Aantekeningen Inkoop
Tentamenstof inkoop:
3e druk:
§ 1.1, 1.3 (blz 34 (vanaf perfect fit – 37 (tot 1.3.3), 1.5.1
§ 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3
Heel hoofdstuk 3
§ 4.1, 4.2 (muv 135-137), 4.3 (muv 4.3.1)
§ 5.1, 5.2, 5.3
Heel hoofdstuk 6
§ 7.1, 7.2, 7.3, 7.5, 7.6
Hoofdstuk 1.1: Begripsbepaling Inkoop
Inkoop staat gelijk aan professionele inkoop voor een organisatie. De inkoper is diegene die
de aanschaf doet. Een inkoopafdeling is de afdeling binnen de organisatie die is
aangewezen om aankopen te organiseren
Definitie inkoop:
Inkoop is alles waar een externe factuur tegenover staat.
Inkoop is niet alleen gericht op het primaire proces (productie of dienstverlening) – maar op
het geheel, dus ook voor het ondersteunende proces (kantoorartikelen en koffiebekers).
Inkoop is een onderdeel van een organisatie, die op haar beurt weer een onderdeel vormt
van een keten van organisaties, die uiteindelijk een product/dienst levert aan de consument.
Een inkoper moet bepalen welke dimensie speelt bij de aanschaf:
Strategisch: het vertalen van de organisatiestrategie naar een inkoopstrategie.
Tactisch: het beheersen van een bestand aan leveranciers.
Operationeel: het inkopen zelf.
Organisatiestrategie:
Een organisatie legt vast waar men naartoe wil. Dit legt men vast in een missie en
daaruit vloeiende organisatiestrategie; welke markten wil men bedienen met welke
producten en diensten.
Bij het omzetten van een organisatiestrategie naar inkoop kom je uit bij een
inkoopstrategie. Hierbij houdt je rekening met (toegevoegde) waarde, bedrijfsrisico en
kosten. Deze aspecten vloeien vervolgens weer voort naar duurzaamheid, kwaliteit,
omslagkosten, etc.
,Hoofdstuk 1.3: De (noodzakelijke) meerwaarde van inkoop
Volgens Porter draait alles om de perfect fit, ofwel de mate waarin de positionering van
een organisatie past op de door haar gekozen markt.
Waardestrategie van Porter
Kostenleiderschap
Bedrijven die kiezen voor kostenleiderschap willen
de goedkoopste zijn in de gekozen markt.
Differentiatiestrategie
Met een differentiatiestrategie probeert een
organisatie zich te onderscheiden van alle andere
organisaties in de markt.
Focusstrategie
Met een focusstrategie kiest een organisatie voor
een bijzonder marktsegment. De organisatie speelt
dan heel gericht in op de specifieke verlangens van
een specifieke doelgroep.
Het inkoopaandeel is de inkoop als percentage van de omzet. Inkoopaandeel branches
Inkoopaandeel Dienstverlening: 20-30%
Inkoopaandeel: inkoopomzet / totale omzet * 100% Productie: 50-70%
Inkoopomzet: totale inkoopfactuurwaarde Handel: 60-90%
Hoe hoger in inkoopaandeel, hoe belangrijker de inkoop!
Inkoopkosten
Alle kosten die een inkoopfunctie met zich meebrengt:
o Personeelskosten inkoopafdeling
o Inkoopsoftware
o Leveranciersbeheer
o Leveranciersbezoek
o Beursbezoek
o Inkoopmarktonderzoek
o Offertekosten
o Dus NIET de aanschafprijs van de producten en diensten zelf.
Hoofdstuk 1.5: Inkoop in ontwikkeling
Er wordt veel onderzoek verricht naar trends in inkoop. Onderzoekers hebben 6 trends
waargenomen:
1. De inkoper heeft steeds meer vaardigheden nodig
2. E-business wordt steeds belangrijker
3. De inkoopfunctie wordt strategischer
4. De inkoopstrategie wordt meer hybride
5. Teamwork wordt belangrijker in inkoop (projectmanagement)
6. Inkoop in de publieke sector wordt strategischer
, Hoofdstuk 2.2.1: Inkoop in de dienstensector
Uit onderzoek van Axelsson en Wynstra (2002) blijkt dat relaties tussen inkoop bij bedrijven
in de dienstensector en leveranciers net zo langdurig zijn als bij productiebedrijven.
De aard van de dienstverlening maakt vaak een specialistische leverancier noodzakelijk.
De aard van de dienst zelf (gestandaardiseerd, specifiek of eenvoudig, complex) is ook
bepalend voor de wijze waarop de interactie tussen inkoop en de leverancier verloopt.
Hoofdstuk 2.2.2: Inkoop in de zorg
Vanwege de maatschappelijke aandacht voor de steeds maar stijgende zorgkosten, is er
veel aandacht voor inkoop door zorginstellingen. Onder zorginstellingen verstaan we onder
andere ziekenhuizen, woonzorgcentra en verpleeghuizen.
Er is een onderscheid in de zorgsector tussen ‘cure’ (genezen van patiënten) en ‘care’
(verpleging, begeleiding en verzorging) van patiënten.
In ziekenhuizen vervullen specialisten een dominante positie. Zij zijn onder andere dominant
in de inkoop en deels verantwoordelijk van het zorgproces.
Standaardisatie is een manier om binnen de zorg inkoopbesparingen te realiseren. Door
gezamenlijk bij een leverancier in de kopen kan inkoop kwantumkortingen bedingen, maar
ook verlaging van distributiekosten mogelijk door afleverroutes op elkaar af te stemmen.
Hoofdstuk 2.2.3: Facilitaire inkoop
Bij dienstverlenende organisaties is facility management relatief belangrijker dan in
productiebedrijven en is een heel groot deel van de inkoop facilitair. De vraag naar dit soort
goederen is niet te relateren aan de omvang van het primaire proces, maar aan de vraag van
de medewerkers intern in de organisatie. Het traditionele domein van facility management
was het beheren van huisvesting, services en middelen. Men kan facilities onderscheiden in
drie gebieden: huisvesting, service en ICT.
De facility manager zorgt ervoor dat elk personeelslid alle diensten en middelen
(faciliteiten) tot zijn beschikking heeft om zijn werk goed te kunnen doen tegen
aanvaardbare kosten.
Net als bij iedere inkoop begint bij facilitair inkopen het proces met specificatie van behoefte.
Hierbij komen drie fouten veel voor (Lennartz, Trompetter & Veeke, 2000):
1. Overspecificatie: men vraagt meer dan eigenlijk nodig.
2. Onvoldoende of niet specificeren: de specificatie is gebaseerd op subjectieve
criteria, i.p.v. objectieve criteria en men koopt niet wat het beste past bij de behoefte.
3. Uitsluitend technisch specificeren: men specificeert hierbij vaak naar een specifiek
product, terwijl een andere (goedkopere) keuze dezelfde functies kunnen afdekken.