Samenvatting leereenheid 1 Internationaal publiekrecht
Leerdoelen
- U begrijpt de historische ontwikkeling van het internationaal recht
- U heeft begrip en kennis van de concepten soevereiniteit, soevereine gelijkheid en
het verbod van interventie en kunt u deze begrippen identificeren als de
kernconcepten van het internationaal recht
- U kunt de basisprincipes van het internationaalrechtelijke stelsel herkennen en
identificeren
Hoofdstuk 1 Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
§ 1.1 Inleiding
Randnummer 1
Grote delen van het internationaal publiekrecht zijn wereldwijd van toepassing. Het belang
van internationaal publiekrecht vloeit voort uit onderlinge afhankelijkheden tussen staten.
Uitstoot van koolstofdioxide in de Verenigde Staten draagt bij aan klimaatverandering met
wereldwijde gevolgen. EU-subsidies aan Europese boeren veroorzaken armoede in Afrika.
Gewapende conflicten in het Midden-Oosten leiden tot grote hoeveelheden vluchtelingen in
Europa. Deze onderlinge afhankelijkheden maken internationale samenwerking
noodzakelijk. Het internationaal recht speelt hierbij een belangrijke rol.
Randnummer 2
Internationaal publiekrecht is ook van groot belang voor het nationaal recht van staten.
Internationale afspraken hebben in het algemeen pas praktisch effect als staten hieraan
binnen hun nationale rechtsorde toepassing geven. Internationaal recht bepaalt in
vergaande mate de reikwijdte en inhoud van nationaal recht.
Randnummer 3
Voor Nederland is internationaal recht van bijzondere betekenis. Nederland heeft als kleine
staat een groot belang bij dat het handelen van andere staten wordt geleid door
internationaal recht en niet uitsluitend door macht. Een sterke internationale rechtsorde
biedt stabiliteit in internationale betrekkingen, maakt het makkelijker om
gemeenschappelijke belangen te realiseren en beschermt relatief zwakke staten zoals
Nederland. De Grondwet weerspiegelt dit belang en geeft de Nederlandse regering de taak
de ontwikkeling van de internationale rechtsorde te bevorderen.
Het grote belang dat Nederland toekent aan de internationale rechtsorde heeft er ook toe
geleid dat de Nederlandse rechtsorde relatief vergaand is opengesteld voor internationaal
recht. Zo maakt de Grondwet het mogelijk dat de Nederlandse rechter bepaalde
internationale rechten en verplichtingen rechtstreeks toepast en, in geval van botsing met
nationaal recht, voorrang geeft boven formele wetgeving en zelfs boven de Grondwet.
,De vergaande openstelling van de Nederlandse rechtsorde voor internationaal recht is niet
zonder problemen, nu internationaal recht niet zonder meer voldoet aan de democratische
en rechtsstatelijke waarborgen die de Nederlandse rechtsorde kenmerken.
Randnummer 4
Dit boek behandelt ten eerste het internationaal publiekrecht als recht. Ten tweede
benadrukt het boek dat de internationale rechtsorde verbrokkeld is, met relatief zelfstandige
deelgebieden, zoals de rechten van de mens en internationaal economisch recht. Tot slot
benadrukt het boek de wisselwerkingen tussen de internationale en nationale rechtsorde.
§ 1.2 Geschiedenis
Randnummer 5
Internationaal publiekrecht heeft een lange geschiedenis. Vroege vormen van
rechtsbetrekkingen tussen min of meer autonome politieke gemeenschappen waren als te
vinden in Mesopotamië rond 3000 v.Chr. en, later, tussen Griekse stadstaten. Het Romeinse
Rijk sloot verdragen met omringende steden en gebieden, teneinde invloedssferen af te
bakenen en handel mogelijk te maken.
