Overzicht van de psychotherapie
College 1: Wat is psychotherapie
Boek: Psychotherapie van theorie tot praktijk (van Deth, 3e herziene druk)
Hoofdstuk 1: Variaties op een thema: wat is ‘echte’ psychotherapie
Psychotherapie Een vorm van hulpverlening die, via het methodisch toepassen
van psychologische middelen door gekwalificeerde personen,
beoogt mensen te helpen hun gezondheid te verbeteren.
Eenvoudigere omschrijving; de behandeling van psychische
problemen/stoornissen met behulp van psychologische
methoden door daartoe opgeleide deskundigen.
Therapeutisch contact verschilt van een vriendschapsrelatie in verschillende opzichten;
- Van vrienden wordt gelijkheid en wederkerigheid verwacht. Hiertegenover staat dat de
therapeut er alleen voor de client is, niet omgekeerd (asymmetrische relatie).
- De relatie tussen een therapeut en een client is een middel om de problemen van de client te
verminderen of op te lossen.
- Het contact in therapie is van tijdelijke aard.
Alle vormen van psychotherapie hebben 4 samenstellende factoren met elkaar gemeen (vier
relevante R’s):
1. Relatie= is intens en emotioneel geladen, vertrouwelijk en wekt vertrouwen. Cliënten
ontwikkelen een zekere afhankelijkheid, hierdoor staan zij open voor beïnvloeding en
verandering.
2. Raamwerk= de context/setting is herkenbaar als therapeutisch. Het biedt een veilig kader.
3. Rationale= verklaring voor de klachten/problemen.
4. Ritueel= een procedure (methode/techniek) die uit de verklaring voortkomt. Actieve
deelname van de client en therapeut is vereist.
Verschillende vormen van psychotherapie worden ingedeeld volgens twee hoofdkenmerken;
1. Clientsysteem= met wie gaat de deskundige een psychotherapeutische relatie aan?
Individuele psychotherapie
Groepspsychotherapie
Partnerrelatietherapie
Gezinstherapie
2. Werkwijze= meestal getypeerd door de theoretische hoofdrichting
Psychodynamisch
Cliënt-gericht
Gedragstherapeutisch
Cognitief
Systeemtheoretisch
De GGZ ondergaat een medicalisering. Evidence-based practice en managed care zijn ontwikkeld om
de kwaliteit van de gezondheidszorg te beoordelen op grond van effectiviteit en rendabiliteit. Elke
behandeling wordt getoetst op de gebieden van wetenschappelijke en economische
verantwoordelijkheid.
Vanuit het medische model vallen er in de werkwijze drie grote stappen te onderscheiden;
, 1. Diagnose= tijdens deze
probleemverkenning, zorgt de
hulpverlener voor een positief
gespreksklimaat en een verheldering van
de klacht/hulpvraag.
2. Verklaring= in deze probleemontleding
wordt de verkregen informatie
systematisch uitgewerkt en aangevuld.
Lichamelijke stoornis/biologische
factoren.
Ervaringen uit de
ontwikkelingsgeschiedenis die bij
kunnen dragen aan het huidige
probleem.
Specifieke factoren (emotioneel,
cognitief, gedragsmatig) die het
probleem in stand houden/uitlokken.
Welke betekenis/functie heeft het
probleem binnen een sociaal netwerk.
3. Behandeling= tijdens de probleemoplossing, is het doel het verdwijnen (genezen) of
verbeteren van klachten/problemen/stoornissen door middel van verandering bij de patiënt.
Hulpverlening kan ook gericht zijn op het voorkomen van nieuwe problemen of het
voorkomen van een terugval (preventie).
Deze niveaus van het hulpverleningsproces lopen door elkaar heen en de probleemontleding is pas
afgerond wanneer het probleem verholpen is.
Psychotherapeutische kritiek op de DSM;
- DSM is te veel gericht op tekorten en toestanden; psychotherapeuten houden tijdens de
indicatiestelling ook rekening met de mogelijkheden van de persoon (het vermogen tot
aanpassing en probleemoplossing).
- DSM is te veel op het individu gericht; het werk van psychotherapeuten houdt sterk rekening
met interpersoonlijk gedrag van patiënten.
De DSM hoort een leidraad te zijn voor behandeling van psychische problemen, maar wordt al snel
een voorschrift; stoornis X vereist therapie Y (in setting Z).
Een bepaalde therapiemethode kan nuttig zijn voor een groep patiënten met verschillende
uiteenlopende diagnosen. Aan de andere kant kunnen patiënten met dezelfde diagnose geholpen
worden met verschillende uiteenlopende behandelmethoden.
Specialisering binnen psychiatrie;
- Sanatoriummodel (met als voorloper de neurosekliniek); de trend tot groepering van
diagnosen in aparte settings.
- Laboratoriummodel (met als voorloper de therapeutische gemeenschap); de trend tot
(psycho)therapeutische specialisering ontstond tegelijkertijd met de vorming van
verschillende therapie scholen.
- Uit beide trends volgt een toenemende specialisering in de psychotherapie volgens;
Doelgroep (diagnose, problematiek)
, Behandelwijze (model, methode)
Diagnose- Declaratiesysteem van zorgverzekeraars waarbij therapeuten een
behandelcombinaties (dbc’s) (DSM-)diagnose met bijbehorende (standaard)behandeling
moeten aangeven. De vergoeding wordt na afloop van de
behandeling volgens vaste standaarden berekend.
