CJA Goederenecht
Samenvatting
1. Vermogensrecht
1.2 Vermogen
Vermogen is volgens de wet: “Goederen vermindert met schulden”
1.3 Zaken
Zaken zijn tastbare concrete objecten.
Onroerende zaken:
De grond
De nog niet gewonnen delfstoffen (aardgas, olie)
De met de grond verenigde beplantingen
Gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd (weg,
televisiemast)
Roerende zaken:
Alle zaken die niet onroerend zijn (tv, magnetron, vliegtuig, Ipad)
1.4 Vermogensrechten
Vermogensrechten = rechten die je kunt verkopen of die financieel voordeel
kunnen opleveren, zij NIET tastbaar.
Absolute vermogensrechten kan je tegenover iedereen inroepen.
Deze zijn:
Eigendomsrecht * Recht van vruchtgebruik
Recht van erfdienstbaarheid * Recht van pand
Recht van erfpacht * Recht van hypotheek
Recht van opstal * Rechten van intellectueel eigendom
CJA- Goederenrecht Samenvatting Pagina 1 van 27
, Appartementsrecht
Relatieve
vermogensrechten:
maar tegen één bepaalde
burger of organisatie
uitoefenen. (ook wel
vorderingsrecht of
verbintenis).
Naast deze 2 soorten vermogensrechten heb je nog enkele tussenvormen:
Kwalitatieve verplichting: als je wil dat een plicht van de ene persoon naar de
andere overgaat heb je een absoluut recht nodig.
Wettelijke eisen voor het vestigen van een kwalitatieve verbintenis:
Daarover een overeenkomst sluiten;
Deze opnemen in een notariële akte en deze inschrijven in de openbare
register bij het Kadaster;
Afspreken dat de verplichting inhoudt iets te dulden of niet te doen;
De verplichting heeft betrekking op een registergoed;
Afspreken dat de plicht overgaat op de nieuwe eigenaar. (Parkeerplaats
van BV A)
Kettingbeding: een bepaling in een koopcontract die iedere keer opnieuw aan
de koper moet worden doorgeven (commercieel vastgoed, concurrentie
activiteiten)
1.5 Goederen
Naast zaken en vermogensrechten worden goederen ook nog anders verdeelt.
Registergoederen: goederen waarbij voor de eigendomsoverdracht of voor de
vestiging van bepaalde rechten, inschrijving in openbare register noodzakelijk is.
Openbare registers worden bijgehouden door het kadaster.
Registergoederen zijn:
Alle onroerende zaken
Geregistreerde schepen en luchtvaartuigen
Beperkte rechten op onroerende zaken, schepen en vliegtuigen, zoals
hypotheekrecht en het recht van erfdienstbaarheid.
Niet-registergoederen: niet nodig dat er eigendomsoverdracht inschrijving
plaatsvindt.
Auto’s
Medische apparatuur
Graafmachines etc…….
2 Eigendomsrechten
2.2 Eigendom, bezit en houderschap
CJA- Goederenrecht Samenvatting Pagina 2 van 27
,Eigendom: Het meest omvattende recht dat een persoon, privé of zakelijk op
een (on)roerende zaak kan hebben. (5:1 BW). Als eigenaar kan je de zaak
revindiceren (op eisen) (5:2 BW)
Bezit: het houden van een goed voor jezelf.
Verschil tussen bezit en eigendom: eigendom is een (zakelijk)recht en geeft de
formele juridische situatie aan; bezit is een feitelijke toetstand.
Meestal is de feitelijke eigenaar ook feitelijk bezitter, uitzondering is een dief.
De dief is bezitter, maar de bestolen eigenaar is en blijft eigenaar. Bezit is weg,
maar eigendomsrechte niet.
Bezitter ter goeder trouw: de bezitter kan er op basis van de feiten van uit
gaan dat hij de eigenaar is. De goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn. Het
ontbreken moet worden bewezen (3:119 BW) Als je bent bestolen, dan is de dief
de bezitter en volgens de wet ook de eigenaar, totdat het tegendeel is bewezen
en dat is niet eenvoudig.
