1.1 Inleiding
Vermogensrecht: de boeken 3 t/m 8, opgebouwd uit 2 delen:
Goederenrecht: regels over de (statische) verhouding van een persoon
(burger/organisatie) tot een goed.
Verbintenissenrecht: regels met betrekking tot de (actieve) prestatie die door de ene
persoon, burger of organisatie, ten opzichte van de andere persoon, burger of
organisatie, uitgevoerd moet worden.
1.2 Vermogen
Roerend
Goederen Zaken
Onroerend
Vermogen
Absoluut
Vermogensrech
Schulden
ten
Relatief
Vermogen: goederen (activa) verminderd met schulden (passiva).
Negatief vermogen: als een particulier/organisatie meer passiva heeft dan activa.
Goederen: alle zaken en alle vermogensrechten (art. 3:1 BW).
1.3 Zaken
Zaken zijn tastbare concrete objecten (art. 3:2 BW). Zaak is niet een bedrijf of onderneming.
Zaken zijn onroerend of roerend (art. 3:3 BW). Onroerende zaken zijn:
Grond
De nog niet gewonnen delfstoffen
o Aardgas
o Aardolie
De met de grond verenigde beplantingen
Gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd (een weg, een
televisiemast en een dijk)
Roerende zaken:
Auto
Televisie
Magnetron
Vliegtuig
1.4 Vermogensrechten
Pagina 1 van 39
, Vermogensrechten: rechten die je kunt verkopen of die financieel voordeel kunnen opleveren
(art. 3:6 BW). Ze hebben financiële waarde, je kan ze verkopen en zijn niet tastbaar.
2 soorten vermogensrechten:
Absolute vermogensrechten: kan je tegenover iedereen inroepen, tegen burgers en
organisaties.
o Eigendomsrecht
o Recht van erfdienstbaarheid
o Recht van erfpacht
o Recht van opstal
o Appartementsrecht
o Recht van vruchtgebruik
o Recht van pand
o Recht van hypotheek
o Rechten van intellectueel eigendom
Relatieve vermogensrechten: kan je alleen maar tegenover één bepaalde burger of
organisatie uitoefenen (persoonlijk recht). Bij relatief vermogensrecht staat de actieve
prestatie die moet plaatsvinden tussen de betrokken personen centraal.
Verschillen tussen absoluut en relatief recht
Absoluut recht Relatief recht
Werkt tegenover iedereen Werkt tegenover één persoon.
Rechtsverhouding tussen een Rechtsverhouding van persoon tot persoon.
persoon en een goed (=zaak + recht).
Een ouder absoluut gaat voor op een Tijdstip van het ontstaan van het relatieve recht is
jonger absoluut recht. niet relevant: iedereen met een relatief
vorderingsrecht (schuldeiser) is gelijk.
Geen nadeel bij faillissement: het Wel nadeel bij faillissement: het recht kan slecht
recht kan volledig worden toegepast. beperkt of helemaal niet worden toegepast.
Tussen vormen naast relatief en absoluut recht:
Kwalitatieve verplichting (registergoed): als een plicht van de ene persoon overgaat
op een andere persoon, zakelijk of privé, dan wordt daar een absoluut
vermogensrecht gebruikt.
Kwalitatieve verplichting (art. 6:252 BW): als een plicht over gaat op de
rechtsopvolger. Eisen voor het vestigingen van een kwalitatieve verbintenis:
o Daarover een overeenkomst sluiten.
o Deze opnemen in een notariële akte en deze inschrijven in de openbare
registers bij het Kadaster.
o Afspreken dat de verplichting inhoudt iets te dulden of niet te doen.
o De verplichting heeft betrekking op een registergoed.
o Afspreken dat de plicht overgaat op de nieuwe eigenaar.
Er kan vaak worden gekozen tussen het vestigen van een recht van
erfdienstbaarheid of door het regelen van een kwalitatieve verbintenis.
Kettingbeding (niet-registergoed): het binden van rechtsopvolgers door middel van
een overeenkomst, niet opgenomen in de wet. Een bepaling in een koopcontract die
iedere keer opnieuw aan de koper moet worden doorgegeven.
Pagina 2 van 39
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Pleunstappers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.