Geschiedenis samenvatting beknopt
Hoofdstuk 1:
Oorzaken landbouw:
Klimaatverandering
Gewassen zaaien
Dieren domesticeren
Gevolgen landbouw: technische vooruitgang, plant/dieren veredeling, meer opbrengsten en bevolkingsgroei
Naar landbouwsamenleving: sedentair en autarkisch, bij rivieren, spijkerschrift.
Ontstaan steden: vruchtbare grond rivieren, voedsel over, specialisatie en ruil = stad.
Hoofdstuk 2:
Griekse stadsstaat: landbouw stedelijke samenleving, autonoom, autarkisch, volksvergadering.
Socrates: kennis toetsen door filosoferen, Plato: filosofisch idealisme, Aristoteles: logica, rationeel-wetenschappelijk.
Rome tot wereldrijk door:
Groot en sterk leger
Goede wegen
Zucht naar roem, buit en gebiedsuitbreiding
Verslagen volken respecteren en aan zich binden
Pax Romana: goed voor welvaart. Griekse vormentaal: perfect, zuilen, reliëf. Romeinse vormentaal: realistisch,
bogen, koepels. Romanisering door leger, inheemse elites, burgerrecht verlenen aan mensen buiten Rome.
Christenen: luisteren naar jezus, keuren normen en waarden romeinen af, iedereen bekeren, geloven niet in
Romeinse goden.
313: Edict van Milaan = Constantijn geeft godsdienstvrijheid
380: Staatsgodsdienst onder Theodosius
Verval Romeinse Rijk oorzaken: Gevolgen:
Invallen Germanen - Chaos
Epidemieën - Bestuurshervormingen
Slechte grenzen - Splitsing rijk
Minder handel/productie
Hoofdstuk 3:
Arabische expansie succesvol door:
Verzwakking Perzische/Byzantijnse rijk oorlog met elkaar
Pestepidemie
Militair sterk
Islam overkwam verdeeldheid
Waarom terug naar landbouwsamenleving?
- Chaos/onveiligheid door Germaanse invasies bestuur/productie verslechterd dus geen handel
- Geld werd schaars
Hofstelsel en leenstelsel
, Problemen Frankische koningen:
Alleen geestelijken konden schrijven en lezen
Slechte wegen
Geen handel en geld geen belasting heffen
- Oplossing: feodalisme met zwakte: koning verloor controle.
Tweezwaardenleer: Byzantijnse keizers, beide machten, orthodox en Paus, gesplitst, katholiek.
Goede verspreiding christendom door:
- Groeiend rijkdom kerk - Samenwerking paus en Karolingische vorsten
- Goede organisatie - Missionarissen en kerstenen
Hoofdstuk 4:
Waarom kwamen steden weer op?
- Toename veiligheid - Betere landbouwmethodes
- Meer landbouwgrond - Overschotten handel en specialisatie
Munt kwam terug, mensen met privileges in opkomende steden met stadsrechten. Boeren terug naar stad i.p.v.
hofstelsel, hoge adel wil belasting voor stadsrechten. Schepenen en schouten Patriciërs aan de macht. Gilden.
Staatsvorming en centralisatie: sterk gezag, eenheid volk, grenzen, geldeconomie, hoofdstad + macht/centralisatie.
Frankrijk: Sterke centrale overheid, geldeconomie, standenmaatschappij, koning steeds machtiger tegenover adel.
Duitsland: Koning/ keizer machtig, geen staatsvorming/centralisatie want koningen weg, niet erfelijk/feodalisme.
Engeland: Al vroeg centralisatie, 1066, 1215: Magna Carta: bond regels aan koning, kreeg parlement.
De Nederlanden: 1430: onder Filips de Goede (centraal bestuur), daarna onder Habsburgse huis. -
- Frankrijk wint de 100jarige oorlog van Engeland: over wie troon Frankrijk heeft.
- Investituurstrijd in Duitsland, Na Paus Gregorius VII met Dictatus Papae, strijd tussen paus/koning, paus wint.
1122 = keizer afstand van de investituur: Concordaat van Worms.
1095 = kruistocht Paus Urbanus om Jeruzalem te veroveren, lukte. 1187 = terugveroverd en kruistocht faalt. 1229 =
Duitse keizer gezag in Jeruzalem door compromis, kruistocht tegen keizer door paus (ketter door compromis met
islamieten), islamieten verdreven.
Oorzaken kruistochten: later Reconquista
- Ideologieën heilige oorlog
- Ridders redding ziel, hebzucht, geloof
- Paus presenteert zich als christelijk wereldleider
Hoofdstuk 5:
Medici: nieuw mens- wereldbeeld. Humanisten bestuderen klassiek erfgoed Grieks-Romeinse cultuur.
Verspreiding Renaissance door:
- Boekdrukkunst
- Italiaanse humanisten in dienst van Europese vorsten
- Geleerden naar Italië en ook jongens om vormsel te doen
Erasmus met lof der zotheid (1511).
Europese expansie begon, motieven:
- Geloof verspreiden - Avontuur en nieuwsgierigheid
- Politieke macht vergroten - Mogelijk door technische ontwikkelingen
- Handel - Concurrentie