Hoorcollege 1 – introductie
Sociologie = gaat over de mens in zijn/haar context
ë Sociologie is een wetenschap die zich richt op hoe mensen vormgeven aan
hun leven
ë Met vragen over hoe wij met elkaar samenleven, welke invloed we op elkaar
hebben en hoe de omgeving waarin we wonen ons mogelijkheden biedt en
beperkingen geeft
Sociologie zien in individuele keuzes > bijvoorbeeld de liefde
Persoonlijke, individuele keuzes > zoals het aantal kinderen dat een vrouw neemt >
verschilt per land en per tijd
ë Sociologie richt zich op hoe macrostructuren de organisatie van ons sociale
leven vormgeven
ë En hoe deze sociale structureren de keuzes en mogelijkheden voor individuen
geven en beperken
ë Sociologie richt zich op individuen en hun interacties (microdynamics) en hoe
die beïnvloed worden door de context waarin zij zich begeven. En de
keuzevrijheid (agency) die individuen daarbinnen gebruiken.
Praktische zaken
ë Literatuur: introduction to sociological theory > hele boek behalve hoofdstuk
12,14 en 15
ë 30% van cijfer bepaald door moderatorschap
ë 70% door de twee toetsen: op 17 maart en 14 april
ë Altijd een voldoende halen
ë Introductie + hoofdstuk 1 lezen uit Dillon
Ontstaan sociologie en de rol van theorie
Sociologie
ë Comte (1798-1857)
ë Socius (medemens)
ë Logos (leer)
ë Comte keek naar hoe mensen met elkaar omgaan in de samenleving
ë De verlichting als keerpunt > ratio (denken) staat centraal
Voordat sociologie als zodanig bestond
ë Werd het denken over de samenleving vooral beschreven door filosofen
Het positivisme van Comte
ë Regels van de natuurwetenschap toepassen (bepaalde regelmatigheden of
wetten die begrip geven) op het begrijpen van de samenleving.
ë Uitgangspunt moet zijn datgene dat waarneembaar is (empirisme)
ë Wetenschap is objectief
Wetmatigheden – W – explanans > naarmate er meer in de publieke
gezondheidszorg wordt geïnvesteerd, is de levensverwachting van mensen hoger
Condities – C > in rijke landen wordt er meer in de publieke gezondheidszorg
geïnvesteerd dan in arme landen
Explanandum – E – explanandum > in rijke landen is de levensverwachting hoger
dan in arme landen
Interpretatieve benadering
, ë Het onderwerp van de sociale wetenschappen betreft de mens en haar
gedrag, wat niet te vangen is in wetten.
ë Een sociaal wetenschapper verhoudt zich anders tot zijn onderzoeksobject
dan een natuurwetenschapper.
Twee dominante elkaar aanvullende benaderingen
1. Positivistisch: de werkelijkheid kunnen we waarnemen en meten met
indicatoren. Met statistiek kunnen we de relaties tussen kenmerken
vaststellen.
2. Interpretatief: het verklaren van sociale fenomenen door het begrijpen van de
alledaagse gecontextualiseerde werkelijkheid.
Theorie – wat is het?
ë Sociologische theorie is een verzameling van concepten en uitspraken over
relaties daartussen, waarmee de patronen en processen in de samenleving
worden begrepen.
ë Theorie om antwoord te geven op wetenschappelijke vragen over empirische
sociale fenomenen.
ë Een theorie is in ontwikkeling, waarmee het een verzameling van kennis is.
Gebruik van theorie
Vraag – theoretisch antwoord – onderzoek naar het theoretisch antwoord – nieuwe
vraag.
- Eventueel aanpassing van theoretisch antwoord
- Theorie stimuleert ons om nieuwe vragen te stellen en om een ander
perspectief te nemen dan we gewoon zijn te doen.
- Veel theorieën – veel perspectieven
- Sommige theorie beter toepasbaar op sommige onderwerpen
ë Sommige meer op ongelijkheid in de samenleving
ë Sommige meer op relaties, netwerken en het samen leven
ë Sommige meer op veranderingsprocessen in een samenleving
- Sociologische theorie stimuleert te gaan van vragen over het individu > naar
vragen over de samenleving.
Hoorcollege 2 – Karl Marx
Denkers voorafgaand aan Marx
ë Hobbes (1588-1679): mensen zijn hebzuchtig en de een bezit meer dan de
ander
ë Locke (1632-1704): positiever mensbeeld; rationeel eigenbelang zal een
positieve uitwerking hebben op het individueel welzijn en op de samenleving
als geheel
ë Economen als Smith (1723-1790) ging het om de welvaart in een land
- Volgens de econoom Smith nam bij vrije markten welvaart toe > bij
arbeidsdeling
- Wie maakt welk deel van consumptieve goederen?
Marx legt de nadruk op ongelijkheid
ë De welvaart neemt wellicht toe, maar niet in gelijke mate voor iedereen
ë Sterker nog: het daalt voor de arbeidersklasse
De theorie: het historisch materialisme
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esmeevisser. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.