Samenvatting van The Student's Guide to Social Neuroscience
Auteur: Jamie Ward
Taal Samenvatting: Nederlands
ISBN 9781138908628
2e druk 2017
Inhoudsopgave
• Hoofdstuk 1 Introduction to Social Neuroscience
• Hoofdstuk 2 The Methods of Social Neuroscience
• Hoofdstuk 3 Evolutionary Origins of Social Intelligence and Culture
• Hoofdstuk 4 Emotion and Motivation
• Hoofdstuk 5 Reading Faces and Bodies
• Hoofdstuk 6 Understanding Others
• Hoofdstuk 7 Interacting with Others
• Hoofdstuk 8 Relationships
• Hoofdstuk 9 Groups and Identity
• Hoofdstuk 10 Morality and Anti-Social Behaviour
• Hoofdstuk 11 Developmental Social Neuroscience
• Oefenvragen bij alle hoofdstukken
,Hoofdstuk 1 Introduction to Social Neuroscience
Sociale neurowetenschap
De sociale psychologie probeert te begrijpen en te verklaren hoe de gedachten, gevoelens
en gedragingen van individuen worden beïnvloedt door de daadwerkelijke, voorgestelde of
geïmpliceerde aanwezigheid van anderen. Sociale neurowetenschap (‘social neuroscience’)
heeft hetzelfde doel, maar hier wordt geprobeerd deze gedachten, gevoelens en
gedragingen te begrijpen en verklaren met behulp van de methoden en technieken van de
neurowetenschap. Veel wetenschappers binnen het sociale neurowetenschapsveld komen
uit de cognitieve psychologie, de studie van mentale processen zoals denken, waarnemen,
spreken, handelen en plannen. In sociale neurowetenschap worden de sociale en cognitieve
psychologie aan elkaar verbonden, evenals de geest (psychologie) aan de hersenen
(biologie, neurowetenschap).
De term sociale neurowetenschap kan worden teruggevoerd op een artikel van Cacioppo en
Bertson (1992). Voor die tijd waren bepaalde studiegebieden die nu onder sociale
neurowetenschap vallen, echter al actief. In de jaren negentig zorgde de opkomst van
verfijnde methoden, zoals fMRI en ‘transcranial magnetic stimulance’ (TMS), voor meer
toepassingen binnen de sociale en cognitieve psychologie. Uiteindelijk zorgde dit ervoor dat
sociale neurowetenschap in 2000 als een apart veld kon worden gezien, met eigen centrale
onderzoeksvragen en methoden.
Het Sociale Brein
Een belangrijke kwestie binnen de sociale neurowetenschap is de mate waarin het sociale
brein kan worden onderscheiden van de andere functies die het brein uitvoert. Een
mogelijkheid is dat er bepaalde neurale substraten zijn die zich bezig houden met sociale
cognitie maar niet met andere soorten van cognitieve verwerking. Deze visie is gerelateerd
aan modulariteit en domeinspecifiteit.
• Modulariteit houdt in dat bepaalde cognitieve processen of hersengebieden beperkt
zijn met betrekking tot de informatie die ze verwerken en de manier waarop dit
verwerkt wordt.
• Domeinspecifiteit is het idee dat een cognitief proces of een hersengebied
gespecialiseerd is in het verwerken van een bepaalde soort informatie. Het is echter
ook mogelijk dat het sociale brein niet alleen gespecialiseerd is in sociaal gedrag,
maar ook bijdraagt aan niet-sociale aspecten van cognitie.
Er zijn daarnaast een aantal visies die tussen deze twee extremen vallen. Zo denkt Mitchell
(2009) dat het sociale brein bijzonder is dankzij de natuur van de informatie die verwerkt
wordt, en niet per se omdat het sociaal is. Een andere mogelijkheid is dat niet bepaalde
delen van het sociale brein speciaal zijn, maar dat er bepaalde neurale mechanismen
bestaan die aansluiten bij sociale processen. Een belangrijk inzicht in de sociale
neurowetenschap is dat een er een eenvoudig mechanisme zou kunnen zijn – werkend op
het niveau van enkele neuronen – dat er voor zorgt dat er correspondentie plaats vindt
,tussen de zelf en de ander. Volgens sommigen bestaat dit mechanisme uit spiegelneuronen.
