‘Spiekbriefje’ gedrags- en overheidscommunicatie 1
Open-boek tentamen
Samenvattingen van werkcolleges, ‘uitgangspunten overheidscommunicatie’ en ‘trendpublicatie’.
Document: Uitgangspunten overheidscommunicatie
1. Recht op communicatie
Het hoofddoel van de communicatie van de Rijksoverheid is voldoen aan het recht van de burger op
communicatie – informatierecht. Hierbij hoort het openbaar maken van overheidsinformatie en
beleidsprocessen (voorbereiding, implementatie, uitvoering, evaluatie).
2. Herkenbaarheid
Ongeacht het kanaal of medium, moet het voor de ontvanger/afzender/belanghebbende/
betrokkene altijd duidelijk zijn dat de communicatie vanuit de overheid komt. Dit wekt vertrouwen.
3. Overheidscommunicatie gaat over beleid en organisatie
Overheidscommunicatie hoort over beleid en organisatie te gaan, niet over imagebuilding van
bewindspersonen of overheidsfunctionarissen. Persoonlijk mediagebruik van de
overheidsvoorlichting moet ook passen bij de uitgangspunten van de overheidscommunicatie.
4. Actieve voorlichting
Om burgers de gelegenheid te geven gebruik te maken van hun rechten en zich te houden aan de
plichten die het beleid stelt, moet de overheid er actief voor zorgen dat de informatie de burger ook
bereikt. Bij beleidsvoornemens moet gedacht worden aan het communiceren ervan.
5. In relatie tot beleidsfase
Bij communicatie over beleid moet er aangegeven worden over welke beleidsfase het gaat
(oriëntatie, voornemen, besluit). De inhoud moet formeel, maar toegankelijk vormgegeven worden.
6. Interactieve beleidsvoorbereiding
De regering moet op tijd aangeven of, en hoe, de burgers bij plannen of maatregelen betrokken
worden. Het moet ook duidelijk zijn wat de uitkomst is van interactieve beleidsvorming.
7. Bereikbaar en responsief
De rijksoverheid zorgt voor een goede contact-bereikbaarheid voor burgers. Op contact wordt snel
gereageerd. Het recht op communicatie is techniekonafhankelijk en de keus ligt bij de burger.
8. Voldoende en juiste informatie
De communicatie is waarheidsgetrouw en bevat voldoende en de juiste informatie. Het moet
begrijpelijk, tijdig, zo gericht mogelijk en niet overbodig zijn.
9. Toegankelijk, begrijpelijk en passend
De Rijksoverheid dient gebruikt te maken van een optimale mediamix zodat alle doelgroepen
begrijpelijk, tijdig en zo gericht mogelijk bereikt kunnen worden.
10. Proportionaliteit
De Rijksoverheid voldoet in haar communicatie aan proportionaliteit in geval van onderwerpen die
controversieel zijn en/of onderhevig aan maatschappelijke discussies in het geval van nog niet door
het parlement aanvaard beleid.
11. Geen vermenging
De communicatie van de Rijksoverheid wordt niet vervlochten met partijpolitieke belanden.
1
, Document: Trends en implicaties van overheidscommunicatie 2021
1. Opkomen voor idealen
Ontwikkeling: Door ontwikkelingen in de maatschappij – met name de coronapandemie – ontstaat er
steeds meer angst en onzekerheid. Om te compenseren zoeken mensen houvast en steun bij
anderen met dezelfde angsten en wensen. Zo ontstaan er groepen met dezelfde idealen. Groepen
mensen komen samen sneller op voor wat ze belangrijk vinden. Daarnaast eist men actie en
verantwoordelijkheid van overheden en bedrijven. Ze strijden voor een wereld die beter aansluit bij
hun ideaalbeeld.
Implicatie: Men wil dat de overheid handelt naar wat zij belangrijk achten voor de maatschappij. Dit
verschilt per groep en er ontstaan veel tegenstellingen. In de communicatie is het belangrijk te weten
wat de beweegredenen zijn en in gesprek te blijven over de gevoelens van alle partijen. Men wil echt
serieus genomen worden. Als dit niet zo aanvoelt, zullen zij de geloofwaardigheid en het vertrouwen
verliezen. De overheid moet continu blijven uitleggen welke keuzes zij maakt en waarom.
2. Van doelgroep naar mensen
Ontwikkeling: Door groeiende diversiteit is er meer aandacht gekomen voor verschillen in onze
samenleving. Men wil gezien worden zoals ze zijn en niet meer in hokjes geplaatst worden. Wanneer
aandacht voor verschillen leidt tot ongelijkheid (negatieve aandacht) ontstaan er spanningen en
protesten: scheidslijnen. Tijdens corona zijn deze flink verscherpt (gezondheid, sociaal, economisch,
migratie, opleidingsniveau, beheersing van de Nederlandse taal, kansenongelijkheid).
Implicatie: Blijf inzetten op inclusie en het wegnemen van scheidslijnen. Houd daarbij oog voor
verschillen, diversiteit en het vergrotten van participatie zonder anderen (onbedoeld) buiten te
sluiten. Denk niet in hokjes of groepen. Benander mens als mens, niet als doelgroep. Er zijn wel
grenzen aan het personaliseren van communicatie. Het kan ook leiden tot gevoelens van
buitensluiten en discriminatie. Het gaat hierbij allemaal om balans.
3. Overheid op drempel van burn-out
Ontwikkeling: Binnen de politiek en de leefwereld van de inwoners ontstaan er steeds meer
uiteenlopende wensen en eisen. Dit leidt ertoe dat de manieren waarop de overheid zijn werk
uitvoert steeds meer knelt en tot problemen leidt. Er wordt continu geprobeerd deeloplossingen en
compromissen te zoeken. De druk op de overheid loopt steeds meer op en de overheid dreigt – net
als dat bij individuen gebeurt – in een burn-out te raken.
Implicatie: Bij het ontwerpen van beleid staat de belevingswereld van de mensen centraal. Men ziet
de overheid als een geheel en verwacht dat de overheid zo werkt. Het werken en denken vanuit
bestaande systemen doet er niet altijd meer toe. Denk breder dan eigen bestuurslaag en zoek
intensieve samenwerking in beleid, dienstverlening en communicatie.
4. Een stap terug voor de overheid
Ontwikkeling: Men heeft zich ontwikkeld door kennis en kunde. Gezag van de overheid is niet meer
vanzelfsprekend, maar moet verdiend worden. De werkwijze van de overheid sluit hier nog niet altijd
op aan, waardoor leefwerelden van beiden uiteenlopen. Men neemt vaker regie in eigen hand. Dat
geeft een gevoel van controle en onafhankelijkheid. Er ontstaan veel burgerinitiatieven.
Implicatie: Groeiende burgerinitiatieven vragen een meebewegende en faciliterende taak van de
overheid. Beheersing, sturing en een door overheid bepaalde agenda werkt niet altijd meer. De
overheid anticipeert door burgers te betrekken en raad te vragen. De overheid is verantwoordelijk
voor het aangeven van de voorwaarden en de uitvoering. Wanneer idealen elkaar in de weg zitten,
dan wordt een besluitvormende rol van de overheid van beland. Ook dan moet er helder
gecommuniceerd blijven worden.
2