100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide samenvatting boek + artikelen €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide samenvatting boek + artikelen

1 beoordeling
 87 keer bekeken  8 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van de voorgeschreven delen van het boek en de artikelen voor het collegejaar 2021/2022.

Laatste update van het document: 2 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 146  pagina's

  • Nee
  • De voorgeschreven hoofdstukken (hoofdstuk 11 wordt woensdag of donderdag toegevoegd)
  • 25 april 2022
  • 11 mei 2022
  • 146
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: caskroese • 1 jaar geleden

avatar-seller
stuviauni
Sociale zekerheid

Hoorcollege 1
Klosse en Vonk: hoofdstuk 1
1.1 – Sociale zekerheid: een veelzijdig begrip
In de tweede helft van de 19e eeuw kwam sociale zekerheid op gang in Europa, gericht op
bescherming van loonarbeiders en armen.
De term ‘sociale zekerheid’ komt voort uit de Social Security Act uit 1935 uit Amerika. Deze
wet bevatte een pakket maatregelen ter bestrijding van de grote crisis in de jaren ’30,
waaronder ondersteuning voor armen en een pensioenstelsel voor ouderen. Na WOII kreeg
het socialezekerheidsbegrip wereldwijde gelding.
Sociale zekerheid is een toestand waarbij voor alen de bezorgdheid voor gebrek wordt
uitgesloten. Iedereen heeft recht op bestaanszekerheid en de overheid komt hierin een
bepaalde verantwoordelijkheid toe.
Er wordt vaak gewezen op bepaalde waarden die aan de sociale zekerheid ten grondslag
liggen, zoals solidariteit; sterken leveren een bijdrage aan de bescherming van de
zwakkeren. Als leden van een groep onderling risico’s delen wordt dit aangeduid als
‘horizontale solidariteit’; de eenzijdige steun van rijken t.o.v. armen is ‘verticale solidariteit’.
Sociale zekerheid is een gezamenlijk streven.
Er zijn verschillende methoden van inkomensbescherming:
- Verzekeringsprincipe: mensen verzekeren zich tegen betaling van een premie tegen
een onzekere gebeurtenis. Als de gebeurtenis zich voordoet is de verzekeraar een
geldbedrag verschuldigd.
o Sociale verzekering: de verzekering is verplicht en geldbedragen worden
uitgekeerd in de vorm van uitkeringen.
- sociale voorzieningen: de uitkering wordt verstrekt als men op enig moment aan de
wettelijke voorwaarden voldoet.
- Eigen spaarvormen: de betrokkene heeft een spaarrekening waaruit hij voor
bepaalde doeleinden gelden kan onttrekken zonder dat de fiscus heffingen oplegt.
Vb: nu afgeschafte levensloopregeling.

Er zijn publieke en private regelingen. Vaak hebben werkgevers en werknemers afspraken
omtrent sociale zekerheid (collectieve sociale zekerheid). Ook het fiscale stelsel is van belang
(fiscale sociale zekerheid).

Sociale zekerheid kent veel uitkeringsvormen (prestaties). Vb: pensioenen, toeslagen,
aanvullingen, bijdragen, verstrekkingen. Sommige uitkeringen houden rekening met andere
inkomsten, je komt er alleen voor in aanmerking als de eigen middelen onder het
bestaansminimum liggen (middelentoets). Vb: bijstand. Andere regelingen worden
onafhankelijk van middelen verstrekt, zoals AOW.
De meeste uitkeringen zijn in geld, maar sommige zijn in natura. Vb: medische hulp. Veel
uitkeringen compenseren inkomensverlies, maar soms zijn ze gericht op het wegnemen van
belemmeringen om zelfstandig in het bestaan te voorzien. Vb: voorzieningen voor
gehandicapten.

,Sociale verzekeringen worden uit premies gefinancierd, sociale voorzieningen uit algemene
middelen. Er zijn ook mengvormen.

1.2 – Een werkdefinitie van sociale zekerheid
Werkdefinitie sociale zekerheid = regelingen die bescherming bieden bij sociale risico’s en
behoeftigheid, en die uitkeringsgerechtigden steun geven bij het vinden van werk.
Traditioneel wordt inkomensbescherming als het primaire doel beschouwd van de sociale
zekerheid  waarborgfunctie.
De waarborgfunctie heeft een dubbele betekenis: minimumbescherming en bescherming
tegen inkomensderving. De AOW is een voorbeeld van het eerste type regeling, de hoogte is
afgestemd op het sociaal minimum. De WW is een voorbeeld van het tweede type; het
vormt een percentage van het loon van de werknemer voordat hij werkloos werd.
De bescherming kan ook bestaan uit het bieden van bepaalde voorzieningen of
verstrekkingen die iemand nodig heeft om zelfstandig te functioneren.

