Dit document bevat uitgebreide college aantekeningen, aangevuld met de verplichte literatuur uit de reader Clinical Child and Adolescents Studies: Concepts, Theories and Challanges en het boek Psychodiagnostiek: Het onderzoeksproces in de praktijk.
COLLEGE 1 RISICO’S VAN PEDAGOGISCH HANDELEN
Risico’s van handelen
Binnen de orthopedagogiek is een verhaal een complex van zingevingen waarin mensen hun belevenissen
en ervaringen plaatsen, dit houdt in dat mensen bepaalde dingen interpreteren op basis van eerdere
ervaringen en dingen die zij kennen.
- Er zijn twee soorten verhalen:
1. Collectieve verhalen zijn gebaseerd op cultuur, vanzelfsprekendheden en vooroordelen.
2. Persoonlijke verhalen zijn uniek en betreffen de persoonlijke geschiedenis van een individu.
- Persoonlijke verhalen kunnen communicatie moeilijk maken als de persoonlijke
geschiedenis van de cliënt voor de pedagoog onduidelijk is.
➔ Voor mensen met (ongeveer) dezelfde persoonlijke geschiedenis, kan het de
communicatie juist makkelijker maken.
Empowerment kan de handelingsbekwaamheid van een orthopedagoog verbeteren.
- Wetenschap kan op drie gebieden helpen om de handelingsbekwaamheid te verbeteren:
1. Vergroten van kennis over en in de professionele hulpverlening
2. Verbeteren van vaardigheden van hulpverleners
3. Verbeteren van vaardigheden van cliënten, zowel direct als indirect
- Het verbeteren van de vaardigheden van cliënten kan op drie manieren:
1. Invoeren van technische of instrumentele verbeteringen, denk hierbij
bijvoorbeeld aan een training.
2. Verbeteren van het interpretatiekader van een cliënt, dit houdt in dat bepaalde
gebeurtenissen in een ander licht geplaatst worden.
3. Vergroten van het welbevinden van de cliënt.
- Het verbeteren van het handelen van orthopedagogen is gericht op het vergroten van de
gezondheid van de cliënt.
- Wat gezond is, wordt bepaald door tradities en sociale regels van de cliënt en consensus
binnen een groep waar de cliënt deel van uitmaakt.
- Er zijn drie manieren waarop een groepsconsensus invloed uit kan oefenen op wat wel
en wat niet geaccepteerd wordt binnen de groep:
1. De self-steered empowerment conferences (eigen kracht conferenties) waarbij
de groep direct betrokken is bij het bepalen van een effectieve interventie of
behandeling en welk gedrag gewenst is.
➔ Het sociale netwerk rondom de cliënt bepaald welke stappen er
genomen moeten worden.
2. Professionals gebruiken de wet, in combinatie met wat als gezond gezien wordt
in de groep, om te bepalen welke interventie of behandeling passend is.
3. Professionals gebruiken de wetenschap als referent, een bekend voorbeeld
hiervan is de DSM-V.
Risico’s beheersbaar maken
Er zijn twee manieren om de risico’s van pedagogisch handelen beheersbaar te maken:
1. Evidence based werken, dit houdt in dat een behandeling of interventie getoetst is via empirisch
onderzoek en dat hieruit gebleken is dat de behandeling of interventie inderdaad effectief is.
2. Protocollen gebruiken. Een protocol is een systeem van regels die specificeren wat de juiste
procedures zijn om te volgen in specifiek omschreven en geselecteerde situaties.
, - Voordelen: er zijn richtlijnen over hoe er gehandeld moet worden, er is kwaliteitsbewaking
en een protocol specificeert de aansprakelijkheid en/of verantwoordelijkheid van handelen.
- Nadelen: flexibiliteit en creativiteit worden beperkt en verantwoordelijkheden en ethiek
worden vervangen door het protocol, hiermee wordt bedoel dat “De orthopedagoog heeft
gehandeld via het protocol en daarom niet aansprakelijk is voor de negatieve gevolgen van
de interventie”.
Iatrogene effecten zijn (onbedoelde) negatieve consequenties van pedagogisch of klinisch handelen.
- Er zijn verschillende iatrogene effecten:
1. Reactieve pathogene effecten zijn negatieve effecten die een reactie op een label of diagnose
teweegbrengen van bijvoorbeeld ouders, klasgenoten en leerkrachten.
- Het plakken van een label op een kind heeft verschillende negatieve effecten voor het
kind, zoals buitengesloten worden of naar een speciale school moeten waardoor het
kind apart wordt gezet van andere kinderen.