Hoewel deze neuronen oorspronkelijk tijdens handelingen zijn opgemerkt, is het mogelijk
dat spiegelen een algemene eigenschap is van neuronen en dat ze niet in een bepaald
gebied gelokaliseerd zijn. Het is moeilijk te zeggen of deze neuronen specifiek sociaal zijn of
hun oorsprong vinden in algemenere cognitieve functies.
Is neurowetenschap een gepast verklaringsniveau voor de studie van sociaal gedrag?
Sociale psychologie en neurowetenschap gebruiken verschillende verklaringsniveaus. sociale
neurowetenschap probeert deze niveaus samen te brengen. Veel wetenschappers binnen
dit veld hebben dan ook geen sterke reductionistische benadering. Reductionisme houdt in
dat een soort verklaring door de tijd heen vervangen wordt door een andere, meer basale
verklaring. Een andere manier waarop neurowetenschappelijke data wordt gebruikt om
niveaus van verklaringen samen te brengen is ‘reverse inference’ (omgekeerde
gevolgtrekkingen maken). Deze benadering probeert de natuur van cognitieve processen af
te leiden uit neurowetenschappelijke data. De betrouwbaarheid van deze methode is
afhankelijk van de kennis over de functies van bepaalde hersengebieden. Bovendien zijn de
functies van deze gebieden afhankelijk van de context waarin ze actief zijn. Methodologisch
gezien is het belangrijk om ook andere vormen van dataverzameling te gebruiken naast
reverse inference.
Er is een scenario waarin op het brein gebaseerde data geen invloed heeft op het begrijpen
van sociale processen, dit heet het schone lei scenario (blank slate). In deze situatie wordt
alle informatie die aangeboden wordt door het brein geaccepteerd, verwerkt en
opgeslagen, zonder dat er gebruik gemaakt wordt van vooraf bestaande biases, kennis en
beperkingen. Een meer realistisch scenario is dat het brein randvoorwaarden creëert voor
sociaal gedrag. Sociale processen doen zich voor in het brein, maar sommigen worden
gecreëerd door randvoorwaarden uit de omgeving en anderen door de inherente
organisatie, biases en tekortkomingen van het brein zelf. Variaties zijn echter niet altijd toe
te wijzen aan sociale of omgevingsniveaus. In sommige gevallen kan er geen onderscheid
worden gemaakt tussen verschillende verklaringsniveaus. Het is mogelijk dat zulke
interacties tussen verklaringsniveaus de norm zullen zijn in sociale neurowetenschap, maar
het veld is nog te nieuw om deze conclusie te kunnen trekken.
, Hoofdstuk 2 The Methods of Social Neuroscience
Welke soorten methoden zijn er in de neurowetenschap?
Social neuroscience maakt gebruik van methoden die afkomstig zijn uit andere velden, zoals
sociale en cognitieve psychologie en cognitieve neurowetenschap. De belangrijkste
methoden van de cognitieve neurowetenschap kunnen gecategoriseerd worden aan de
hand van verschillende eigenschappen.
• Temporele resolutie verwijst naar de accuraatheid waarmee gemeten kan worden
wanneer een gebeurtenis zich voordoet
• spatiële resolutie verwijst naar de accuraatheid waarmee gemeten kan worden waar
een gebeurtenis zich voordoet
• Invasiviteit verwijst naar de lokalisatie van de apparatuur (intern of extern)
Methode
Methode Invasiviteit Gebruikt hersenkenmerk
type
Niet -
EEG / ERP Opname Elektrisch
invasief
Single cell
Opname Invasief Elektrisch
recordings
Niet -
TMS Stimulatie Elektromagnetisch
invasief
Niet -
MEG Opname Magnetisch
invasief
PET Opname Invasief Hemodynamisch
Niet -
fMRI Opname Hemodynamisch
invasief
Tabel 1. Verschillende cognitief-neurowetenschappelijke methoden
Hoe worden gedrag en cognitie gemeten?
Er zijn drie soorten metingen die gebruikt worden om gedrag en cognitie te meten:
prestatie-gebaseerde metingen, observaties en eerste persoons-gebaseerde metingen.
Prestatie-gebaseerde metingen
Mentale chronometrie is de studie van het tijdsverloop van informatieverwerking in het
menselijke zenuwstelsel. Dit houdt in dat veranderingen in de natuur of efficiëntie van
informatieverwerking zich zullen openbaren in de tijd die nodig is om een taak uit te voeren.