Hoofdstuk 1
Soorten;1)Materieel strafrecht=bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor
kunnen worden gestraft, 2)Formele strafrecht=bepaalt welke regels moeten worden gebold wanneer
een norm van het materiële strafrecht is overtreden, 3)Sanctierecht=heeft betrekking op de
voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer worden gelegd
4)Commuun strafrecht=Wetboek van Sr, 5)Bijzonder strafrecht=strafbepalingen in andere wetten,
6)Internationaal strafrecht=Sr in verdragen die voor ons gelden, 7)Supranationaal strafrecht=
regels die een internationale organisatie oplegt waar de lidstaten zich aan moeten houden→ EHRM
Hoofdstuk 2
Structuur van een strafbepaling; een omschrijving, en kwalificatie-aanduiding en een strafbedreiging
● Vierlagenmodel; de opbouw van het strafbare feit
1)Het moet gaan om een menselijke gedraging (MG)
→ Niet te bewijzen dat deze gedraging is begaan? Vrijspraak!
2)Het moet aan de wettelijke delictsomschrijving voldoen (DO)
→ Voldoet de gedraging niet aan de delictsomschrijving? Strafbaarheid uitgesloten
3)Het moet wederrechtelijk zijn (W) =in strijd met het recht
→ Is de gedraging niet wederrechtelijk? Ontslag van alle rechtsvervolging!
4)Er moet schuld in de zin van verwijtbaarheid zijn (Z)
→ Verwijtbaarheid als iemand een andere optie had dan het overtreden van de wet
→ Is de gedraging niet verwijtbaar? Ontslag van alle rechtsvervolging
Bestandsdelen (1+2); staan in de delictsomschrijving, Elementen (3+4) staan er niet in
Soms wederrechtelijkheid als bestanddeel, vb; vernieling (Iemand vernielt je deur als ze bijvoorbeeld
je willen redden van een brand; dan is het wel vernieling, maar niet wederrechtelijk)→Drielagenmodel
-Wederrechtelijkheid is altijd een voorwaarde voor strafbaarheid, soms staat deze in de wet, wanneer
bij zo’n delict de wederrechtelijkheid ontbreekt, kan men zeggen dat het delict niet is gepleegd
-Staat deze er niet in? Dan is de delictsomschrijving wel vervuld als de wederrechtelijkheid ontbreekt,
maar ben je nog steeds niet strafbaar door bv. rechtvaardigheidsgronden
Legaliteitsbeginsel; kwalificatie, wet duidelijk zijn; rechtszekerheid→soorten interpretatiemethoden;
1)wetshistorische; kijken naar de totstandkomingsgeschiedenis van de bepaling, bv. Kamerstukken,
2)grammaticale; kijken naar de taalkundige betekenis van de woorden+systematische zinsverbanden
3)systematische; kijken naar de systematiek van de wet, 4)teleologische; kijken naar het doel
● Soorten delicten;
1)Misdrijven en overtredingen→belangrijk; competentie, poging en medeplichtigheid is wel
strafbaar bij misdrijven, dwangmiddelen gebruikt worden bij misdrijven
2)Formele en materiële delicten
Formele delicten=staan in de wet omschreven als een handeling, een specifiek omschreven activiteit
Materiële delicten=gevolg is strafbaar gesteld (doodslag) (handeling ontbreekt, gevolg staat in de wet
3)Commissie- en omissiedelicten
commissiedelicten=een doen/nalaten wordt strafbaar gesteld
omissiedelicten=een niet-handelen wordt strafbaar gesteld, als dit niet exact zo geformuleerd in de
wet staat; oneigenlijk omissiedelict (=als het in de wet staat als een omissiedelict, terwijl het wordt
gepleegd door een nalaten
4)Gekwalificeerde en geprivilegieerde delicten
Gronddelicten; gekwalificeerde(strafverzwarend) en geprivilegieerde(strafverlichtend)
Causaliteit=de leer van oorzaak en gevolg→ causaal/oorzakelijk verband
Factoren; externe factoren, tijdsverloop, meerdere oorzaken, causale keten met veel schakels
● Causaliteitstheorieën
1)Conditio sine qua non; indien bij het ontbreken van een schakel in de reeks het gevolg zou zijn
uitgebleven, dan is deze schakel als oorzaak aan te wijzen
2)Causa-proxima leer; factor die het dichtst bij het gevolg ligt moet als oorzaak gelden
, 3)Voorzienbaarheidsleer; nadruk op de handeling waarvan kan worden gezegd dat deze een gevolg
heeft dat naar algemene ervaringsregel voorzienbaar was
ARREST; Letale longembolie→ criterium van redelijke toerekening voor oorzakelijk verband
Hoofdstuk 3
Culpa (schuld); culpoos (niet opzettelijke, onvoorzichtige handelen) en opzettelijk (willens en wetens)
als opzet/schuld in de delictsomschrijving is opgenomen noem je ze subjectieve bestanddelen
^bij misdrijven altijd, bij overtredingen niet; intentie waarmee de dader heeft gehandeld onbelangrijk
● Graden van opzet → groot belang waar de opzet van de pleger op gericht is!!
