het kind groot te brengen.
 Kinderdagverblijf = plek waar andere mensen voor het kind zorgen. Uit onderzoek is gebleken dat als
kinderopvang van hoge kwaliteit is dat kinderen goed functioneren en zich zelfs kunnen hechten aan
een leidster.
 De Kibboets is waar kinderen werden opgevoed als groep
 Grootouders

Conclusie alloparents en gehechtheid:
De conclusie is dat veilige gehechtheid mogelijk is aan meerdere verzorgen. Een uitgebreid netwerk is een
voorspeller van beter functioneren bijv. empatischer, onafhankelijker en succesvoller. Dit komt omdat het kind
meerdere perspectieven aanleert. Een kanttekening is dat het beter werkt in kleine, consistente en
voorspelbare (bv. jagers-verzamelaars) dan een grote groep (bv. moderne maatschappij). Het integration
model stelt dat de beste uitkomsten zijn voor kinderen met minstens 3 goede relaties/attachments.
Alloparenting zelf heeft ook een kanttekening want als we kijken naar apen en jagers-verzamelaars dan zien we
dat hoe veel tijd overdag ook besteed wordt bij alloparents, baby’s slapen elke nacht bij hun moeder. En we
weten dat als dit bij mensen niet het geval is, dat dat ten koste gaat van de gehechtheidsrelatie. Dit kwam
bijvoorbeeld naar voren in de Kibboets studie waarbij collectief slapen vaker voor onveilige gehechtheid zorgde
dan thuis slapen.



College 2: Gezin in historisch perspectief
Methoden van onderzoek naar het verleden:
Bij onderzoek naar het verleden kan je verschillende benaderingen toepassen:

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jasmijnvdhoff. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 65040 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€7,99  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd