14. Producttypologieën
Marketingmix = de wijze waarop een bedrijf haar marketinginstrumenten inzet om een
bepaald product perfect op een bepaalde (doel)groep klanten probeert af te stemmen
binnen een bepaalde markt.
Hierdoor heeft het product de grootste kans om succesvol te worden.
Product =
Kwaliteit, vormgeving
Verpakking, merknaam
Accessoires, assortiment
Service
Product = is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of dienst
Dit betreft alles wat kan worden aangeboden op een markt voor consumptie,
verbruik, gebruik of attentie waarmee een specifieke behoefte kan worden voorzien
Een product is dus ook een idee, recht of goeddoel
Attributen = een product beschikt attributen (kenmerken, eigenschappen) die de gebruiker
een zekere mate van voldoening schenken
Tandpasta: smaak, frisse adem, stralend wit
Functionele productwaarde en emotionele productwaarde
= Waarden worden niet alleen door een fabrikant aan een product toegevoegd
Instrumentele productfunctie = vervullen van functionele en inhoudelijke behoefte
Expressieve productfunctie = vervullen van emotionele (psychosociale) behoefte
Productniveaus van Leeflang
Fysieke eigenschappen:
“Ik heb dorst”
Toegevoegde eigenschappen:
Specifieke drankje (Desperado’s)
Die twee samen = uitgebreid product
Afbeelding film met desperado’s in hand
Die drie samen = totaal product
Centrale waarden van een product
Functionele productwaarden: hoe ziet het eruit? = specifieke eigenschappen
Instrumentele productfunctie: welke functie vervult het?
Emotionele productwaarden: welke belang en imago heeft het?
Expressieve productfunctie: wat straalt het uit / wat straal ik uit?
5 Productniveaus van Kotler
= 5 niveaus waarin een product zich bevindt of kan bevinden, gezien vanuit de beleving van
de consument
,VB: Jassen
1. Kern- / basisproduct (core benefit)
Beschermen tegen kou / sneeuw
2. Tastbare / generieke product (basic product)
Pasvorm, materiaal, regen afstoot
3. Verwacht product (expected product)
= bij aanschaf van het product -> alle voorwaarden/kenmerken consument
Inderdaad echt warm zijn, tegen wind bescherming bieden, comfortabel
4. Uitgebreide / aangevuld product (augmented product)
Merk, imago, in de mode
Factoren: service, garantie, prijs/kwaliteit
5. Potentieel product (potential product)
= mogelijkheden tot uitbreidingen, voor in de toekomst
Dunner, sterker, lichter materiaal
Productindelingen in productgroepen
Naar mate van abstractie
Naar aard van bestemming
Naar mate van duurzaamheid
Naar mate van prijsverandering
Naar mate van inkomensverandering
Tastbaar = product
Niet tastbaar = dienst/idee
Productgroepen: aard van bestemming
B2C -> consumentenproduct
B2B -> industrieel product
Productgroepen: mate van duurzaamheid
Duurzaam: gebruiksgoederen
Niet-duurzaam: verbruiksgoederen
FMCG = Fast Moving Consumer Goods
-> Alle producten met een korte levensduur en een snelle omloop
Wc papier, voedingsmiddelen
Productgroepen: mate van prijsverandering
Effect van prijsverandering Prijs blijft gelijk:
1. Substitutie goederen 1. Gevraagde hoeveelheid neemt toe
2. Indifferente goederen 2. Gevraagde hoeveelheid blijft gelijk
3. Complementaire goederen 3. Gevraagde hoeveelheid daalt
, Productgroepen: mate van inkomensverandering
Effect van inkomensverandering
1. Luxe goederen
2. Noodzakelijke goederen
3. Inferieure goederen
Consumentenproducten
-> Productvoorkeur en inspanningsbereidheid
Convenience goederen = gemaksproducten
= Lage bereidheid
Supermarkten zijn redelijk dichtbij
Niet bepaalde voorkeuren voor merken
Shopping-goederen = keuzeproducten
= Hoge bereidheid
Meubelwinkels zijn niet binnen bereik, lang voor rijden
Specifiek merk
Specialty-goederen = speciale producten
= Sterke voorkeur
Trouwjurken
Unsought-goederen = niet-gezochte producten
= Geen voorkeur
Advocaat: heb je meteen nodig