Revindicatie: De bezitter ter goede trouw heeft recht op een vergoeding van
door hem gemaakte onderhoudskosten, onder de bevoegdheid tot opschorting
van de afgifte van de zaak. De vergoeding moet worden betaald door de
rechtmatige eigenaar (Gestolen auto APK beur)
Houderschap: het houden van een goed voor een ander (3:107 BW). Houder is
van plan dit tijdelijk te doen. (Lease, huur)
Als je houder bent, bijvoorbeeld omdat je een auto leaset, dan kan je niet
rechtsgeldig besluiten om je houderschap te veranderen in bezit. Je zou dan
volgens de wet vermoedelijk ook eigenaar zijn (geworden) van de geleasede auto
en dat ben je niet.
2.3 Eigendomsverkrijging
De wet onderscheidt twee hoofdsoorten van eigendomsverkrijging:
Verkrijgen onder algemene titel: het hele vermogen of een evenredig
deel van het vermogen over op een ander en de rechten en plichten over
op een ander. (erfenis, huwelijk zonder voorwaarden, juridische fusie)
Verkrijgen onder bijzondere titel: vindt volgens de wet (3:80BW)
plaats bij: (Overdracht en verjaring) en door middel van een restgroep die
door de wet wordt aangeduid met overige in de wet aangegeven wijzen
zoals:
o inbezitneming
o vinderschap
o schatvinding
o natrekking
o vermenging
o zaaksvorming
2.4 Eigendom
Je kan niet altijd onbeperkt van je eigendom gebruik maken. (bijv. als de buren er
overlast van krijgen)
Een andere beperking is de onteigeningswet; de overheid, in het kader van het
algemeen belang, de eigenaar van een gebouw of grond onteigenen, wel moet er
een schadevergoeding worden betaald.
Er zijn verschillende manieren om eigendom te verkrijgen:
CJA- Goederenrecht Samenvatting Pagina 3 van 27
,Inbezitneming: vindt plaats doordat je jezelf de feitelijke macht over een
roerende zaak verschaft (5:4 BW). De zaak moet op dat moment tot niemand toe
behoren. (Grofvuil aan straat)
Vinderschap: als je aangifte hebt gedaan en de gevonden zaak in bewaring
heeft gegeven na één jaar eigenaar van de zaak (5:5 BW)
Schatvinding: de ontdekker van een schat heeft aangifteplicht (5:13BW). Een
gevonden schat komt voor gelijke delen toe aan de persoon die de schat heeft
ontdekt en de eigenaar van de (on)roerende zaak waarin de schat is gevonden.
Vermenging: bij vermenging van meerdere roerende zaken ontstaat er één
nieuwe roerende zaak. Wie is er dan eigenaar? Er zijn dan twee mogelijkheden
(5:15BW) Of de eigenaar van het duurste onderdeel/grondstof wordt eigenaar of
je wordt mede-eigenaar.
Zaaksvorming: Iemand die uit één of meerdere zaken een nieuwe zaak vormt
wordt niet de nieuwe eigenaar van de nieuwe zaak. De oude eigenaar wordt
eigenaar of de zelfde regels als vermenging vinden plaats.
Verjaring: er zijn twee soorten verjaring:
Bevrijdende verjaring: dan wordt de schuldenaar verlost van een plicht
(terugbetaling) de schuld blijft er wel maar is niet meer te vorderen, ook
niet via een juridische procedure. Het wettelijke termijn hiervoor is 20 jaar.
Bij uitzondering vaak vijf jaar (3:307 e.v. BW)
Verkrijgende verjaring: bij deze vorm verkrijg je een goed. Je moet
bezitter ter goede trouw zijn en je moet voldoend aan het wettelijk termijn.
Voor roerende zaken is dat drie jaar, voor andere zaken is dat tien jaar. Bij
niet ter goede trouw (dief) verkrijgt het eigendom na 20 jaar.
