Boek: De capabilitybenadering in het sociale domein
Voorwoord:
Zowel in nederland als in Vlaanderen is het sociale domein de laatste jaren in
beweging. In nederland hebben achtereenvolgende decentralisaties van beleid en
middelen de instituties van het sociale domein grondig veranderd. Ook de
onderliggende ideologie is gewijzigd: de overheid heeft de explicite ambitie om de
verzorgingsstaat te veranderen in een participatie samenleving. Daarin moet iedereen
die dat kan meedoen en worden we allen opgeroepen om als we hulp nodig hebben
eerst een beroep te doen op onze eigen netwerken en omgeving, in plaats van op
professionele krachten die door de overheid betaald worden.
Kritiek: deze overgang mogelijk is, wenselijk is. Velen zijn bang dat het in de praktijk
neerkomt op versoberingen en bezuinigingen, en dat de kwetsbare burgers minder
beschermd zullen worden. Stemmen die een voor wat hoort wat aanpak in zorg en
welzijn pleiten, winnen aandacht. Daarnaast horen we in het sociale domein de kritiek
dat een technocratische manier van besturen steeds dominanter wordt. Tegen die
achtergrond zijn sommigen van het sociale domein op zoek naar een nieuw moreel
kompas voor hun beroep. Ook voelen de behoefte om in beweging te vormen die meer
aandacht wil voor de politieke en ethische dimensies van het sociaal werk als
tegenwicht voor de technocratische manier van besluitvorming.
Een van die kaders/theorieën is de capabilitybenadering (capability approach) dit is
een cadeau dat zijn oorsprong vindt in het denken van Amartya Sen en Martha
Nussbaum heeft veel bijgedragen aan de ontwikkeling van deze benadering.
Ondertussen is er mondiaal een grote groep onderzoekers in allerlei disciplines die de
benadering verder uitwerken en verfijnen.
Deze benadering biedt een theorie over kwaliteit van leven op welzijn. Ze richt zich op
de reële mogelijkheden die mensen hebben om te zijn wie ze willen zijn en te doen
wat ze willen doen. Die reeële mogelijkheden noemen we capabilities. Voorbeelden:
deel uitmaken van een hecht en fijn sociaal netwerk, zich professioneel kunnen
ontplooien, de mogelijkheid hebben om te recreëren en te ontspannen, en de
mogelijkheid hebben in een veilige prettige omgeving te wonen. Sommige capabilities
laten zich beter formuleren als de afwezigheid van iets wat ongewenst is, bijvoorbeeld
niet blootgesteld worden aan vormen van stress, niet eenzaam zijn en niet
gediscrimineerd worden.
De capabilitybenadering is primair een normatief kader, dat wil zeggen: het helpt ons
antwoorden te geven op de vragen hoe we zouden moeten handelen als persoon en
hoe we instituties en beleid vorm zouden moeten geven. Essentieel in deze
benadering is dat ze de mens centraal stelt, elk individuele mens in zijn of haar
context. De verschillen tussen mensen en de verschillende behoeften en talenten die
mensen hebben staan daarbij centraal: de capabilitybenadering ageert expliciet tegen
beleid dat uitgaat van veronderstellingen die slechts op een kleine groep mensen van
toepassing zijn. Denk bijvoorbeeld aan een beleid dat impliciet verondersteld dat
gezinnen twee ouders hebben en dat daarmee de specifieke behoeften van een
eenoudergezin negeert of beleid dat er van uitgaat dat alle burgers een minimaal
niveau van zelfredzaamheid hebben ook als dat niet voor iedereen het geval is. Om
eenzelfde kwaliteit van leven te bereiken hebben mensen in verschillende maten
voorzieningen of ondersteuning nodig. Daarnaast stelt de capabilitybenadering dat
mensen diverse legitieme invullingen van het goede leven kunnen hebben: instituties
of beleid mogen er dus niet van uitgaan dat iedereen het zelfde wil.
