Aant. IMW: de moderne samenleving
IMW hc1
Sociologie Sociologie is wetenschap die zich richt op hoe mensen hun leven
vormgeven.
- Omgeving heeft grote invloed op leven en mogelijkheden
- Omgeving heeft invloed op individuele keuzes
- Hoe zorgen macro structuren voor hoe wij ons leven vormgeven
- Hoe sociale structuren de keuzemogelijkheden van individuen
uitbreiden of beperken
- Sociologie richt zich op individu en hun interacties en hoe die
beïnvloed worden door context
Sociologie Comte: leer van de medemens
- Socius(medemens)
- Logos(leer)
- Empirie: uitgangspunt voor uitspraken moet waarneembaar zijn
objectiviteit
- Positivisme van comte: natuurwetten toepassen
regelmatigheden begrippen geven
Vanaf de verlichting pas samenleving begrijpen door alles wat je kan
observeren
Termen gebruiken voor observatie
- W: wetmatigheden
- C: condities
- E: explanandum
-
Interpretatieve benadering
- Onderwerpen zoals mens en gedrag zijn niet te vangen in wetten
- Sociale wetenschapper verhoudt zich anders tot onderzoeksobject
dan natuurwetenschapper
Twee benaderingen 1. Positivisme: werkelijkheid kunnen waarnemen en meten. Met
statistiek relaties tussen kenmerken vaststellen.
2. Interpretatieve: verklaren van fenomenen door begrijpen van de
context.
Theorie Sociologische theorie is verzameling van concepten en uitspraken over
relaties daartussen, waarmee je patronen en processen kan begrijpen
- Theorie om antwoord te geven op wetenschappelijke vragen over
empirische sociale fenomenen
- Theorie is altijd in ontwikkeling en dus dynamisch
- Theorie stimuleert van vragen over individu naar vragen over de
samenleving.
ITST introductie
Marx - Misschien ben je wel vrij om je baan te verlaten wnr je wilt, maar
, als je het geld nodig hebt zul je dit niet snel doen.
- Als je vertrekt is er altijd iemand om je plek in te nemen
Weber
Heeft ook een analyse van kapitalisme:
- Focust op subjectieve motivaties en betekenissen die mensen of
groepen leiden.
- Ook strategische en instrumentele belangen onder verschillende
motiverende krachten onderliggend sociaal gedrag worden
onderstreept. (bijvoorbeeld eigen economische en politieke
belangen voortrekken, maar ook bang zijn dat je werknemers
vertrekken of samenscholen)
- Waarden en overtuigingen doen er ook toe(voor kinderen zorgen
door werken, en verantwoordelijk voor eigen rijkdom en succes)
Durkheim
- Cultural goals en means
- Als je de middelen niet hebt om doel te halen ga je het anders
doen, door afwijkend gedrag(deviance)
- Uitbuiting zien als sociale onderlinge afhankelijkheid iedereen
draagt op zijn manier bij aan samenleving
- Wat is relevant? Welke krachten dragen bij aan samenlevingen en
wat vormt hen.
Homans en Blau
- Social exchange: wij doen wat en verwachten daarom iets terug
- Je kunt veel dingen uitwisselen: status, denkbeelden, informatie
Gender en ras theoretici
- Vrouwen en vaak van bepaalde culturen doen laag betaald
achtergrond werk. Hierdoor ongelijkheid, ook in kansen.
Onderdompeling in theorie - Door brede theoretische kennis sociaal leven kunnen analyseren
analytische instelling
Klassieke en hedendaagse - Concepten en het begin in veel theorie zit in werk van weber, marx
theorie en durkheim.
Maatschappelijke - Verlichting: redenering(reason) en rationaliteit gebruiken
transformatie - Utilitarisme: handelen uit eigenbelang voor eigen welzijn
- Gedrag is niet geheel individueel bepaald. Vormgegeven en
vervormd door omgeving en sociale structuur.
Auguste Comte
- Positivisme: alleen kennis vergaren door empirisch verzamelde
gegevens(je kunt sociale cohesie niet zien tho. groeiende bacteria
wel.)
- Interpretatief begrijpen(hermeneutics). Dit gebeurt ook naast
statistiek, door bv interviews, focusgroep analyse
- Emancipatorische kennis: kennis krijgen over zaken zodat je
bijvoorbeeld structuren kunt verbreken en begrijpen en zo mensen
kunt bevrijden uit sociale blokkades
Sociale ongelijkheid Du Bois:
- Double-consciousness: telkens door de ogen van iemand anders
naar jezelf moeten kijken. Bv afrikaanse ex-slaven, ze werden
amerikaan, maar laten hun afrikaanse verleden en afrikaanse zelf
niet af. Proberen beide afrikaan en amerikaan te zijn.