2. Facilitatieve pathogene effecten zijn negatieve effecten als gevolg van een invalide of
ineffectieve diagnose en/of behandeling.
3. Besmettingseffecten zijn negatieve effecten als gevolg van het overdragen van eigenschappen
tussen individuen.
- De kans op besmettingseffecten is groter als kinderen of adolescenten
internaliserende of externaliserende problemen hebben.
4. Beperking van leermogelijkheden vindt plaats wanneer kinderen door een professional
aangespoord worden om voor een tijd niet meer of minder vaak mee te doen met bepaalde
activiteiten die wel belangrijk zijn voor de ontwikkeling en gezondheid van kinderen.
, COLLEGE 2 THEORIEËN VOOR PEDAGOGISCH HANDELEN
Klassieke theorieën
1 | Psychodynamische theorieën
Psychodynamische theorieën stellen dat ontwikkelingsuitkomsten het resultaat van een integratie van
biologische behoeftes en sociale processen zijn.
- Psychodynamische theorieën benadrukken het belang van ervaringen in de vroege kindertijd.
- Er is aandacht voor (de interactie tussen) onbewuste en bewuste processen.
- De bekendste psychodynamische theorie is de psychoanalytische theorie van Freud die zich richt op
de seksuele ontwikkeling van een individu.
- Volgens Freud bestaat de persoonlijkheid van een individu uit drie onderdelen:
1. Het ID zijn instincten en opereert vanuit het genotsprincipe, dit houdt in dat het ID
zoekt naar directe bevrediging ongeacht de regels of gevoelens van anderen.
2. Het Ego is verantwoordelijk voor de bemiddeling tussen de echte wereld en het ID en
opereert vanuit het realiteitsprincipe.
➔ Zodra het Ego geen compromis kan bedenken, wordt er gebruik gemaakt van
defence mechanisms, dit zijn technieken die ons beschermen tegen angst en
schuldgevoelens. Voorbeelden zijn:
1. Displacement: impuls verplaatsen naar een minder dreigend doelwit
2. Sublimatie: onacceptabele impulsen omzetten in acceptabel gedrag
3. Repressie: impulsen wegdrukken of vergeten
3. Het Superego vertelt ons wat we wel en niet moeten doen, ook wel geweten genoemd.
- Freud stelt dat de psychoseksuele ontwikkeling van individuen uit vijf fasen bestaat:
1. De orale fase (0-1 jaar) waarin het kind alles onderzoekt met de mond.
2. De anale fase (1-3 jaar) waarin het Ego ontwikkeld is en het kind leert dat hij/zij niet
overal mag poepen en plassen.
3. De fallische fase (3-5/6 jaar) waarin de focus van een kind op de genitaliën ligt.
- Jongens kunnen een Oedipus complex vormen waarbij zij gevoelens hebben
voor de moeder en hun vader willen uitschakelen.
4. De latentieperiode (5/6 jaar) waarin het kind zich richt op school, vrienden en het
ontwikkelen van sociale vaardigheden.
5. De genitale fase waarin de genitaliën belangrijk worden.
➔ Mislukkingen bij het oplossen van conflicten in een bepaalde fase kan ervoor zorgen
dat een individu gefixeerd wordt, dit houdt in dat het individu onbewust veel bezig is
met het plezier waar de fase mee geassocieerd is.
- Psychodynamische theorieën hebben relevantie op drie punten:
1. Psychodynamische theorieën zetten de ontwikkeling van andere theorieën aan, zoals de
hechtingstheorie.
2. Bij psychodynamische theorieën worden projectieve diagnose-instrumenten gebruikt om
kinderen te helpen om over hun problemen of emoties te praten, voorbeelden zijn:
1. De Thematic Apperception Test waarbij een kind tekeningen te zien krijgt en hier
bepaalde dingen over moet vertellen.
2. Persoonstekening waarbij een kind mensen moet tekenen, de manier waarop het kind
de mensen tekent zegt iets over de emotionele belevingswereld van het kind.
3. Psychodynamische theorieën passen basis elementen in moderne therapievormen
toe, voorbeelden zijn speltherapie, schematherapie en psychotherapie.
- Een punt van kritiek op psychodynamische therapieën is dat de psychodynamische theorie ervan uit
gaan dat de ontwikkeling van individuen voor iedereen gelijk is, maar dat is niet zo.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadinedevogel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,19. Je zit daarna nergens aan vast.