Vooral over rechtvaardigheid is veel geschreven en ook over de vraag wat het
betekent als een land zich ontwikkelt: ga dat alleen maar over economische groei of
zouden we naar iets anders moeten kijken?
,Overlapping definitie van SW en de capabilitybenadering:
Het vergroten van de reële vrijheden van mensen, het belang van sociale
rechtvaardigheid en respect voor diversiteit en het doel om welzijn te bevorderen.
Wat zou de capabilitybenadering het sociale domein kunnen bieden:
Ten eerste is dat een conceptuele taal die aansluit bij de ervaringen van mensen. Ten
tweede bekijk deze benadering de mens als geheel in plaats van op verschillende
domeinen apart in te zoomen. Ten derde is er het grootste belang dat deze
benadering hecht aan diversiteit tussen mensen. Ten vierde kan deze benadering een
politieke of ethische analyse samenbrengen met een descriptieve of verklarende
studie. Tenslotte brengt deze benadering alle dimensies van een menselijk leven
samen en situeert ze mensen ook expliciet in de context en structuren waarin ze
moeten leven. Dat deze benadering aantrekkelijk is voor het sociale domein maakt
haar uiteraard nog geen benadering die vrij is van problemen of uitdagingen:
Een belangrijke uitdaging is ten eerste dat deze benadering geen volledige
gedetailleerde theorie is maar dat men haar op verschillende manieren kan uitwerken.
Ten tweede is deze benadering nog vooral theoretisch. Een derde uitdaging is dat als
we deze benadering gebruiken, we nog steeds een aantal lastige morele vragen
moeten beantwoorden waar deze benadering geen antwoord op kan geven. Tenslotte
is er de uitdaging dat het nog maar de vraag is in hoeverre beleid rekening kan
houden met alle dimensies van diversiteit.
H2: menselijk welzijn en vrijheid
Deze benadering gaat in eerste instantie om de mogelijkheid van mensen om een
goed leven te kunnen leiden. Maar hoe definieer je een goed leven? Zowel individuele
ambities als de sociale, culturele en maatschappelijke context bepalen de contouren.
Door de bril van deze benadering moet iedereen in staat zijn of moet iedereen de kans
geboden worden om het leven te leiden dat hij of zij wil leiden. Vrijheid en een goed
leven gaan hand in hand, ze vormen volgens deze benadering de ankers voor
menselijke ontwikkeling. Dus voor het leiden van een goed leven dienen mensen vrij
te zijn om autonoom de gewenste keuzes te kunnen maken en deze natuurlijk ook te
kunnen waarmaken. Dit proces wordt soms versterkt maar nog beperkt door de
omstandigheden. Het is in dit proces dat sociaal werkers een belangrijke rol kunnen
spelen.
Deze benadering wordt niet enkel gepresenteerd als een inspiratiebron voor weer
werk, een tegen theorie voor het eendimensionale economische denken, maar vooral
als een evidence-based en normatief kader dat houvast kan bieden voor handelen en
beroepsethiek, en als legitimering van het beroep.
Het denken over welzijn, zorg en samenleven, het terrein van het sociaal werk lijkt
voor Noud tot een ideologische koken die een economische logica koppelt aan een
individueel verantwoordelijkheid's model. Een ideologie waarin slagen een
persoonlijke verdiensten is, ook wie faalt heeft dat vooral aan zichzelf te danken. Dit
dominante vertoog legitimeert zich enkel ideologisch, want het ontbreekt een
empirische bases. Tegelijk resulteert dit geloof wel in toenemende ongelijkheid
uitsluiting en vervreemding in onze samenleving. Het volstaat om een blik te werpen
en op armoede en werkeloosheid cijfers en de cijfers van de mensen in de bijstand of
op de dropout cijfers in het onderwijs. Telkens is er een constante te zien: een
duidelijke significante toename van de signalen dat er op het vlak van welzijn en
welbevinden tegenwoordig iets mis is. De ideologie van de zelfredzaamheid strookt
niet met de realiteit.