- Du Bois overtuigd dat vrouwen gelijk en niet inferieur zijn aan
mannen. Gelijkheid ook voor zwarten.
De Tocqueville:
, - Mensen maken eigen keuzes hoewel ze wel proberen in te passen
in samenleving dmv culturele ideeën
- Vrijheid gebruiken om deel te kunnen nemen aan de samenleving
Martineau:
- Bewondert democratische idealen maar vind vrouwen ongelijkheid
slecht.
- Ongelijkheid door achtergestelde vrouwen
IMW hc2
Denkers voorafgaand aan - Hobbes: mensen zijn hebzuchtig, de 1 heeft meer dan de ander
Marx - Locke: positiever mensbeeld: rationeel eigenbelang zal voor
verbeterde eigen situatie zorgen en voor verbetering van de
samenleving.
- Smith: welvaart neemt toe bij vrije markten. Splitsing van arbeid is
efficiënter
Marx en Engels: historisch Historisch materialisme:
materialisme - Veranderingen in hoe in het bestaan wordt voorzien(verandering in
onze materiële basis) bepalen de loop van de geschiedenis
Legt nadruk op ongelijkheid
- Welvaart neemt toe, maar niet gelijk verdeeld
- Welvaart daalt voor arbeidersklasse
Groeiende ongelijkheid door kapitalisme
- Kapitaalbezitters: bezitten productiemiddelen, uit op winst,
productiekosten laag houden.
- Arbeidskrachten: produceren producten en diensten
- Arbeidskrachten vervangen voor krachten die minder loon
accepteren druk en hierdoor macht
- Arbeiders moeten opstaan, revolutie ontstaan communistisch
systeem
Werk als gebruikerswaarde
- Commodificatie van werk: werk is verhandelbaar goed geworden
werk uitgedrukt in geldwaarde
Kapitalisme is vals bewustzijn
- Systeem zou zorgen voor vrijheid, geluk en consumptie, maar het
tegendeel blijkt.
Arbeidsdeling
- Als arbeider ben je tot gebruikerswaarde veroordeeld.
Vervreemding van:
- Product
- Productieproces
- Menselijke essentie: creativiteit en hoger bewustzijn
- Elkaar(door leven om te werken)
Voorspelling dat - Door scholing kun je arbeiders minder vervangen, dus minder druk
kapitalisme zou vallen niet uitoefenen over geschoolden
uitgekomen - Groeiende middenklasse
- Groeiende opwaartse mobiliteit
- Arbeiders worden vaker aandeelhouders
, - Arbeiders hebben stemrecht afgedwongen(vakbonden en pol.
partijen)
- Uitkeringen voor werklozen etc.
Rol van ideologie Ideologie: algemene ideeën waarvan samenleving is doordrongen
- Vorm gegeven door heersende klasse
- Ideologie van consumptie
- Religie als dempende factor
- Fetishism of commodities: we zijn allen gefixeerd op commodities
en realiseren ons nog niet dat het bewerkte materialen zijn,
resulterend in winst voor iemand anders, ten koste van de
uitgebuite arbeider
- We voeden het systeem door de ideologie van rijkdom en
consumptie.
Niet alleen kijken naar objectieve omstandigheden van ongelijkheid, maar
ook luisteren naar wat mensen vinden van ongelijkheid en hoe ze dit
ervaren.
ITST h1
Marx theory of history - Geschiedenis vordert afhankelijk van omstandigheden en materiële
kracht.
- Capitalism empowers inequality
- Mode of production: the way our society organizes our material-
social existence(capitalism for western society)
- Means of production: resources owned by bourgeoisie
- Capitalists use exploitation of workers to expand private property.
- Class consciousness: workers will come to notice that they are
being exploited, which would end in revolution, overthrowing
capitalism
Dialectical materialism
- Historical change result of humans reacting to social inequalities
and contradictions in economic forces.
Communism
- Final phase in evolution of history, resulting in society without
division of labor, private property and profit.
- Material production in communism would be focused on
individual/social needs rather than making profit.
Human nature - Marx viewed labor positively: through individual’s productive skills,
creativity thrives, which demonstrates the higher consciousness of
humankind
- Species being: traits that make us human(mindful creativity etc.)
Material and social existence intertwined
- We produce to interact
- We work collectively to transform surroundings to create society
Capitalism as a distinctive Private property
social form - Has been the norm since long and forms the base of capitalism
- It divides the higher class from the proletariat.
Production of profit
- Capitalism is system of commodity production(make work
tradeable), to produce capital, which ensures profit for the
capitalist.