Prestatiemodel Economische criteria van efficiëntie en productiviteit. Er wordt
een afweging gemaakt tussen kosten en baten; wat kost het en
wat levert het op?
Beleidsmakers in de gezondheidszorg willen vaststellen hoeveel een bepaalde psychische stoornis
kost. Daarvoor is er een grote behoefte naar een strikte definitie van de psychische ziekte. De DSM
werkt als een vertaalsysteem; het biedt erkenning en daardoor recht op vergoeding.
Kenmerken van psychotherapeutische methoden;
1. Therapeutisch doel; de focus van de therapie ligt op de
aspecten van het doen en laten van de patiënt die men wil
veranderen. (het volgende onderscheid moet gezien worden
op een continuüm, aangezien er ook tussenvormen bestaan)
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen;
Klachtgerichte benaderingen= genezing. Het
verminderen/verdwijnen/oplossen van de
klachten/symptomen/stoornissen.
Persoonsgerichte benaderingen= gezondheid gaat erop
vooruit doordat de persoon leert hoe hij/zij de
levenswijze, vaste denk- en gedragspatronen of
persoonlijkheid kan veranderen. Er wordt verwacht dat
als de client een betere levenskwaliteit bereikt, hij/zij
leert om problemen beter aan te passen.
2. Therapeutische werkwijze; getypeerd door de geactiveerde
veranderingsprocessen (ervaren, begrijpen, oefenen) en de
therapeutische stijl. Er kan onderscheid gemaakt worden
tussen;
Meegaand; de therapeut laat de client de inhoud van de
sessie bepalen. De therapeut houdt zich afzijdig en
vergemakkelijkt het proces van zelfexploratie en zelfhantering van het probleem. Er
worden geen adviezen of oplossingen aangeboden.
Sturend; de therapeut heeft een verhouding van meester tot leerling tegenover de client.
Zonder de eigen visie op te dringen, stelt de therapeut zich op als deskundige die een
specifieke methode aan de client voorstelt om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
Veranderingsmechanismen:
Affectieve beleving (ervaren)= uitlokken van emoties (affectinductie) dat expliciet en
intensief plaatsvindt tijdens exposure.
Cognitieve beheersing (begrijpen)= verwerven van inzicht (nieuwe denkpatronen,
waarneming, zelfbewustzijn). Wordt expliciet geactiveerd in cognitieve en
psychodynamische therapie.
Gedragsregulatie (oefenen)= veranderen van disfunctioneel gedrag en verwerven van
nieuwe gedrag. Expliciete werkwijze in gedragstherapie.
, 3. Therapeutische context; vergroot de kans dat
de patiënt daadwerkelijk verandering
ondergaat. Formele afspraken over de
behandelorganisatie hebben betrekking op;
Behandelsetting; waar vindt de therapie
plaats
Intensiteit en duur
Vergoeding
Verhouding tot het sociale netwerk van de
client; wie wordt er op de hoogte gesteld
van de therapie
Specifieke voorwaarden;
veiligheidsmaatregelen ten aanzien van
gebruik/misbruik van alcohol, drugs,
medicijnen. Afspraken over
beschikbaarheid van de therapeut bij crisis. Regels over mogelijkheid tot tussentijds
contact met therapeut.
Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)= regelt relatie tussen patiënt en
hulpverlener en legt hun rechten en plichten vast.
- Recht op informatie; de hulpverlener vertelt duidelijk wat er aan de hand is, welke
behandeling nodig is en welke risico’s er aan verbonden zijn.
- Toestemmingsvereiste; hulpverlener mag de patiënt alleen behandelen als deze
toestemming geeft.
- Inzage medisch dossier; patiënt heeft recht op inzage en mag ook een kopie vragen.
- Privacy; medisch dossier en gesprekken tussen patiënt en hulpverlener zijn vertrouwelijk.
- Vertegenwoordiging; wanneer de patiënt niet zelf in staat is om te beslissen, kan een ander
hem/haar vertegenwoordigen.
- Plichten patiënt; patiënt moet de hulpverlener duidelijk en volledige informatie verschaffen
en de hulpverlener betalen voor de diensten.
Inzicht in psychotherapie;
- Rationeel/verstandelijk inzicht= verwerven van kennis over gebeurtenissen en ervaringen.
Men leert iets te begrijpen door verbanden te leggen. Wordt direct verworven via
verheldering (verklaring, duiding) door een therapeut, maar kan ook indirect ontstaan tijdens
een oefenopdracht in een concrete situatie.
- Praktisch/oordeelkundig inzicht= oordeel leren vormen over een situatie en hoe men deze
aan kan pakken. Kan direct ontstaan door cognitieve uitdaging van vaste denkpatronen of
indirect door rollenspel.
- Psychologisch/doorleefd inzicht= leren iets aan te voelen en bewustwording van welke
gevoelens en gedachten hier aan mee werken. Kan het directe resultaat zijn van een
emotioneel zoekproces of een indirect resultaat uit een reeks frustrerende ervaringen.
Cognitieve- Wanneer men geconfronteerd wordt met een afwijkende
dissonantietheorie opvatting, kan men dergelijke wanklank (dissonantie) ongedaan
maken, door bijvoorbeeld een andere opvatting te ontkrachten of
te negeren, of door de eigen opvatting bij te stellen.