Anatomie en Fysiologie
Week 1
1. De student kan de oögenese (eicelontwikkeling) en spermatogenese (zaadcelontwikkeling)
beschrijven.
Eicelontwikkeling
Als het embryo vier weken oud is, ontstaan er stamcellen in de net aangelegde ovaria. Zo’n stamcel
wordt een oogonium genoemd. Tot aan de vijfde maand van de foetale ontwikkeling vermeerderen
de stamcellen zich door mitose. Ondertussen beginnen deze cellen aan de meiose. Je noemt ze dan
primaire oöcyten. De meiose 1 stopt in een vroeg stadium. De verdere ontwikkeling blijft slapend tot
puberteit.
Elke primaire oöcyt wordt in de eierstok omgeven door een laag follikelcellen. Het geheel is een
onrijpe ei-follikel. Vanaf de puberteit wordt er 1 keer per vier weken een primaire oöcyt hormonaal
geactiveerd om de meiose 1 te voltooien.
Na deze deling ontstaan er twee haploïde cellen, waarvan de ene veel groter is dan de andere.
Respectievelijk secundaire oöcyt en poollichaampje. Hier stopt de meiose opnieuw.
Secundaire oöcyt komt vrij in eileider. Poollichaampje verdwijnt. Nog steeds is eicel niet helemaal
rijp. Dit gebeurt pas bij meiose 2 en dit is wanneer een spermatozoön de eicel binnendringt.
Zaadcelontwikkeling
Begint in de eerste maanden van de embryonale ontwikkeling. In de vierde week ontstaan
stamcellen in de wand van de zaadbuisjes van de zich ontwikkelde testis. Deze stamcellen worden
spermatogonia genoemd. Zij zijn diploïd en liggen in de wand van de zaadbuisjes. Vanaf de puberteit
gaan de spermatogonia onder invloed van mannelijke hormonen delen. Dit zijn mitotische delingen
waarbij primaire spermatocyten ontstaan. Worden in richting van zaadbuisjes geduwd en maken
meiose 1 door, waardoor ze haploïd worden en secundaire spermatocyten heten. Bij deze cellen
voltrekt zich vervolgens meiose 2. De cellen worden spermatiden genoemd. Deze differentiëren in
rijpe spermatozoa.
Dus:
Rijpe geslachtscellen zijn haploïd; ze hebben de helft van het aantal chromosomen dat in
normale lichaamscellen voorkomt. Hiertoe ondergaan toekomstige geslachtscellen een
meiose. De meiose bestaat uit twee fasen:
1. Halvering van het aantal chromosomen
2. Mitotische deling van de twee cellen die na de meiose 1 ontstonden
, De eicelontwikkeling: stamcel oogonium begin meiose 1 primaire oöcyt einde
meiose 1 secundaire oöcyt eicel wordt bevrucht meiose 2.
De zaadcelontwikkeling: stamcel spermatogonium primaire spermatocyt meiose
1 secundaire spermatocyt meiose 2 spermatiden spermatozoa.
2. De student kan de menstruele cyclus en ovariële cyclus beschrijven en hierin de verschillende
fasen onderscheiden.
Menstruele cyclus
Fase 1 menstruatiefase (bloedingsfase): duurt ongeveer 5 dagen. Treedt op wanneer er geen
bevruchting heeft plaatsgevonden. Corpus luteum is bezig te vergaan en produceert geen oestrogeen
en progesteron meer.
Daling van progesteron vaatkrampen in de bloedvaten van het endometrium.
Baarmoederslijmvlies grotendeels afgesloten. Bloedverlies via vagina.
Fase 2 proliferatiefase (opbouwfase): vijfde tot de vijftiende dag. Dikte van het endometrium neemt
geleidelijk toe. Deze fase staat onder invloed van oestrogeen uit de follikelcellen van het ovarium:
oestrogene fase.
De proliferatiefase eindigt na de ovulatie, wanneer de graaffollikel gaat veranderen in het corpus
luteum.
Fase 3 secretiefase (afscheidsfase): vijftiende tot achtentwintigste dag. Het corpus luteum in het
ovarium zet de oestrogeenproductie voort en gaat progesteron produceren. Doorbloeding
endometrium neemt toe. Optimale conditie voor eventuele innesteling. Onder invloed van
progesteron deze fase: gestagene fase.