In de geschiedenis waren de politieke organisatievormen te zwak om gecentraliseerd publiek
gezag uit te oefenen en stabiele betrekkingen te onderhouden met andere entiteiten. Zo
hadden monarchen in het middeleeuwse Europa slechts een beperkte macht. Zij moesten
deze delen met de adel, die eigen legers bezat, en zij streden om het hoogste gezag met de
paus.
Randnummer 6
De oorsprong van het internationaal publiekrecht wordt vaak verbonden met het ontstaan
van onafhankelijke en soevereine staten in Europa. Het vreedzaam naast elkaar bestaan van
soevereine staten die hun eigen belangen nastreven, vraagt om een rechtsstelsel dat deze
onafhankelijkheid beschermt. Vrijheid en gelijkheid van staten kunnen alleen worden
gewaarborgd door een systeem van rechtsregels -het internationaal publiekrecht- dat voor
allen op gelijke voet van toepassing is. Alleen zo kunnen conflicten en daaruit voortvloeiend
geweld worden voorkomen. Het internationaal recht had dus vooral de functie de
bevordering van het vreedzaam samenleven (co-existentie) van staten.
De onafhankelijke staten, die bepalend waren voor de ontwikkeling van internationaal
publiekrecht, ontstonden in het Europa van de 16e en de 17e eeuw. Hierbij speelde de Vrede
van Westfalen een beslissende rol. In 1648 maakte een aantal verdragen een eind aan de
Dertigjarige en Tachtigjarige Oorlog. Ruim driehonderd politieke eenheden ontworstelde
zich aan het gezag van het Heilige Roomse Rijk en de Kerkelijke Staat. Zij kwamen overeen
het beginsel van territoriale integriteit te respecteren en werden formeel onafhankelijk. Het
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd ook erkend als een nieuwe,
onafhankelijke staat bij de Vrede van Westfalen.
,Met de Vrede van Westfalen ontstond een systeem van soevereine en gelijke staten die niet
langer waren onderworpen aan een hoger gezag. Sindsdien kon er ook onderscheid worden
gemaakt tussen het publieke gezag, dat werd uitgeoefend door de staat, en de private
belangen van de monarch. Hiermee waren de voorwaarden voor het moderne internationaal
publiekrecht gecreëerd. In de erkenning van soevereiniteit van staten en in het netwerk van
onderlinge rechtsbetrekkingen dat tussen deze soevereine staten ontstond, ligt de
oorsprong van het moderne internationaal publiekrecht.
Randnummer 7
Aanvankelijk was internationaal publiekrecht vooral Europees publiekrecht. De Verenigde
Staten werden na hun onafhankelijkheid in 1783 in het Europese stelsel betrokken, maar
speelden lange tijd een ondergeschikte rol.
Gedreven door economische belangen en ondersteund door militaire en politieke macht
breidden Europese staten hun activiteiten uit naar andere delen van de wereld. Veel
gebieden in Afrika, Azië en Zuid-Amerika, waar zich geen met een staat vergelijkbare
structuur had ontwikkeld en waar meerdere groepen relatief onafhankelijk van elkaar
leefden om de macht streden, werden onderworpen aan koloniaal gezag van Europese
staten, en aan het door deze staten gevormde internationaal recht.
Met een aantal relatief machtige en georganiseerde politieke entiteiten (onder meer het
Ottomaanse Rijk, Egypte, Irak, Syrië, Marokko, Palestina, China en Japan) sloten Europese
staten zogeheten ‘capitulaties’: overeenkomsten die de belangen van hun onderdanen in die
gebieden beschermden, bijvoorbeeld op het gebied van handel, rechtspraak en de vrijheid
om het christelijke geloof te belijden.
Kolonisatie gaf het internationaal publiekrecht in geografische zin een mondiaal karakter.
Maar het rechtssysteem kon niet werkelijk als universeel worden beschouwd.
Rechtsbetrekkingen tussen de Europese staten en gebieden in Afrika, Azië en Zuid-Amerika
werden in het algemeen ook niet beschouwd als behorend tot internationaal publiekrecht.