, In die actualiteit hebben sociaal werkers behoefte aan houvast, oude kaders blijken
niet meer de antwoorden te kunnen bieden op de complexe uitdagingen in het sociaal
werk. Ze blijken niet de maatschappelijke legitimiteit te hebben in een denken over
welzijn zorg en samenleving dat vaak niet meer de verbinding maakt met het
waardekader van het sociaal werk maar dat steeds meer bepaald lijkt door een meten
is weten logica en economische belangen en door belangrijke transformaties in de
welvaartstraat.
De verantwoordelijkheid voor het individuele en collectieve welzijn verschuift
tegenwoordig van de overheid naar de burger. Stephan Lessenich spreekt over de
neosociale welvaartsstaat, onder de vlag van vermaatschappelijking vertelt de
overheid dat we solidair moeten zijn. Tegelijk ontmantelt en vermarkt de overheid het
eigen aanbod. Het gevolg is dat de menselijke maat in het denken en handelen naar
de achtergrond verdwijnt. Het leidt in de praktijk tot een versterking van het new
public management bij de overheid. Kosten-batenanalyses worden het leitmotiv van
sociaal beleid, in plaats van participatie, menselijk welbevinden of geluk. Er is een
nieuwe zienswijze nodig die de ideologische impact van een op individueel slagen of
falen geënt maatschappijmodel van repliek dient. Dat nieuwe perspectief brengt de
structurele voorwaarden in beeld die nodig zijn om een menswaardig leven mogelijk te
maken. Het perspectief stel de leefwereld en persoonsgebonden capaciteiten dromen
en betrachtingen van mensen centraal.
Sen: levert al tientallen jaren fundamentele kritiek op de eenzijdige economische
benadering van ontwikkeling waarin elke maatschappelijke tendens wordt
gereduceerd tot een rekensom. Economische ontwikkeling is volgens haar alleen van
belang wanneer de ontwikkeling burgers de vrijheid geeft om de dingen te doen die ze
graag doen. Economie is volgens haar geen doel op zichzelf maar een middel voor
menselijk welzijn.
De kritiek op de materalisering van menselijke ontwikkeling inspireerde hun 2 tot het
ontwikkelen van deze benadering. Het doel van deze benadering is om bij het bepalen
van sociaal en politiek beleid de kwaliteit van het leven als uitgangspunt te nemen en
niet economische parameters als productie, groei en winstcijfers. In sociaal politiek
beleid gaat het er dan vooral om kansen of mogelijkheden te creëren voor mensen
zodat zij in staat zijn zich volgens maatstaven vrij te ontwikkelen.
Voor Sen speelt bij menselijke ontwikkeling het idee van vrijheid een cruciale rol. De
filosoof die het naoorlogse denken over vrijheid op scherp gesteld heeft is Berlin. Hij
onderscheidt negatieve en positieve vrijheid, in het verhaal van de benadering zijn ze
verbonden.
In deze benadering draait het uiteindelijk om positieve vrijheid om de vrijheid de
dingen te doen die je wilt doen, om je eigen talenten en vermogens te ontwikkelen,
om het leven op een waardige manier te leiden, positieve vrijheid doet een beroep op
de keuzemogelijkheid en de kansen die mensen hebben.
Positieve vrijheid = gaat over de handelingsvrijheid die je als mens in staat stelt om je
leven vorm te geven om iets met de geboden negatieve vrijheid te doen.
Negatieve vrijheid = dat je als mens vrij van externe dwang moet kunnen leven hier
ligt het startpunt van positieve vrijheid.
Naast negatieve en positieve vrijheid neemt ook vrijheid in verbondenheid een
belangrijke plaats in. Enkel in relatie tot medemensen en ingebed in een
gemeenschap zijn mensen in staat vorm te geven aan hun bestaan. We kunnen
slechts vrij zijn in de maatschappij die onze vrijheden mogelijk maakt en garandeert.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evelienfonk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.