Sociale zekerheid heeft ook een activeringsfunctie: uitkeringsgerechtigden moeten re-
integreren. Uitkeringsgerechtigden moeten zich ter beschikking stellen van de arbeidsmarkt
en zich inspannen om weer aan het werk te komen.

De inkomensbescherming moet verband houden met sociale risico’s of behoeftigheid. De
sociale risico’s staan in Conventie nr. 102 van de IAO betreffende minimumnormen inzake
sociale zekerheid. We hebben uitkeringen i.v.m. medische zorg, ziekte, werkloosheid,
ouderdom, arbeidsongevallen/beroepsziekten, gezinslasten, moederschap, invaliditeit en
overlijden. Het risico dat aan deze gebeurtenissen verbonden is heeft vaak te maken met het
wegvallen van arbeidsinkomsten.
Er zijn regelingen die zich niet gemakkelijk in de klassieke onderverdeling laten vallen. Vb:
Wet WIA die arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidsrisico dekt. Ook zijn er nieuwe sociale
risico’s bijgekomen, bv. het verliezen van arbeidsinkomsten doordat iemand voor een
familielid moet zorgen. In NL is dit geregeld in de WAZO.

Behoeftigheid/armoede staat niet in de IAO-conventie, maar ondersteunen aan armen is de
oudste vorm van sociale zekerheid. Men heeft recht op een uitkering op sociaal
minimumniveau zodra de eigen middelen onder het bestaansminimum liggen
(middelentoets). Er zijn geen voorwaarden wat betreft een verzekering of premiebetaling.
Het wordt gefinancierd uit algemene middelen. In NL is de bijstandsregeling opgenomen in
de Participatiewet.

1.3 – Recht op sociale zekerheid en overheidsverantwoordelijkheid
Sociale zekerheid impliceert een bepaalde overheidsverantwoordelijkheid. Ook werkgevers
zijn verantwoordelijk voor de sociale zekerheid van (ex-)werknemer(s).
De bijzondere verantwoordelijkheid van de overheid is ook verankerd in de erkenning van
het recht op sociale zekerheid als sociaal grondrecht. Het is opgenomen in art. 22 EVRM, art.
9 IVESCR, art. 12 ESH en art. 34 EU-grondrechtenhandvest.
Art. 20 lid 2 Gw verwijst ook naar de sociale zekerheid. Ook kent onze grondwet een apart
recht op bijstand (art. 20 lid 3 Gw) en recht op gezondheidszorg (art. 22 lid 1 Gw). Deze drie
grondrechten worden overkoepeld door het recht op bestaanszekerheid (art. 20 lid 1 Gw).

,Sociale grondrechten beschermen burgers niet louter tegen overheidsbemoeienis, maar de
overheid moet ook een bepaalde inspanning verrichten; zij moet erop toezien dat er een
stelsel tot stand komt dat ons beschermt tegen de onzekerheden van het bestaan. De sociale
grondrechten markeren de overgang van de klassieke naar de sociale rechtsstaat.

De rechter beschouwt het grondrecht op sociale zekerheid niet snel als eenieder
verbindende bepaling in de zin van art. 93/94 Gw. De staat mag echter niet de andere kant
op kijken wat betreft de bestaanszekerheid van mensen.
Als burgers, werkgevers en werknemers hun eigen bestaanszekerheid kunnen organiseren
op een manier die iedereen ten goede komt hoeft de overheid niet in te grijpen. Hun
verantwoordelijkheid kan dus ook neerkomen op het beschermen, reguleren of stimuleren
van private voorzieningen. Als er groepen buiten de boot vallen moeten zij wel ingrijpen. Het
recht op sociale zekerheid impliceert dus niet noodzakelijk een directe verantwoordelijkheid
voor de overheid, maar wel een eindverantwoordelijkheid voor de bestaanszekerheid van
haar burgers.

1.4 – Sociale zekerheid: publiek en privaat
1.4.1 – Publieke sociale zekerheid
Publieke sociale zekerhefid = socialezekerheidsregeling waarbij de aanspraak gefundeerd is
op een publiekrechtelijke regeling.
Vb: sociale bijstand sinds 1854. Als men geen hulp kon krijgen van familie of de kerk kon een
beroep op armenzorg worden gedaan. In 1964 kwam de Algemene bijstandswet (nu
Participatiewet). Dit heeft een constitutionele verankering gekregen in art. 20 lid 3 Gw.

Deelname aan verzekeringen tegen bepaalde risico’s werd verplicht gesteld, omdat er
anders niet terechtkwam van solidariteit tussen (kans)rijk en (kans)arm. Als men aan de
voorwaarden voor sociale verzekeringen voldoet behoort men van rechtswege tot het
stelsel. Men komt dan in aanmerking voor uitkeringen/prestaties, maar moet ook bijdragen
aan de financiering. Uitzondering: Zorgverzekeringswet (Zvw), hier geldt een stelsel van
verplichte verzekering maar de burger moet zichzelf verzekeren bij een particuliere
ziektekostenverzekeraar.