1)Opzet met bedoeling; enige doel of streven van de dader is het verrichten van de strafbare
handeling→ wetens en willens
2)Voorwaardelijk opzet; daders soms zo gericht op het primaire doel, dat de aanmerkelijke kans
voor lief nemen dat door deze gedraging ook een ander gevolg zal intreden→ ook wel kansopzet
→Eisen; bewust, aanmerkelijke kans, aanvaarden (=verklaringen of door objectiveren/normaliseren)
ARREST; Cicero-arrest→ criteria voor voorwaardelijk opzet; niet duidelijk+onzekerheid=blootstellen
aan kans dat je inbreuk maakt op het recht van een ander
ARREST; Aanmerkelijke kans→nieuw criteria voor voorwaardelijk opzet; willens en wetens
blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg zich zal voordoen
op het een aanmerkelijke kans is, hangt af van de situatie, hoe erg de gevolgen zijn is NIET van
belang (denk aan iemand neerschieten, maar diegene gaat niet dood)
3)Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn; dader heeft bepaald doel voor ogen, maar hij weet dat
het noodzakelijk is een -niet primair beoogt- gevolg in het leven te roepen om dat doel te bereiken
Opzet delictsbestanddelen=alle delictsbestanddelen die volgen na het woord ‘opzettelijk’
Geobjectiveerde delictsbestanddelen=delictsbestanddelen die als ze na het woord ‘opzettelijk’ volgen,
niet op de opzet van de dader gericht moeten zijn→ voldoende als dit aan dit bestanddeel is voldaan
^als iets ‘geobjectiveerd’ is, hoeft de opzet voor dit bestanddeel niet worden vervuld
1)Schuld als element=verwijtbaarheid, 2)Schuld als bestanddeel=culpa→plegen van feit is niet
opzettelijk, maar komt door onvoorzichtbaarheid, als dit leidt tot strafbaar gevolg is er sprake van een
culpoos delict, Onvoorzichtbaarheid; gebrek aan beleid, onvoldoende zorg, gebrek aan nadenken etc.
Culpa=verwijtbare aanmerkelijke(=nogal risicovol, behoorlijk risico) onvoorzichtigheid
verwijtbare; had hij anders kunnen handelen?→ kijk naar een schulduitsluitingsgrond, aanmerkelijke
onvoorzichtigheid; had hij anders moeten handelen? toetsen aan zorgvuldigheidsnormen, behoorlijke
aanmerkelijk risico
^wederrechtelijkheid+verwijtbaarheid maken deel uit van culpa!; beide besloten in het deel ‘schuld’ in
de delictsomschrijving dus bestanddelen
1)Bewuste culpa=als de culpoze dader realiseert dat hij onvoorzichtig bezig is (bv. roekeloosheid),
bagatelliseren en zelfoverschatting
2)Onbewuste culpa=als de wetenschap omtrent de onvoorzichtigheid niet bij de dader aanwezig is,
Grens tussen bewuste culpa en voorwaardelijk opzet;
BC=zich bewust zijn van het gevaar, maar vertrouwen op een goede afloop, wetens
VO=willens en wetens blootstellen aan de aanmerkelijke kans dat het strafbare gevolg zich voordoet,
risico aanvaarden!!
^de wil van de dader is belangrijk!; lastig, onbetrouwbaar, dus hoe kan de rechter dit redeneren?
1)Objectiveren=soms kunnen aanwijzingen voor opzettelijk&culpoos handelen worden gevonden door
de door de rechtbank vastgestelde gedragingen (uiterlijke verschijningsvorm en contra-indicaties)
2)Normaliseren=vergelijking met het gedrag van normale mensen, wat voor risico’s nemen hun?
ARREST; Porsche-arrest→ bestuurder eerst inhalen afgebroken (objectiveren), niet waarschijnlijk dat
hij zijn leven op het spel zou zetten voor het inhalen (normaliseren) →culpa, geen opzet
Hoofdstuk 4
Bij iedere strafuitsluitingsgrond; culpa in causa(=schuld in de zin van oorzaak; je hebt het zelf
veroorzaakt/uitgelokt), subsidiariteit (=noodzakelijk), garantenstellung(=gelet op iemands achtergrond
of beroep mag je meer iets verwachten; bv. getraind om kalm te zijn in bepaalde situaties),