Hoofdzaak: Het grote geheel (gebouw)
Bestanddeel: Een deel van de hoofdzaak, wanneer het volgens de
verkeersopvatting (maatschappelijke mening) of mate van verbondenheid (kan
niet worden gescheiden) (CV-ketel, dak, ramen)
Natrekking: komt voor bij verkrijging van eigendom bij onroerende zaken en
roerenzaken
Natrekking onroerende zaken: wanneer iets een bestanddeel wordt
van de hoofdzaak wordt de eigenaar van de hoofdzaak eigenaar van het
bestanddeel (voorbeeld verwarmingsinstallatie, een lift, badkamer)
Ook bij grond is dit het geval, wordt er een gebouw gebouwd op de grond
van iemand anders dan is de eigenaar van de grond eigenaar van het
gebouw (5:20 BW). Behalve doormiddel van opstal (5:101BW), volgt in
hfst. 3
Natrekking roerende zaken: (5:14BW) ook hierbij wordt de eigenaar
van de hoofdzaak eigenaar. Dit kan doormiddel van het bestanddeel met
de hoogste waarde of de maatschappelijke opvatting. (BMW –hoofdzaak- ,
ingebouwde airbag –bestanddeel-. BWM is eigenaar van de airbag
geworden)
2.5 Overdracht
Voor een geldige eigendomsoverdracht gelden drie eisen (3:84BW)
1. Levering
2. Geldige titel
CJA- Goederenrecht Samenvatting Pagina 4 van 27
, 3. Beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder
*door het betalen van een koopprijs of het doen van een aanbetaling of door het
sluiten van een overeenkomst wordt je volgens de hoofdregel geen eigenaar*
Levering van een onroerende zaak: (3:89 BW) loopt in twee stappen: 1. Een
notariële akte, 2. Inschrijving van deze notariële akte in een daartoe bestemd
openbaar register (Kadaster)
Deze twee samen vormen de ‘juridische leveringshandeling’ . de feitelijke
levering is waarom de nieuwe eigenaar de sleutels krijgt. (door inschrijving is het
dus ook een registergoed). De koop overeenkomst zorgt er dus alleen voor een
verbintenis maar niet dat je eigenaar wordt.
Levering van een roerende zaak, niet-registergoed: hiervoor zijn meerdere
manieren mogelijk. Ligt aan de omstandigheden, verschillende
leveringshandelingen.
Levering door feitelijke bezitsverschaffing: De eigenaar stelt de verkrijger in
staat op feitelijke macht uit te oefenen. (3:90BW) (je betaalt, neemt het meteen
mee)
Om tegemoet te komen aan de wensen van de praktijk is de feitelijke levering
aangevuld met drie andere vormen, hierbij vindt de levering niet plaats door
feitelijke handeling maar een tweezijdige verklaring (afspraak) (3:115BW).
a. Wanneer de vervreemder de zaak bezit en hij haar krachten een bij de
levering gemaakt beding voortaan voor de verkrijger houdt. (A verkoopt
een caravan op 1 maart aan B. ze spreken af dat A nog één maand in
bruikleen krijgt. Op 1 maart geleverd aan B, hij is eigenaar en A is houder.)
b. Wanneer de verkrijgen houder van de zaak voor de vervreemder was. (BV
B huurt zes maanden een hijskraan en is dus houder. Na de periode koopt
BV B de hijskraan. Doormiddel van een onderlinge afspraak wordt BV B
bezitter, en eigenaar)
c. Wanner een derde voor de vervreemde de zak hield, en haar na de
overdracht voor de ontvanger houdt. In dit geval gaat het bezit niet over
voordat de derde de overdracht heeft erkend, dan wel de vervreemder of
de verkrijger de overdracht aan hem heeft medegedeeld. (BV A is
groothandel in meubels en een deel staat bij BV B in opslag. BV C koopt
tien tafels van BV A. Door de afspraak tussen BV A en C en een
mededeling aan BV B wordt BV C de nieuwe eigenaar). (De houder gaat de
goederen houden voor een andere bezitter)
Levering van een recht aan toonder: vindt plaats door het feitelijke
overhandigen van het toonderstuk aan de nieuwe rechthebbende (3:93BW).
(toegangskaarten, waardebonnen).
Levering van een vordering op naam: houdt kortgezegd in dat een crediteur
zijn vordering op zijn debiteur overdraagt aan een derde (3:94BW). De wet heeft
formele eisen gesteld aan de manier waarop zo’n vordering in eigendom wordt
overgedragen:
CJA- Goederenrecht Samenvatting Pagina 5 van 27