Ovariële cyclus
Gereguleerd door de gonadotrope hormonen uit de adenohypofyse.
Begint met rijping van een eifollikel. Dit proces in gang gezet door FSH. De eifollikel wordt rijper en
beginnen nu oestrogeen te produceren. Oestrogeen:
- Koppelt de hypofysevoorkwab negatief terug wat betreft de vorming van FSH. Productie FSH
neemt af.
- Stimuleert de hypofysevoorkwab om LH af te geven. LH bevordert het rijpingsproces van de
eifollikel en vervolgens de ovulatie.
Onder invloed van LH verandert de graaffollikel na de ovulatie in het corpus luteum. Dit gaat nu ook
progesteron produceren. Negatieve terugkoppeling waardoor LH-productie weer afneemt.
3. De student kan de invloed van gonadotrope hormonen bij de man beschrijven.
Gonadotrope hormonen bij man zijn: FSH en ISCH. Deze hormonen zetten de gonaden aan tot de
vorming van geslachtshormonen: ontwikkeling van geslachtscellen.
4. De student kan de invloed van gonadotrope hormonen bij de man beschrijven. weet in grote
lijnen op welke manier de erfelijke informatie van ouders wordt doorgegeven aan het kind
en welke overervingsprincipes een rol kunnen spelen bij het overdragen van genetische
aandoeningen.
FSH stimuleert de spermatogenese in de zaadbuisjes.
De leydigcellen in de testes produceren onder invloed van ICSH het mannelijke hormoon testosteron.
Testosteron:
- Bevordert en handhaaft de secundaire geslachtskenmerken.
- Stimuleert spermatogenese en de werking van zaadblaasjes en prostaat.
Overerving:
- Replicatie: verdubbelen DNA. Hierna kan cel gaan delen:
- Mitose: groei, reparatie.
, Meiose: voortplanting.
Dezelfde genen: homozygoot.
Verschillende genen: heterozygoot.
_________________________________________________________________________________
Week 2
1. De student kan beschrijven hoe de conceptie tot stand komt.
Wanneer een spermatozoön een eicel binnendringt. Daarna worden twee haploïde setjes genetisch
materiaal gemengd tot een nieuwe unieke diploïde set.
Zaadcel op weg naar eicel is 15 cm en duurt 12 tot 24 uur. Om zure milieu in vagina te overleven is
heeft sperma een hoge pH. Bereiken de eileider. Wanneer een eicel binnendringt, verandert de eicel
in een ondoordringbare barrière. Vrijwel tegelijkertijd voltooid de eicel de meiose 2. Eenmaal
binnengedrongen verliest de zaadcel zijn staart, middenstuk en hals. Vervolgens smelten beide
kernen samen zygote.
2. De student kent globaal de ontwikkeling die de embryo/ foetus doormaakt van het moment
van conceptie tot het moment van geboorte.
Embryonale ontwikkeling
Vanaf het eencellig stadium tot ongeveer 9 weken. In deze periode nestelt het embryo zich in het
endometrium en ontwikkelen zich de placenta en de navelstreng. De embryonale ontwikkeling
eindigt wanneer alle orgaanstelsels zijn aangelegd. Dan spreken we van een foetus.
- Eerste tot vierde week
Ongeveer 24 uur na bevruchting ondergaat de zygote de eerste mitose. Mitose zonder plasmagroei
wordt klievingsdeling genoemd. Na ongeveer 40 uur delen de twee cellen weer en ontstaan vier, elk
weer half zo kleine, cellen. Na nog twee klievingsdelingen is er een massief bolletje van 16 cellen
ontstaan morula.
Vier tot vijf dagen oude embryo is een met vocht gevuld blaasje blastocyste. Aan één kant van de
blastocyste is een groepje cellen geconcentreerd. Hieruit ontstaat embryoblast.
Het embryo is nu zo ver dat innesteling in endometrium kan plaatsvinden. Dat gebeurt ongeveer 6
dagen na de bevruchting.
In de derde week van de embryogenese wordt een derde kiemblad, het mesoderm, gevormd tussen
het ectoderm en het entoderm in. Uit elk van de drie kiembladen zullen zich specifieke orgaanstelsels
gaan ontwikkelen.
- Vierde tot negende week
Embryo voert een draaiing van 180 graden uit.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper roosver6. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.