In dit bestand word de bouw en functie van verschillende weefsels beschreven.
Denkende aan: steunweefsel, spierweefsel, bindweefsel, kraakbeenweefsel, botweefsel, enz.
Hoofdstuk 3 Weefsels
Inleiding
Weefsel = een verzameling cellen met dezelfde bouw en gemeenschappelijke functie. Daar horen
ook de extracellulaire stoffen (tussencelstof/matrix) bij die zich rondom de cellen bevinden en
waaraan het weefsel vaak zijn specifieke functie(s) ontleent.
Algemene beschrijving klopt niet altijd: weefsel kan meerdere cellen bevatten of meerdere functies
vervullen.
3.1 epitheel
Epitheel (dekweefsel) = bestaat uit cellen die een aaneengesloten laag vormen (geen tussencelstof)
Vormt overal in lichaam begrenzende deklagen. Epitheelcellen krijgen voeding van het doorbloede
aangrenzende bindweefsel.
Epitheel laag is aan een kant blootgesteld aan omgeving (buitenwereld) en aan andere kant zit
epitheel vast aan een heel dunne elastische laag basaalmembraan = verbindt het epithaal met
onderliggende weefsel (meestal bindweefsel)
Epitheel houdt levenslang vermogen om te delen (komt doordat ze snel afslijten en moeten worden
vervangen)
3 functies van epitheel:
1. Bescherming = zo goed als alle epitheel bied bescherming tegen beschadiging (aantasting
chemische stoffen, tegen binnendringen van ziekteverwekkers en tegen uitdroging).
2. Transportfunctie = bepaald epitheel zorgt ervoor dat stoffen binnenin het lichaam komen (bv
in darmholte, voedingsstoffen en longblaasjes, zuurstof)
3. Secretie (afscheiding) = meestal slijm, waterig vocht. Slijm dient als: plakmiddel (stofjes in
luchtwegen), glijmiddel (darmen & vagina), bescherming tegen uitdroging (luchtwegen) en
bescherming tegen inwerking van enzymen of zuren (maag & urine)
3.1.1 eenlagig epitheel
1 rij epitheelcellen. Kwetsbaar, maar repareert ook weer snel.
Op grond van bouw wordt eenlagig epitheel in vier typen ingedeeld:
1. Eenlagig plaveiselepitheel (plaatepitheel) = bestaat uit relatief platte cellen.
Komt voor in: binnenkleding van hart, bloed- en lymfevaten en de longblaasjes. Doordat het
inwendig ligt wordt het ook aangeduid met endotheel.
Vliezen rond longen, hart en buikorganen bestaan ook uit plaatepitheel, maar wordt ook wel
mesotheel genoemd
2. Kubisch epitheel = cellen zijn even hoog en breed (komt voor in nierbuizen & wand van
klierbuizen)
3. Cilindrisch epitheel = cellen zijn relatief hoog en bevatten veel organellen (door
secretiefunctie). Komt voor in: binnenbekleding van de darm (dunne darm aan binnenkant
hebben de epitheelcellen een groot aantal microville, deze zorgen voor enorme
oppervlaktevergroting), de galblaas en de baarmoeder.
4. Trilhaarepitheel = hoge cellen en zijn aan kant van holte bedekt met cilia (trilharen). Deze
kunnen met een krachtige slag een kant op bewegen en nemen erna oude vorm weer aan.
Tussen epitheelcellen zitten slijmcellen (continue produceren ze slijm)
Komt voor in: binnenbekleding van luchtwegen (wegwapperen stofjes en vuiltjes) en in
eileiders (voortbewegen eicel)
, 3.1.2 meerlagig epitheel
Opgebouwd uit enkele tot vele lagen epitheelcellen. Onderste lagen kubisch of cilindrisch. Schuiven
voortdurend nieuwe cellen naar de boven lagen toe (worden steeds verder afgeplat). Meer
oppervlakkig gelegen lagen hebben slijtfunctie.
3 typen meerlagig epitheel:
1. Verhoornend plaveiselepitheel : dieper gelegen cellen hiervan zijn kubisch. Aan
basaalmembraan grenzende laag cellen delen zich continu, gedeelte van dochter cellen
schuiven naar oppervlak. Cellen worden platter naarmate dichter bij oppervlak.
Bovendien verhoornen ze, waardoor ze doodgaan. Ontstaat een verhoornde buitenste laag
die ondoordringbaar is voor water en bescherming van buitenaf.
Je vindt het in de opperhuid.
2. niet verhoornend plaveiselepitheel : zelfde bouw als verhoornend plaveiselepitheel, maar
geen verhoorning in de buitenste laag cellen. Belangrijke functie is bescherming tegen
beschadiging van buitenaf. Meestal zitten er veel slijmcellen tussen de epitheelcellen
(spreekt dan van slijmvlies).
Treft het aan in onder andere bedekking van mondholte en vagina
3. overgangsepitheel : bestaat uit enkele lagen kubische of bolvormige cellen (kunnen van
vorm veranderen zonder beschadigd te raken). Uitgerekte vorm zijn cellen platgetrokken.
Belangrijkste functie hiervan is elasticiteit, waardoor er bij rek geen spleten ontstaan.
Komt voor in: urineblaas is ermee bedekt.
3.1.3 klierepitheel
Bepaalde epitheelcellen kunnen tijdens de embryonale ontwikkeling tot klierweefsel differentiëren,
heeft alleen secretiefunctie. Productiecapaciteit van klierweefsel is groter dan andere
epitheelsoorten. Het is op veel plaatsen in het lichaam geconcentreerd tot aparte organen: de
klieren. Regulatie van klieractiviteit gebeurd door zenuwstelsel of door hormonen. Klieren halen
stoffen uit bloedvaten (epitheel is zelf niet doorbloed, klieren liggen dieper verzonken in goed
doorbloed weefsel (name bindweefsel)
Klieren worden verdeeld in exocriene en endocriene klieren (ligt aan plaats waar klieren hun product
afgeven)
1) exocriene klieren : geven product aan externe milieu af (door afvoerbuis). Dit soort afgifte
wordt externe secretie genoemd.
Voorbeelden: zweetklieren, borstklieren, darmsapklieren en speekselklieren.
Sommige klieren zijn buisvormige en sommige trosvormig.
2) Endocriene klieren : geen afvoerbuis, geven product rechtstreeks aan bloed af. Dit proces
heet interne secretie. De afscheidsproducten van endocriene klieren zijn altijd hormonen.
3.2 steunweefsel
Verzamelnaam voor weefsels die een verbindende, steunende of verzorgende functie hebben. Geeft
steun aan lichaam, beschermt de organen en bepaalt hun vorm en onderlinge beweeglijkheid.
Bestaat uit gespecialiseerde cellen die omgeven zijn door geen kenmerkende tussencelstof (matrix).
Steunweefselcellen liggen vrij van elkaar of verbonden dia dunne celuitlopers. Functie wordt
grotendeels bepaald door samenstelling van matrix: vloeibaar matrix (bloed) of heel compact (bot)
Steunweefsels zijn: bindweefsel, kraakbotweefsel, botweefsel en vloeibaar steunweeflsel (bloed en
lymfe)
3.2.1 bindweefsel
Veel plaatsen in lichaam te vinden en bevat meerdere functie. Bestaat uit: losliggende cellen,
omgeven door de bindweefselmatrix. Matrix = een geleiachtige substantie waarin zich verschillende
typen eiwitvezels bevinden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Yaar00. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.