In politiek, economisch, religieus en juridisch opzicht bleef internationaal publiekrecht vooral
Europees internationaal publiekrecht.
In het tijdperk van de kolonisatie ontwikkelden zich tal van beginselen die ook nu nog
bepalend zijn, hoezeer ze ook verbonden zijn met een verleden dat we nu verwerpelijk
vinden. Een voorbeeld zijn de regels over gebiedsverkrijging. Gebieden die Europese staten
‘ontdekten’, kwamen door eenvoudige annexatie toe aan de ontdekkende staat.
Randnummer 8
Na de Eerste Wereldoorlog verloor Europa zijn greep op de internationale rechtsorde. De
opkomst van de Verenigde Staten als machtsfactor, een stagnerende koloniale expansie en
het ontstaan van de Sovjet-Unie met een communistisch systeem dat een einde maakte aan
de ideologische eenheid van Europa, verzwakten de Europese dominantie.
, Na de Tweede Wereldoorlog kwam de werkelijke waterscheiding. Het beginsel van
zelfbeschikking, dat al in 1916 werd gepropageerd door de Amerikaanse president Wilson,
werd in 1945 aanvaard als rechtsbeginsel in het Handvest van de Verenigde Naties. Dit gaf
alle volkeren het recht om over hun eigen lot te beschikken. De koloniale rijken van
Europese landen werden ontmanteld. Het aantal staten steeg van rond de 50 na de Tweede
Wereldoorlog naar ruim 190 in 2018.
De positie van Europa in de internationale rechtsorde is hiermee principieel veranderd.
Zeker na het aantreden van de regering-Trump in de Verenigde Staten (2016) zijn de macht
en invloed van het Westen op de ontwikkeling van internationaal recht verminderd. Landen
als China, India en Rusland hebben evenzeer belang bij een sterke internationale rechtsorde,
maar leggen andere accenten, en de resulterende rechtsorde is lang niet altijd de rechtsorde
die Europa had gewenst.
Sinds de Tweede Wereldoorlog is de dominantie van soevereine staten afgenomen. Twee
ontwikkelingen zij hierbij van belang. Enerzijds zijn steeds meer bovennationale vormen van
organisatie ontstaan, zoals de Verenigde Naties (VN) en de EU. Anderzijds spelen niet-
statelijke instituties, zoals (multinationale) ondernemingen, een steeds belangrijkere rol in
het realiseren van bovennationale belangen, zoals een stabiel internationaal financieel
systeem en duurzame ontwikkeling.
§ 1.3 Omschrijving
1.3.1. Algemene omschrijving
Randnummer 9
Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale
gemeenschap. Het kent bevoegdheden toe aan entiteiten (vooral staten en internationale
organisaties) die publiek gezag uitoefenen en biedt een juridisch kader waarbinnen zij deze
bevoegdheden uitoefenen.
Het boek gebruikt twee termen die verwant zijn met het begrip ‘internationaal
publiekrecht’: volkenrecht en internationaal recht.
Randnummer 10
De term ‘volkenrecht’ gaat terug op de Latijnse term ‘ius gentium’. In het Romeinse Rijk
duidde deze term op het recht dat op alle burgers van toepassing was. In de 16 en 17 e eeuw,
na het ontstaan van de staat, werd de term ‘volkenrecht’ gebruikt om het recht aan te
duiden dat tussen staten gold. Dit is echter verwarrend. Internationaal publiekrecht ziet niet
in eerste instantie op volkeren. Zo is de status van volkeren als de Koerden in Turkije en de
Basken in Spanje in de internationale rechtsorde uiterst wankel. Als we ‘volkenrecht’
opvatten als een term die ziet op staten, is hij echter te beperkt. Bij de uitoefening van
publiek gezag in de internationale rechtsorde zijn ook tal van andere actoren betrokken,
zoals internationale organisaties en andere niet-gouvernementele organisaties. De term
‘internationaal publiekrecht’ sluit beter aan bij de veelzijdigheid en heeft de voorkeur.