Onderwijsrecht algemeen – literatuur
Renée van Schoonhoven
Week 1: Onderwijs en recht
Basisboek onderwijsrecht – H.1 Inleiding: onderwijsrecht en de belangrijkste wetten
voor het onderwijs
Huisman et al. (2020)
1.1 Wat is recht? Een paar uitgangspunten
• Het recht: voor burgers bindende regels en beginselen
- Vindplaatsen: wetten, verdragen, uitspraken van de rechter (jurisprudentie) en de gewoonte
(more rechtsplicht)
- Onderscheid tussen:
o Publieksrecht: over relatie overheid en burger (bestuursrecht, ambtenarenrecht,
Algemene bestuursrecht (Awb), Gemeentewet)
o Privaatrecht: over relaties tussen burgers onderling (eigendom en verbintenissen,
bijzondere overeenkomsten, in het Burgerlijk Wetboek (BW)
• Legaliteitsbeginsel: het handelen van de overheid moet gebaseerd zijn op een wet. Toekenning
bevoegdheid:
1. Attributie: toegekend door de wet (Wet op het onderwijstoezicht (WOT)
2. Delegatie: de overdracht van de krachtens attributie verkregen bevoegdheid naar een ander
bestuursorgaan dat deze bevoegdheid zelfstandig gaat uitoefenen
• Spelregels
- ‘Hoger’ recht gaat boven ‘lager’ recht.
- ‘Jonger’ recht gaat voor ‘ouder’ recht.
- De ‘bijzondere’ wet gaat boven de ‘algemene wet’.
• Algemene wet bestuursrecht (Awb): een algemene wet die beoogd de relatie tussen burgers en
overheid te regelen. Hierin staan onder meer de beginselen van behoorlijk bestuur.
- Bestuursorgaan: al die wetten en regels worden uitgevoerd en geconcretiseerd door
bestuursorganen. Het begrip bestuursorgaan wordt geregeld in de Awb . Bestuursorganen
nemen concrete besluiten t.o.v. ouders, leerlingen en personeel, juridisch gedefinieerd als
beschikkingen (bekostiging van een school, verwijderen leerling openbare school).
o A-organen: Minister van OCW, het College van B&W, Onderwijsinspectie
o B-organen: een persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed
- Besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een
publiekrechtelijke rechtshandeling. Gericht op rechtsgevolgen: er moet iets wijzigen in de
rechten en plichten van betrokkenen
- Beleidsregels: beleid dat door bestuursorganen wordt gemaakt, wordt vaak vastgelegd in
beleidsregels
• Verschillende rechters:
- Bestuurs- / administratieve rechters: publiekrecht
- Burgerlijke / civiele rechters: privaatrecht
, - Rechter: de rechter kan wetten niet toetsen aan de Grondwet, maar kan wel lagere
regelgeving van de Minister en van gemeenten toetsen aan de Grondwet en de Wet.
1.2 Wat is onderwijsrecht?
• Onderwijsrecht: al het recht dat specifiek betrekking heeft op onderwijsinstellingen en de
rechtsrelaties regelt tussen betrokkenen in het onderwijs (overheid, besturen, ouders, leerlingen
en personeel)
- Functioneel rechtsgebied: verschillende takken van het recht zijn onderdeel van het
onderwijsrecht (internationale recht, publiekrecht, privaatrecht, arbeidsrecht) → zeer groot
deel van het onderwijsrecht is gebaseerd op het publiekrecht
1.5 De belangrijkste (onderwijs)wetten voor primair en voortgezet onderwijs
• Wet primair onderwijs (WPO):
- Omschrijft de doelstelling van het onderwijs (kerndoelen)
- Geeft voorschriften voor de inrichting van het onderwijs (inhoud, kwaliteit, schoolplan,
bekostiging, schoolgids en klachtenregeling)
- Voorziet in regelgeving over de zorgstructuur (zorgplan, samenwerkingsverbanden passend
onderwijs) en de positie van personeel, ouders en leerlingen
- Schetst hoe een nieuwe school in aanmerking komt voor overheidsbekostiging, wat de
verantwoordelijkheid is van de gemeente t.a.v. de huisvesting en welke randvoorwaarden er
gelden bij de inrichting van het bestuur van een school.
- Besluiten: hierin wordt de wet nader uitgewerkt
- Uitvoeringsvoorschriften: de belangrijkste voor het primair onderwijs:
o Besluit bekostiging WPO: hierin staan hoeveel geld een school krijgt (lumpsum)
o Besluit vernieuwde kerndoelen WPO: bevat streefdoelen voor het onderwijsaanbod en
het niveau van kennis en vaardigheden dat leerlingen opdoen
• Wet voortgezet onderwijs (WVO): regelt de verschillende onderdelen van het voortgezet
onderwijs (vwo, havo, mavo, vbo, lwoo, praktijkonderwijs etc.
- Kaderwet: een wet die de algemene principes, verantwoordelijkheden en procedures regelt,
maar geen gedetailleerde regels bevat. De WVO is een kaderwet; de WPO niet: belangrijke
onderdelen zoals de rechten en plichten bij toelating en verwijdering staan niet in de wet,
maar in Algemene Maatregelen van Bestuur
• Themawetten: zijn sector-overstijgend
- Wet medezeggenschap op scholen (WMS): regelt de medezeggenschapsverhoudingen, de
positie en bevoegdheden van de medezeggenschapsraad en gemeentelijke
medezeggenschapsraad.
- Wet op het onderwijstoezicht (WOT): een specifieke ‘inspectiewet’ die de bevoegdheden
van de onderwijsinspectie regelt
- Leerplichtwet (Lpw): ziet met name op de verplichtingen van ouders om hun minderjarige
kinderen naar school te sturen.