1.4.2 – Private sociale zekerheid
Private sociale zekerheid = de aanspraak op de desbetreffende prestatie is gebaseerd op een
civielrechtelijke overeenkomst. Vb: private pensioenproducten aangeboden door banken en
verzekeraars voor mensen die meer willen dan alleen een AOW.
Een ander voorbeeld zijn onderlinge fondsen die worden opgericht door groepjes zzp’ers om
de eerste twee ziektejaren het arbeidsongeschiktheidsrisico te dekken. Zij zijn niet verplicht
verzekerd o.g.v. de ZW en de Wet WIA en particuliere verzekeringen hebben hoge premies.
Via broodfondsen worden eigen voorzieningen in het leven geroepen gebaseerd op
maandelijkse inleg van de leden.
Vanaf de jaren ’90 van vorige eeuw zien we privatisering van de publieke sociale zekerheid;
een shift van publieke naar private sociale zekerheid.
Vb: inkomensvoorziening bij ziekte. Decennialang was dit publiekrechtelijk: een zieke
werknemer had recht op ziekengeld vanuit de ZW. Sinds 1996 bestaat er een
loondoorbetalingsplicht bij ziekte wat gedaan wordt door de werkgever. Deze verplichting

, vloeit voort uit de arbeidsovereenkomst. De minimumomvang staat dwingend
voorgeschreven in de wet: 70% van het loon en in het eerste jaar het minimumloon.

Ander vb: Zvw: de aanspraken op medische voorzieningen vloeien niet voort uit de wet maar
uit een overeenkomst die de burger afsluit met een particuliere ziektekostenverzekeraar. De
wetgever heeft wel randvoorwaarden gesteld: ziektekostenverzekeraars moeten iedereen
accepteren (acceptatieplicht) en burgers moeten zich verplicht verzekeren.

Uit het oogpunt van bescherming van de zwakste partij houdt de overheid een publiek
voetje tussen de private deur. Privatisering is gereguleerd. Publieke zekerheid zal altijd
blijven, ook omdat dingen zoals armoede en werkloosheid niet particulier verzekerbaar zijn.

1.4.3 – Driepijlerstelsel
In de internationale literatuur wordt de sociale zekerheid gezien als driepijlerstelsel:
1. Wettelijk socialezekerheidsstelsel. Dit wordt aangevuld door aanspraken die de
werknemer heeft t.o.v. de werkgever (collectieve sociale zekerheid, laag 2).
2. (Collectieve) arbeidsovereenkomst.
3. Zuiver private voorzieningen die een burger voor zichzelf kan treffen
(lijfrentepolissen, spaarregelingen, aandelenportefeuilles).

In de meest zuivere verdeling is de rol van de overheid beperkt tot de eerste pijler, de
tweede pijler is zaak van de sociale partners en de derde pijler is volledig op de burger
gericht.
Nuancering: er kunnen ook private actoren actief zijn in de eerste pijler. Vb: loondoor-
betalingsplicht bij ziekte door werkgevers. Werkgevers kunnen voor opt-out kiezen, ze
dragen dan het arbeidsongeschiktheidsrisico van werknemers zelf. Ze worden
eigenrisicodragers genoemd.
Ook zien we de overheid terug in de tweede en derde pijler. Vb: werkgevers die een
pensioentoezegging doen hebben te maken met dwingende overheidsregulering (PW). Ook
kan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid rechtstreeks interveniëren.

De overheid kan naast marktreguleerder ook optreden als faciliteerder van sociale
zekerheid. Vb: door particuliere spaarvormen fiscaal aantrekkelijk te maken wordt het eigen
initiatief van de burger aangemoedigd.

1.5 – Omvang van de sociale zekerheid
De kosten van sociale zekerheid bedragen jaarlijks €150 miljard, ongeveer 25% van het BBP.
De AOW kost jaarlijks €38 miljard. De uitgaven voor zorg komen neer op €97,5 miljard.
In Oost-Europa zijn socialezekerheidsuitgaven een stuk lager.

Er zijn veel mensen afhankelijk van sociale zekerheid voor inkomen. Vb: 811.000 mensen
met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, 413.000 mensen met bijstand en 3.450.000
ouderen met een AOW.

Het aantal mensen met een socialezekerheidsuitkering afgezet tegen het aantal werkenden
is de inactiviteit-activiteitverhouding (i/a-quote). De afgelopen jaren schommelde dit rond
de 70. Exclusief AOW staat deze op 30. Het is de afgelopen jaren sterk gedaald.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stuviauni. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  8x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd