De samenvatting is gemaakt aan de hand van het boek "biologie voor jou". De samenvatting bevat ook belangrijke plaatjes. Oefeningen die aansluiten op de samenvatting zijn te vinden op . Ook staan hier uitlegvideo's.
Biologie voor jou: Thema 3: Genetica
1 – fenotype en genotype
Alle eigenschappen die waarneembaar zijn noem je het fenotype. Alle
informatie voor erfelijke eigenschappen noem je je genotype. Het
genotype zit verwerkt in je chromosomen. iedereen heeft 46
chromosomen. je kunt ze afbeelden in een chromosomenportret
(karyogram). Hierbij zijn alle 44 chromosomen gerangschikt met als
laatste de geslachtshormonen.
Een gen is een deel van een chromosoom waar erfelijk materiaal in zit.
Een gen is opgebouwd uit DNA dat gewikkeld is om eiwit. DNA is opgebouwd uit vier verschillende nucleotiden. Een
nucleotide bestaat uit een fosfaatgroep (adenine, thymine, cytosine, guanine), desoxyribose en een stikstofbase.
Ook in je mitochondriën heb je DNA. De stikstofbasen zijn in een bepaalde volgorde gerangschikt, daardoor ontstaat
een DNA-sequentie. In de volgorde kunnen variaties voorkomen, dit noem je allelen.
Genen kunnen worden aan en uitgezet. Dat heet genexpressie. Als een gen uitstaat noem je dat inactivatie. Het
genotype bepaald niet als enige hoe alles eruit ziet. Ook milieufactoren spelen een rol. Dat begint al in de
baarmoeder. Als daar een afwijking ontstaat spreek je van een aangeboren afwijking. Als dit erfelijk is wordt er
gesproken van een erfelijke ziekte.
2 – genenparen
Chromosomen zijn eigenlijk precies hetzelfde, maar er zit verschillende informatie in de chromosomen. wel is de
plaats van de loci hetzelfde. Een gen kan namelijk wel verschillende eigenschappen hebben. Als je twee dezelfde
genen hebt, die staan voor hetzelfde, dan ben je homozygoot goor dat gen. Als je twee verschillende hebt ben je
heterozygoot. Er komt dan maar 1 allel tot uiting. De dominante. De recessieve kun je wel doorgeven maar komt niet
tot uiting. Die komen alleen tot uiting als er geen dominant allel aanwezig is. Een intermediair fenotype is een
fenotype waarbij beide allelen tot uiting komen. Bij alle verschillende organismen is een ander allel dominant. In de
genetica geef je een dominant allel aan met een hoofdletter en een recessief allel met een kleine letter.
Door recombinatie worden erfelijke eigenschappen
verdeeld onder de geslachtscellen. Dit heet meiose.
Bij meiose 1 door meiose zitten er in iedere
geslachtscel chromosomen met verschillende genen.
In iedere cel zitten 23 chromosomen. na een
bevruchting komen twee geslachtscellen samen en
heeft weer 46 chromosomen. (diploïde cel). Door het
grote aantal verschillende combinaties (223) zijn alle
nakomelingen verschillend. Dit heet genetische
variaties. Bij eeneiige tweelingen spitst het klompje
cellen waardoor je twee nakomelingen krijgt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maudvesters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.