• Bindende en niet-bindende regels:
- Verticale regels: tussen overheid en burger of bekostigde instelling
- Horizontale regelingen: regelingen die binnen een instelling gelden (statuten van een
rechtspersoon), een medezeggenschaps- of professioneel statuut.
, → Afhankelijk van het onderwerp is na te gaan of er naast landelijke, bindende algemeen
verbindende voorschriften, ook nog afspraken binnen de sector, of binnen de instelling zijn
gemaakt
1.6 Financiën: stichting en bekostiging
• Bijzonder onderwijs:
- Opgericht door particulier initiatief
- Wet meer ruimte voor nieuwe scholen (MRVS): wijzigde de bepalingen in de sectorwetten
t.a.v. de stichtingsprocedure voor het bekostigd onderwijs per juni 2021.
o Een stichtingsinitiatief moet bij de minister worden ingediend
o De initiatiefnemer moet de gemeente, het samenwerkingsverband in het kader van
passend onderwijs en de schoolbesturen in de regio uitnodigen.
o De initiatiefnemer moet aantonen dat er voldoende belangstelling is.
o De initiatiefnemer berekent op basis van ouderverklaringen en demografische gegevens
of de school op lange termijn in staat is om voldoende leerlingen aan zich te binden
o Een school moet voldoen aan de eis van de stichtingsnorm (minimum aantal leerlingen)
o De Onderwijsinspectie oordeelt over de te verwachten onderwijskwaliteit en moet de
initiatiefnemers informatie aanleveren over een aantal zaken
o Oude regeling: een school dient uit te gaan van een richting die zich binnen in Nederland
waarneembare beweging openbaart. Nieuwe regeling: geen richting
• Openbaar onderwijs:
- Garantiefunctie: op basis van artikel 23 lid 4 GW moet door de overheid worden gezorgd
voor een “genoegzaam aantal scholen” voor openbaar onderwijs. In elke gemeente moet er
een openbare basisschool zijn. Bij uitzondering kan daarvan worden afgeweken. Deze norm
geldt niet voor het voortgezet onderwijs.
- Opheffingsnormen: wanneer een school gedurende een aantal jaren minder leerlingen heeft
dan de norm, wordt de bekostiging beëindigd. Uitzondering in WPO voor ‘laatste’ scholen in
een bepaalde richting.
- Bekostigingscategorieën:
o Personeel: bekostigd door centrale overheid op basis van lumpsum
o Materiële instandhouding / exploitatie: bekostigd door centrale overheid
o Huisvesting: bekostigd door gemeente
- Gelijke bekostiging: bijzonder onderwijs wordt naar dezelfde maatstaaf als het openbaar
onderwijs bekostigd (artikel 23, lid 7, GW)
o Oorsprong in schoolstrijd en grondwetswijziging van 1917
o Overschrijdingsregeling: in de wet is vastgelegd dat deze regeling voor personeel en
voor de materiële instandhouding per tijdvak van 5 jaar wordt toegepast.
, Week 2: Onderwijs en grondrechten
Basisboek onderwijsrecht – H.1 Inleiding: onderwijsrecht en de belangrijkste wetten
voor het onderwijs
Huisman et al. (2020)
1.3 Het recht op onderwijs in internationale verdragen en de uitgangspunten
van artikel 23 Grondwet
• Recht op onderwijs in verdragen:
- Europees Verdrag voor de Rechten van de mens (EVRM): artikel 2
o “Niemand mag het recht op onderwijs worden ontzegd.”→ garandeert het recht op
onderwijs
o “Bij de uitoefening van … filosofische overtuigingen” → de staat moet het recht op
schoolkeuze eerbiedigen.
o Het artikel verbiedt scholen niet om leerlingen te selecteren. Ouders moeten niet
gedwongen worden naar een school te gaan die hun godsdienst of levensbeschouwing
niet respecteren. Het overheidsonderwijs mag niet indoctrineren. Geen verplichte
staatsgodsdienst opdringen. Let op: niet onttrekken leerplichtwet en niet worden
ingeroepen tegen een instelling voor bijzonder onderwijs.
o Toegankelijkheid van het onderwijs voor elk kind. Is niet afdwingbaar, wel een opdracht
voor de overheid
o Een bijzondere school mag selectiebeleid voeren op grond van de godsdienstige of
levensbeschouwelijke grondslag. Het EVRM waarborgt niet het recht op (gelijke) toegang
tot een bijzondere school
• Grondrecht op het geven van onderwijs
- Grondwet
o Art. 23, lid 2: vrijheid van onderwijs, maar niet onbegrensd (toezicht overheid /
inspectie).
o Oprichting: het oprichten van een particuliere school kan zonder toestemming of
vergunning van de overheid, want het geven van onderwijs is vrij. Maar wel een positief
advies Onderwijsinspectie, anders overtreding van de Leerplichtwet. Inspectie onderzoek
minimale kwaliteitseisen WPO en WVO.
• Artikel 23 Grondwet: duaal stelsel van openbaar en bijzonder onderwijs
- Totstandkoming: 1917 na de schoolstrijd
- Twee takken
o Openbaar onderwijs (overheid): levensbeschouwelijk neutraal en voor iedereen
toegankelijk
o Bijzonder onderwijs (privaat onderwijs)
- Garantiefunctie: van het openbaar onderwijs. De overheid moet ervoor zorgen dat niemand
feitelijk gedwongen is zijn kinderen naar een bijzondere school te sturen. In elke gemeente
moet een openbare basisschool aanwezig zijn, dit hoeft niet bij voortgezet onderwijs.
- Vrijheid van onderwijs
1. Vrijheid van stichting: het recht om een school op te richten.